28 973 Toekomst veehouderij

Nr. 204 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 oktober 2018

De vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit heeft mij verzocht een reactie te geven op de brief van de gemeente Gemert-Bakel, waarin zij aandacht vraagt voor de effecten van het verbod op pelsdierhouderij in haar gemeente. In deze reactie ga ik op het verzoek van de commissie in.

In genoemde brief stelt de gemeente Gemert-Bakel dat de pelsdierhouderij sterk vertegenwoordigd is in haar gemeente. Hierdoor is de economische impact van de Wet verbod pelsdierhouderij in de gemeente relatief groot. Ook stelt de gemeente dat de pelsdierhouderij weinig tot geen mogelijkheden worden geboden voor invulling van een andere toekomst en vraagt zij steun om de effecten van het verbod op de pelsdierhouderij op te kunnen vangen.

De Wet verbod pelsdierhouderij voorziet in flankerend beleid voor de afbouw van de pelsdierhouderij. Het betreft een subsidieregeling voor een tegemoetkoming in de kosten voor sloop en ombouw van de pelsdierhouderijen, voor fiscale voorzieningen voor ondernemers die over gaan naar een andere onderneming en een hardheidsclausule waarmee een tegemoetkoming kan worden gegeven aan pelsdierhouders die op 1 januari 2014 55 jaar of ouder waren, waarbij zich als gevolg van de wet onbillijkheden van overwegende aard voordoen ten aanzien van de pensioenvoorziening. In totaal reserveert mijn ministerie € 28 miljoen in de periode tot 2024 voor dit beleid. Hiernaast heb ik besloten (Kamerstuk 28 973, nr. 200) om € 8 miljoen extra te reserveren voor flankerende maatregelen in het kader van de Wet verbod pelsdierhouderij. Na overleg met de pelsdiersector zal ik de precieze besteding vaststellen, die in ieder geval in overeenstemming moet zijn met de toepasselijke staatssteunrechtelijke voorwaarden.

De sector heeft mij onder meer aandacht gevraagd voor de sociaaleconomische gevolgen van het houderijverbod voor de ondernemers, medewerkers en hun gezinnen in de pelsdierhouderij. Daarom heb ik de sector uitgenodigd om een sociaaleconomisch plan op te stellen, gericht op advisering, kennisoverdracht, omscholing, beroepsopleidingen en voorlichting. De sector zal mede rekening houden met en aansluiten bij de mogelijkheden die al vanuit provincies en gemeentes beschikbaar zijn om ondernemers en werknemers bij te staan. De ideeën en mogelijkheden van de gemeente Gemert-Bakel kunnen hierbij worden betrokken en onderling worden afgestemd.

De gemeente Gemert-Bakel stelt verder dat de pelsdiersector in vergelijking met andere veehouderijsectoren vaak buiten bestaande regelingen valt. Anders dan in enkele andere sectoren is in de pelsdierhouderij geen sprake van een stelsel van productierechten (fosfaatrechten of dierrechten). Pelsdieren behoren daarmee tot de overige diercategorieën waarop dit niet van toepassing is.

Ook is de uitstoot naar de omgeving van ammoniak-, fijnstof- en geuremissie in de pelsdiersector laag of niet vastgesteld. Daardoor zijn de mogelijkheden voor ombouw van een voormalige pelsdierlocatie naar een andere diercategorie beperkt als dit gepaard gaat met een hogere belasting. De mogelijkheden voor ombouw zijn daarmee ook sterk locatie- en omgevinggebonden.

Een afschrift van deze brief stuur ik naar het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Gemert-Bakel.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten

Naar boven