29 035
Wijziging van enkele belastingwetten c.a. (Overige fiscale maatregelen 2004)

nr. 9
AMENDEMENT VAN DE LEDEN BUSSEMAKER EN VENDRIK

Ontvangen 10 november 2003

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

I

In artikel IV worden voor onderdeel A twee onderdelen ingevoegd, luidende:

0A. Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid worden na onderdeel d twee onderdelen ingevoegd, luidende:

e. werkloze: degene die langer dan 6 maanden zonder onderbreking als werkloos werkzoekende staat ingeschreven bij de Centrale organisatie werk en inkomen, genoemd in hoofdstuk 4 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen;

f. arbeidsgehandicapte: de arbeidsgehandicapte als bedoeld in artikel 2 van de Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten;.

2. In het vierde lid wordt «de artikelen 6 en 16b» vervangen door: de artikelen 6, 9, 10 en 16b.

0B. Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt na onderdeel a een onderdeel ingevoegd, luidende:

b. de afdrachtvermindering werklozen en arbeidsgehandicapten;.

2. In het derde lid wordt «De afdrachtvermindering onderwijs» vervangen door: De afdrachtvermindering werklozen en arbeidsgehandicapten, de afdrachtvermindering onderwijs.

II

Artikel IV, onderdeel A, wordt vervangen door:

A. Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt na onderdeel a een onderdeel ingevoegd, luidende:

b. de afdrachtvermindering werklozen en arbeidsgehandicapten per kalenderjaar: € 5000.

2. In het eerste lid, onderdeel c, wordt «€ 2485» vervangen door: € 2500. Voorts wordt «€ 1583» vervangen door: € 1500.

III

In artikel IV wordt na onderdeel A een onderdeel ingevoegd, luidende:

Aa. Na artikel 7 wordt een nieuw hoofdstuk ingevoegd, luidende:

HOOFDSTUK IV AFDRACHTVERMINDERING WERKLOZEN EN ARBEIDSGEHANDICAPTEN

Artikel 8.1. De afdrachtvermindering werklozen en arbeidsgehandicapten is van toepassing met betrekking tot de werknemer voor wie de inhoudingsplichtige beschikt over een verklaring werkloze of een verklaring arbeidsgehandicapte en wiens loon in het desbetreffende loontijdvak niet meer bedraagt dan diens toetsloon voor dat tijdvak. Het toetsloon voor de afdrachtvermindering werklozen en arbeidsgehandicapten bedraagt:

a. ten aanzien van de werknemer die bij aanvaarding van de dienstbetrekking de leeftijd van 50 jaar niet heeft bereikt € 20 533 per kalenderjaar;

b. ten aanzien van de werknemer die bij aanvaarding van de dienstbetrekking de leeftijd van 50 jaar heeft bereikt € 23 559 per kalenderjaar.

2. De afdrachtvermindering werklozen en arbeidsgehandicapten is met betrekking tot een werknemer gedurende de eerste 18 maanden na de aanvang van de dienstbetrekking van toepassing.

Artikel 9.1. De verklaring werkloze is een schriftelijk stuk waarin door een bij ministeriële regeling aan te wijzen instantie is verklaard dat de werknemer direct voorafgaand aan de aanvang van de dienstbetrekking een werkloze is.

2. De verklaring arbeidsgehandicapte is een schriftelijk stuk waarin door een bij ministeriële regeling aan te wijzen instantie is verklaard dat de werknemer direct voorafgaand aan de aanvang van de dienstbetrekking een arbeidsgehandicapte is.

3. De verklaring werkloze en de verklaring arbeidsgehandicapte bevatten het sociaal-fiscaalnummer van de werknemer.

4. De verklaring werkloze en de verklaring arbeidsgehandicapte worden kosteloos afgegeven.

5. De inhoudingsplichtige bewaart een afschrift van de verklaring werkloze en de verklaring arbeidsgehandicapte bij de loonadministratie.

6. Bij ministeriële regeling worden nadere regels gesteld met betrekking tot de verklaring werkloze en de verklaring arbeidsgehandicapte.

Artikel 10. Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld ter bevordering van een goede uitvoering van dit hoofdstuk.

IV

Artikel IV, onderdeel D, wordt vervangen door:

D. Artikel 31 wordt vervangen door:

Artikel 31. 1. Bij het begin van het kalenderjaar worden de in de artikelen 7, 8, 14, derde lid, en 16b vermelde toetslonen en de in artikel 16b vermelde maximumbedragen van de afdrachtvermindering betaald ouderschapsverlof vervangen door andere.

