Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 1 juli 2013
Naar aanleiding van de brief van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn
en Sport van 21 juni 2013, waarin zij vraagt naar de stand van zaken met betrekking
van het verlenen van eenmalige steun in 2013 aan Service Médical, kan ik u als volgt
informeren.
Met mijn brief van 13 mei 2013 (Kamerstuk 33 400 XVI, nr. 146) heb ik u gemeld dat ik met de Vereniging voor Sportgeneeskunde (VSG) in overleg
zal gaan voor het maken van een model voor medische zorg bij sportevenementen, dat
meer afgestemd moet zijn op onder meer de tak van sport en de omvang van het evenement
naar deelnemers en toeschouwers. De Vereniging voor Sportgeneeskunde is daarmee inmiddels
gestart en zal op korte termijn met een plan van aanpak komen. Daarbij zal uiteraard
gebruik gemaakt worden van bestaande kennis en ervaring die de verschillende aanbieders
in de evenementenzorg hebben. De Stichting Service Médical (SSM) is één van die aanbieders.
Om het plan van aanpak nog beter te kunnen inrichten en onderbouwen zal tevens gebruik
gemaakt kunnen worden van recent verzamelde onderzoekgegevens van de Stichting VeiligheidNL
op het gebied van veiligheid bij sportevenementen. Aan dit onderzoek heeft Stichting
Service Médical meegewerkt en een belangrijke bijdrage geleverd. De uitkomsten zijn
nog niet officieel bekend, maar worden op afzienbare termijn gepubliceerd. Te verwachten
is dat de betreffende onderzoeksresultaten van belang zullen zijn voor het werk dat
de Vereniging voor Sportgeneeskunde gaat uitvoeren. De Vereniging voor Sportgeneeskunde
heeft zich daartoe inmiddels ook verzekerd van de samenwerking met de Vereniging voor
Kwaliteitsbevordering van Medische Hulpverlening bij Evenementen (KMHE), waarover
ik u in mijn brief van 13 mei jl. reeds informeerde. Dat betekent, dat er draagvlak
is voor een te ontwerpen model van medische zorg bij sportevenementen. De Vereniging
voor Sportgeneeskunde zal in haar plan van aanpak eveneens een consultatie opnemen
van belangrijke organisatoren van evenementen, om ook van die kant te vernemen welke
wensen en behoeften er bij hen zijn.
Ik ben ervan overtuigd dat langs deze weg de kennis en ervaring van Stichting Service
Médical optimaal benut wordt en goed geborgd zal blijven, niet alleen voor eigen gebruik
door de Stichting, maar ook als bijdrage aan het te ontwerpen en in te voeren model.
Ik zal de Vereniging voor Sportgeneeskunde in de uitvoering van dit project steunen.
Ik blijf van opvatting dat rechtstreekse financiële steun aan Stichting Service Médical
niet nodig is. Een daartoe strekkende subsidieaanvraag van de kant van Stichting Service
Médical heb ik dan ook afgewezen. Stichting Service Médical heeft in de afgelopen
jaren immers voldoende financiële steun gehad om op eigen benen te kunnen staan. Daarnaast
vind ik het niet passend om in het voorziene verloop van het door de Vereniging voor
Sportgeneeskunde uit te voeren project binnen de branche van aanbieders van zorg Stichting
Service Médical als enige financieel te steunen.
Zoals gezegd wordt aan het plan van aanpak nog gewerkt en kan ik u daar na de zomer
nader over informeren.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers