Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 21 december 2018
Tijdens het wetgevingsoverleg van 19 juni jl.1 heb ik u geïnformeerd over mijn aanpak om uitvoering te geven aan de aanbevelingen
van de Algemene Rekenkamer in verband met de toetsing van subsidies op staatssteun.
Deze toetsing vond niet altijd plaats en dat was voor de Algemene Rekenkamer reden
om te concluderen tot onzekerheden bij de subsidieverlening in die mate dat sprake
was van een ernstige tekortkoming. Graag geef ik u hierbij met het oog op een nieuwe
subsidieronde voor het jaar 2019 een overzicht van de stand van zaken.
VWS verstrekt jaarlijks subsidies aan duizenden ontvangers. Deze subsidies kunnen
onderverdeeld worden in drie categorieën, namelijk subsidieregelingen, instellingssubsidies
en projectsubsidies. Ik heb u tijdens voornoemd overleg de stand van zaken van de
instellingssubsidies geschetst. Daarnaast heb ik de toezegging gedaan dat alle nieuwe
subsidieregelingen van een staatssteuntoets zouden worden voorzien net als alle nieuwe
projectsubsidies.
Inmiddels kan ik u melden dat alle nieuwe subsidieregelingen zijn getoetst op staatssteun
en in overeenstemming zijn met de Europese staatssteunregels. Voor één regeling, te
weten de Subsidieregeling kwaliteitsimpuls personeel ziekenhuiszorg, geldt dat niet
met voldoende zekerheid vastgesteld kan worden of sprake is van staatssteun. Daarom
wordt deze regeling binnenkort voorgelegd aan de Europese Commissie. U bent hierover
bij brief van 21 september jl.2 al geïnformeerd.
Daarnaast is voor nagenoeg alle 130 instellingssubsidies een staatssteuntoets uitgevoerd.
Mijn streven was erop gericht elke instellingssubsidie voor volgend jaar van een staatssteuntoets
te voorzien en zo nodig (delen) van de subsidie af te bouwen of zodanig om te vormen
dat deze wel de staatssteuntoets kan doorstaan. Voor 15 instellingssubsidies is het
beoordelingsproces nog niet geheel afgerond voor het nieuwe subsidiejaar. Bij deze
instellingssubsidies gaat het vaak om omvangrijke subsidies met een veelheid aan verschillende
activiteiten. Al deze activiteiten dienen beoordeeld te worden in het licht van de
staatssteunregels en indien dat proces is afgerond komen alternatieven in beeld om
beleidsmatig gewenste activiteiten te kunnen continueren. Een belangrijk alternatief
voor het subsidie-instrument is het aanbesteden van de activiteiten. Om over te kunnen
gaan op een aanbestedingsprocedure, dient eerst een redelijke termijn in acht genomen
te worden om een bestaande subsidierelatie (deels) te beëindigen. Dit geldt vanzelfsprekend
ook voor activiteiten die niet meer beleidsmatig gewenst zijn.
Voor 15 instellingssubsidies is de termijn te kort gebleken om de staatssteuntoets
af te ronden dan wel in redelijkheid een deel van de subsidie om te vormen of af te
bouwen, is meer tijd nodig om een goede aanbesteding voor te bereiden of vindt nog
gedurende een deel van het jaar subsidiering plaats bij wijze van overbrugging naar
een andere financiering.
Ook loopt bij enkele instellingsubsidies de staatssteuntoetsing gelijk op met een
inhoudelijke evaluatie van de subsidie. Het is voor deze subsidies niet opportuun
de huidige subsidies voor korte tijd aan te passen aan de staatssteunregels, met alle
administratieve lasten van dien, terwijl de kans aanwezig is dat deze subsidies binnen
afzienbare tijd, naar aanleiding van de uitkomst van de evaluatie, opnieuw (ingrijpend)
kunnen wijzigen.
De 15 instellingsubsidies waar het hier om gaat worden verstrekt aan de volgende organisaties:
Integraal Kankercentrum Nederland (IKNL), Vilans, Movisie, Nederlands Jeugdinstituut
(NJI), Stichting Fiom, Stichting KNCV Tuberculosefonds, Stichting Rutgers, SOA Aids
Nederland, Stichting Special Heroes, Anne Frank Stichting, Joods Maatschappelijk Werk,
de Basis, Siriz, Capaciteitsorgaan en Stichting Nictiz.
Ik bericht u zodra ook hier het toetsingsproces is voltooid.
Tot slot is het overgrote deel van alle nieuwe projectsubsidies van een staatssteuntoets
voorzien. Voor een klein aantal projectsubsidies geldt dat dat niet mogelijk is gebleken.
De redenen hiervoor zijn divers, maar hangen vooral samen met een veelheid aan ingediende
subsidieaanvragen in de laatste maanden van het jaar en de complexe samenstelling
van de te subsidiëren activiteiten. Alle inspanningen zijn erop gericht ervoor te
zorgen dat volgend jaar geen enkele projectsubsidie meer zonder staatssteuntoets zal
worden verstrekt.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
H.M. de Jonge