2. Het in artikel 7 toetsloon wordt gesteld op 110,5 percent van het twaalfvoud van het in artikel 8, eerste lid, onderdeel a, van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag bedoelde bedrag, verminderd met het werknemersaandeel in de premie ingevolge de Werkloosheidswet en vermeerderd met het werkgeversaandeel in de premie ingevolge de Ziekenfondswet.

3. De in artikel 8, eerste lid, tweede volzin, onderdeel a, en artikel 14, derde lid, vermelde toetslonen worden gesteld op 130 percent van het twaalfvoud van het in artikel 8, eerste lid, onderdeel a, van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag bedoelde bedrag, verminderd met het werknemersaandeel in de premie ingevolge de Werkloosheidswet en vermeerderd met het werkgeversaandeel in de premie ingevolge de Ziekenfondswet.

4. Het in artikel 8, eerste lid, tweede volzin, onderdeel b, vermelde toetsloon wordt gesteld op 150 percent van het twaalfvoud van het in artikel 8, eerste lid, onderdeel a, van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag bedoelde bedrag, verminderd met het werknemersaandeel in de premie ingevolge de Werkloosheidswet en vermeerderd met het werkgeversaandeel in de premie ingevolge de Ziekenfondswet.

5. Het in artikel 16b, eerste lid, laatstvermelde bedrag wordt gesteld op 70 percent van het twaalfvoud van het in artikel 8, eerste lid, onderdeel a, van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag bedoelde bedrag, verminderd met het werknemersaandeel in de premie ingevolge de Werkloosheidswet en vermeerderd met het werkgeversaandeel in de premie ingevolge de Ziekenfondswet. De overige in artikel 16b, eerste lid, vermelde bedragen worden dienovereenkomstig vastgesteld op basis van de desbetreffende krachtens artikel 8, derde lid, van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag bepaalde minimumjeugdlonen.

6. Het in artikel 16b, tweede lid, laatstvermelde bedrag wordt gesteld op 70 percent van het twaalfvoud van het in artikel 8, eerste lid, onderdeel a, van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag bedoelde bedrag, verminderd met het werknemersaandeel in de premie ingevolge de Werkloosheidswet en vermeerderd met het werkgeversaandeel in de premie ingevolge de Ziekenfondswet. De overige in artikel 16b, tweede lid, vermelde bedragen worden dienovereenkomstig vastgesteld op basis van de desbetreffende krachtens artikel 8, derde lid, van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag bepaalde minimumjeugdlonen.

7. Indien ingevolge een van de sociale-verzekeringswetten een premie wordt ingehouden waarvan het percentage per bedrijfstak verschilt, wordt voor de toepassing van het tweede tot en met zesde lid het percentage in aanmerking genomen dat wordt vastgesteld krachtens artikel 9, vierde lid, van de Algemene Ouderdomswet.

Toelichting

Hier wordt een administratief eenvoudige afdrachtvermindering geïntroduceerd te weten: de afdrachtvermindering werklozen en arbeidsgehandicapten. De inhoudingsplichtige kan deze afdrachtvermindering toepassen met betrekking tot een werknemer die een loon heeft dat niet hoger is dan het toetsloon en voor wie hij over een verklaring werkloze of over een verklaring arbeidsgehandicapte beschikt. De afdrachtvermindering kan worden toegepast gedurende de eerste 18 maanden na indiensttreding van de werknemer. De afdrachtvermindering beloopt € 5 000 per werknemer per kalenderjaar. Dit betekent een maximum afdrachtvermindering per werknemer van € 7 500 in een periode van 18 maanden.

Het toetsloon is € 20 533 voor werknemers onder de 50 jaar en € 23 559 voor werknemers van 50 jaar en ouder. Genoemde bedragen zijn overigens niet de bedragen die feitelijk in 2004 als toetsloon zullen gelden omdat de bedragen per 1 januari nog worden geïndexeerd.

Het bedrag van de afdrachtvermindering en het toetsloon gelden voor werknemers met een overeengekomen arbeidsduur van 36 uur per week. Voor werknemers met een overeengekomen arbeidsduur of voor werknemers zonder vaste overeengekomen arbeidsduur worden beide bedragen naar evenredigheid vastgesteld.

De afdrachtvermindering werklozen en arbeidsgehandicapten treedt met ingang van 1 januari 2004 in werking. Voor werknemers die per 1 januari 2004 reeds in dienst zijn maar onmiddellijk voorafgaand aan de indiensttreding een werkloze danwel een arbeidsgehandicapte waren, kan de afdrachtvermindering worden toegepast voorzover de dienstbetrekking nog geen 18 maanden bestaat.

Dit amendement leidt tot een budgettaire derving van 535 mln. in 2004 en 460 mln. structureel in 2005, die wordt gedekt uit diverse milieuheffingen.

Bussemaker

Vendrik

Naar boven