28 844 Integriteitsbeleid openbaar bestuur en politie

Nr. 50 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 10 juni 2011

Op 7 februari jl. stuurde ik de Kamer mijn reactie op de bevindingen en aanbevelingen van het rapport van onderzoeksbureau BMC over de bestuurscultuur in de gemeente Maasdriel (TK, 2010–2011, 28 844, nr. 48). De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken heeft mij daarop verzocht haar op de hoogte te houden van de voortgang bij de aanpak van de verbetering van de bestuurscultuur in de gemeente Maasdriel. Deze brief dient daartoe. Voor dit moment is gekozen omdat per 1 mei een nieuwe waarnemend burgemeester is benoemd, de heer D.W. de Cloe.

De commissaris van de Koningin van Gelderland, de heer C. Cornielje, heeft mij op de hoogte gehouden van de ontwikkelingen in de gemeente Maasdriel. Het BMC-rapport en de gesprekken die de commissaris naar aanleiding daarvan met alle betrokkenen heeft gevoerd, hebben geleid tot het aanstellen van twee externe informateurs begin maart 2011: de heer D.W. de Cloe en prof. dr. A.F.A. Korsten. Zij kregen van de wethouders de opdracht te onderzoeken of verbreding van de huidige coalitie en in het verlengde daarvan het huidige college van burgemeester en wethouders, een oplossing zou vormen voor de problematiek zoals geschetst in het BMC-rapport. Zij stelden een informatierapport op, «Maasdriel: van bestuurlijke noodtoestand naar bestuurlijke deugdelijkheid», dat op 29 maart 2011 aan de gemeenteraad werd aangeboden.

Het rapport bevestigt het beeld van de al eerder door BMC vastgestelde bestuurscultuur in Maasdriel. De informateurs stelden verder vast dat de typering van de bestuurscultuur door betrokkenen ook breed erkend wordt. Op basis van hun bevindingen hebben de informateurs een aantal aanbevelingen geformuleerd. De kern van deze aanbevelingen is dat bestuurlijke vernieuwing tot stand dient te komen op alle niveaus: in het college van burgemeester en wethouders, in de gemeenteraad, in de ambtelijke organisatie, in de externe oriëntatie van Maasdriel en dat daarvoor een samenhangend pakket aan maatregelen noodzakelijk is. Een van de aanbevelingen is dat alle wethouders hun zetels ter beschikking stellen en er een nieuw college op bredere grondslag dient te worden gevormd. Een andere aanbeveling is om één of meer externe formateurs aan te stellen met als opdracht om een nieuw college te vormen. Op 29 maart 2011 heeft de gemeenteraad het rapport van de informateurs unaniem aanvaard en hebben alle wethouders hun ontslag aan de raad aangeboden. De informateurs kregen vervolgens van het college het verzoek om een nieuw college te vormen met inachtneming van de gedane aanbevelingen. De formateurs hebben een totaalpakket met een groot aantal intenties, besluiten en maatregelen voor het gemeentebestuur van Maasdriel opgesteld. Hoewel er zeker op hoofdlijnen overeenstemming bestond over de meeste punten, kon er echter geen overeenstemming worden bereikt over de noodzakelijk geachte verbreding van de coalitie, anders dan dat de zittende coalitie bereid is haar werk voort te zetten. Ook over de vernieuwing van de gemeenteraad door het terugtreden van raadsleden en over het voorstel om te komen tot een college met vier externe wethouders kon geen raadsbrede overeenstemming worden bereikt. De aanbevelingen zijn besproken in de gemeenteraad op 21 april 2011 en zijn door een raadsmeerderheid aanvaard.

In overleg met de fractievoorzitters uit de gemeenteraad heeft de commissaris van de Koningin het volgende traject ingezet. Per 1 mei is de heer De Cloe benoemd als waarnemend burgemeester met als opdracht het formatierapport ter verbetering van de bestuurlijke situatie in Maasdriel volledig uit te voeren en de commissaris van de Koningin regelmatig te informeren over de voortgang. De coalitiepartijen hebben besloten dat één wethouder niet en drie van de vier zittende wethouders (PvdA, VVD en SSM) wel als wethouder zouden terugkeren. Inmiddels is er ook een wethouder van buiten de raad benoemd.

Dit is de huidige stand van zaken, die ik voor dit moment bevredigend acht. Relevante punten in de voortgang zijn:

  • Vorderingen met betrekking tot de handhaving. Er is een plan van aanpak handhaving. Gedeputeerde Esmeijer van Gelderland heeft een projectgroep opgezet die de handhaving ter hand neemt en het project loopt vooralsnog volgens planning.

  • Er ligt een totaalpakket aan uit te voeren maatregelen van de gemeente zelf. Dit dient als basis voor de verbetering van de bestuurlijke situatie in Maasdriel.

  • De gemeente is nu met de nieuwe waarnemend burgemeester een nieuwe fase ingegaan. Deze heeft een duidelijke opdracht meegekregen. Vanuit de provincie is tijdelijk personele ondersteuning ter beschikking gesteld. De commissaris verwacht dat de gemeenteraad en de wethouders bereid zijn tot medewerking. De waarnemend burgemeester en de gemeente krijgen nu eerst de kans om orde op zaken te stellen en het totaalpakket aan maatregelen uit te voeren.

  • Bemoedigend is ook dat vanuit de gemeenteraad de nieuwe raadsleden aangeven dat zij verandering wensen. Zij willen op een andere manier met elkaar omgaan.

Ik acht het gewenst dat de vinger aan de pols van de gemeente gehouden blijft. De commissaris van de Koningin doet dit al intensief. De commissaris houdt mij regelmatig op de hoogte van de voortgang van de bovengestelde actiepunten van het gemeentebestuur van Maasdriel.

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

J. P. H. Donner

Naar boven