28 851
Wijziging van de Telecommunicatiewet en enkele andere wetten in verband met de implementatie van een nieuw Europees geharmoniseerd regelgevingskader voor elektronische communicatienetwerken en -diensten en de nieuwe dienstenrichtlijn van de Commissie van de Europese Gemeenschappen

nr. 28
AMENDEMENT VAN HET LID ATSMA

Ontvangen 20 oktober 2003

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

In artikel I wordt na onderdeel S een nieuw onderdeel ingevoegd, luidende:

Sa

Aan artikel 5.2 wordt een nieuw lid toegevoegd, luidende:

6. Onze Minister stelt een algemene maatregel van bestuur op waarin richtlijnen worden gegeven voor de wijze waarop gemeenten de coördinatie als bedoeld in het eerste en tweede lid dienen te verrichten. De algemene maatregel van bestuur zal ten minste de volgende bepalingen bevatten:

a. het is niet toegestaan om aanbieders te verplichten om gebruik te maken van reeds bestaande faciliteiten;

b. het is niet toegestaan om voor coördinatiewerkzaamheden leges te heffen;

c. administratieve bijdragen dienen uitsluitend ter dekking van de administratiekosten voortvloeiend uit de noodzakelijke en daadwerkelijk verrichte werkzaamheden in het kader van de coördinatie volgens een objectieve transparante en evenredige verdeling, die extra administratiekosten en daarmee samenhangende bijdragen tot een minimum beperkt.

Toelichting

Met het oog op het bevorderen van het medegebruik van reeds bestaande voorzieningen bevat artikel 5.10 Tw de verplichting voor aanbieders van elektronische communicatienetwerken om over en weer te voldoen aan redelijke verzoeken tot het medegebruik van voorzieningen terzake van aanleg en instandhouding van kabels. Conform artikel 12 van richtlijn 2002/21/EG (Kaderrichtlijn) dient gedeeld gebruik van voorzieningen of het eigendom ervan te worden aangemoedigd. Evenwel dient voorkomen te worden dat een gemeente in het kader van de coördinatie het gebruik van bestaande voorzieningen kan verplicht kan stellen, aangezien dit verder gaat dan door de betrokken Richtlijn wordt voorgestaan en een belemmering oplevert van efficiënte investeringen in infrastructuur als bedoeld in artikel 8 lid 2 sub d van de Richtlijn. Bovendien is de mogelijkheid om een dergelijke verplichting op te leggen onwenselijk, aangezien hierdoor afbreuk wordt gedaan aan de ondernemingsvrijheid van de aanbieders en dit ongewenste gevolgen kan hebben voor de leverzekerheid van diensten. Indien de aanbieders kunnen worden verplicht op een locatie gebruik te maken van een gezamenlijke voorziening, levert dit in het geval van calamiteiten een onevenredige kans op het geheel uitvallen van communicatiediensten op, hetgeen in het kader van de bevorderen van de continuïteit van dienstverlening en het daaraan verbonden openbaar belang onwenselijk is.

Artikel 12 van Richtlijn 2002/20/EG (Machtigingsrichtlijn) bepaalt dat administratieve bijdragen die worden opgelegd aan ondernemingen die diensten aanbieden uitsluitend dienen ter dekking van de administratiekosten die voorvloeien uit het beheer, de controle en het toezicht op de gebruiksrechten. De te vragen bijdragen dienen uitsluitend betrekking te hebben op redelijkerwijs noodzakelijke en daadwerkelijk verrichte inspanningen in het kader van de coördinatie. Met de toevoeging van het zesde lid sub c aan artikel 5.2 Tw wordt beoogd dit artikel uit de richtlijn te implementeren.

Atsma

Naar boven