nr. 5
NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG
Ontvangen 4 november 2003
Met belangstelling hebben wij kennis genomen van het verslag van de vaste
commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
De leden van de D66-fractie hebben een aantal vragen gesteld. Deze worden
als volgt beantwoord.
Artikel I Arbeidsomstandighedenwet 1998
De leden van de D66-fractie willen weten of er zicht op bestaat of de
bestaande regels over risico-inventarisatie en -evaluatie (ri&e) voldoende
inzichtelijk en uitvoerbaar zijn, en in hoeverre ze ook daadwerkelijk uitgevoerd
worden.
Artikel 5 van de Arbeidsomstandighedenwet 1998 verplicht de werkgever
tot het opstellen van een ri&e, inclusief een plan van aanpak met voorgenomen
maatregelen. De actualiteit van de ri&e en de uitvoering van het plan
van aanpak komt – op basis van een jaarlijkse rapportage – in
het overleg met de werknemers(vertegenwoordiging) aan de orde.
Van alle werkgevers beschikt 78% over een ri&e; werkgevers met minder
dan tien werknemers blijven iets achter maar ook daar beschikt inmiddels 74%
over een ri&e. Verwezen wordt naar de SZW begroting 2004 (artikel 13,
tabel 13.3). De afgelopen jaren was er een forse stijging; recent is de groei
wat afgevlakt.
In de afgelopen jaren heeft de Arbeidsinspectie 2495 maal een boete opgelegd
op grond van genoemd artikel 5, c.q. het niet aanwezig zijn van een getoetste
ri&e.
De verplichtingen tot werknemersbetrokkenheid behoren tot het civielrechtelijke
terrein van arbeidsverhoudingen tussen werkgever en werknemers. In 90% van
de gevallen vindt met de ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiging
overleg plaats over het plan van aanpak1.
Voor de daadwerkelijke uitvoering – vooral in de kleinere bedrijven –
worden de nodige acties door het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
(SZW) ingezet. Het gaat om handhaving en stimulansen voor ontwikkeling en
voorlichting. Recente en komende acties zijn de volgende. In projecten met
MKB Nederland en in het kader van arboconvenanten met sociale
partners is het tot stand brengen van branche ri&e instrumenten gestimuleerd.
In maart 2003 is met SZW-subsidie de website www.rie.nl geopend, vooral voor
het midden- en kleinbedrijf. Ondernemingen vinden hier ongeveer 200 modellen
en branche-instrumenten om zelf aan de slag te gaan voor hun ri&e. De
site is en komt onder de aandacht door een folder, artikelen in branchebladen
en verbindingen met andere voor ondernemingen relevante sites. De eerste 20
dagen trok de site 5500 unieke bezoekers. In het kader van haar arbo-activiteitenplan
wordt met MKB Nederland gewerkt aan een basis ri&e model voor kleinere
bedrijven. Thans wordt samen met TNO Arbeid een elektronische basis ri&e
ontwikkeld, welke te zijner tijd ook op genoemde website beschikbaar wordt
gesteld. Ook geeft MKB Nederland, met steun van het SZW, voorlichting op maat
in een informatiereeks«Arbo in de praktijk». Een folder en artikelen
in bladen geven een nieuwe impuls aan algemene voorlichting.
Voor de handhaving geldt dat bij het opzetten van inspectieprojecten door
de Arbeidsinspectie inspectiepunten worden gekozen op basis van de meest omvangrijke
risico's in de betreffende bedrijfstakken. De ri&e is als basisverplichting
standaard onderwerp van arbo-inspecties. Bij het ontbreken van de ri&e
wordt direct een boeterapport opgesteld. Alleen in heel specifieke projecten
kan hiervan worden afgezien (bijv. bij vakantiewerk en hit-and-run acties).
Als dan echter overtredingen op de werkvloer worden geconstateerd, wordt alsnog
op aanwezigheid van de ri&e gecontroleerd en bij het ontbreken daarvan
een boeterapport opgesteld.
Artikel II Arbeidtijdenwet
De leden van de D66-fractie vragen zich af wat de concrete praktische
gevolgen zijn van het opnemen van de registratieverplichting in artikel 8:2
van de Arbeidstijdenwet en wie (die dat tot dusverre niet deden) hierdoor
worden gedwongen tot registratie.
Er zijn geen concrete praktische gevolgen van het opnemen van de registratieverplichting
in artikel 8:2 van de Arbeidstijdenwet. De registratie van arbeids- en rusttijden
is een bestaande verplichting voor werkgevers en het in ernstige mate niet
naleven daarvan kan reden zijn om een bevel tot staken van de arbeid te geven.
Door middel van de voorgestelde aanpassing van artikel 8:2, tweede lid,
wordt beoogd te verduidelijken dat het in ernstige mate niet naleven van de
registratieverplichting beschouwd moet worden als een overtreding als bedoeld
in dit artikel.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
A. J. de Geus
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
M. Rutte