nr. 33
AMENDEMENT VAN HET LID ATSMA
Ontvangen 21 oktober 2003
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
In artikel I wordt na onderdeel I een nieuw onderdeel ingevoegd, luidende:
Ia
Na artikel 3.12 wordt een nieuw artikel ingevoegd luidende:
Artikel 3.13
Onverminderd artikel 3.12, is het college bevoegd om op eigen initiatief
maatregelen te nemen die gericht zijn op de verwezenlijking van de in artikel
8, tweede, derde of vierde lid van richtlijn nr. 2002/21/EG genoemde
doelstellingen. Op de voorbereiding van een besluit van het college en op
het besluit van het college is Algemene wet bestuursrecht van toepassing.
Toelichting
Artikel 5, vierde lid, van Richtlijn 2002/19/EG schrijft voor dat de lidstaten
er voor zorgen dat de nationale regelgevende instantie de bevoegdheid heeft
«op eigen initiatief» dan wel, bij gebreke van overeenstemming
tussen ondernemingen, indien één van betrokken partijen daarom
vraagt in te grijpen ter waarborging van de doelstellingen van artikel 8,
van Richtlijn 2002/21/EG, zulks overeenkomstig het bepaalde in de richtlijn
en met inachtneming van de procedures van de artikelen 6, en 7, 20, en 21,
van Richtlijn 2002/21/EG.
Op grond van de thans vigerende Telecommunicatiewet is het College van
de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit aangewezen als de nationale
regelgevende instantie in de zin van artikel 5, vierde lid, van Richtlijn
2002/19/EG.
De Telecommunicatiewet voorziet thans in een regeling – artikel
3.11, van de wet – op grond waarvan OPTA de bevoegdheid heeft de regels
vast te stellen die tussen partijen hebben te gelden met betrekking tot het
gebruik van antenne-opstelpunten, antennes en antennesystemen. Aan het ingrijpen
van opta is verbonden dat partijen in onderhandelingen geen overeenstemming
hebben kunnen bereiken of indien de rechthebbende op de infrastructuur weigert
enige onderhandeling te voeren. OPTA heeft dus de bevoegdheid om achteraf
in te grijpen in een geschil tussen marktpartijen.
Artikel 5, vierde lid, van de richtlijn verlangt evenwel ook dat OPTA
«op eigen initiatief» moet kunnen ingrijpen zonder dat sprake
is van een conflict tussen marktpartijen. De huidige Telecommunicatiewet noch
het ontwerp voorzien in een dergelijke mogelijkheid. Deze wijziging strekt
derhalve ter uitvoering van en voldoening aan verplichting van communautair
recht.
Op zich zou in de nieuwe bepaling de tekst van artikel 8, van Richtlijn
2002/21/EG kunnen worden overgenomen. Ondergetekende heeft er voor gekozen
dat niet te doen en te volstaan met een verwijzing naar de tekst.
De artikelen 6, en 7, van Richtlijn 2002/21/EG geven voorschriften die
betrekking hebben op de totstandkoming van een maatregel die OPTA op eigen
initiatief neemt. Naar ons oordeel wordt aan die voorschriften voldaan door
op de totstandkoming van de maatregel en het besluit van OPTA al dan niet
een maatregel te nemen, de Algemene wet bestuursrecht van toepassing te verklaren.
Aldus is gewaarborgd dat de totstandkoming van een maatregel plaatsvindt met
inachtneming van voorschriften die de betrokkenheid van de partij tot wie
de maatregel is gericht, waarborgen. Zo wordt ook bereikt dat adequate rechtsbescherming
bestaat.
Atsma