28 844 Integriteitsbeleid openbaar bestuur en politie

Nr. 48 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 7 februari 2011

De Vaste Commissie voor Binnenlandse Zaken heeft mij verzocht om een reactie op de bevindingen en aanbevelingen van het rapport van onderzoeksbureau BMC over de bestuurscultuur in de gemeente Maasdriel en deze aan Uw Kamer te doen toekomen.

Het rapport spreekt naar mijn mening voor zichzelf. Het is een verslag van bevindingen en analyse van de bestuurscultuur van de gemeente Maasdriel, voorzien van aanbevelingen. Het rapport is gebaseerd op interviews met politieke en ambtelijke betrokkenen binnen de gemeente. Het geeft een beeld «van binnen uit» en aan betrokkenen wordt – zoals de onderzoekers stellen – een spiegel voorgehouden.

In de afgelopen jaren waren er signalen dat de bestuurscultuur in Maasdriel problematisch is. Er hebben zich verschillende incidenten voorgedaan die voor de gemeente aanleiding zijn geweest tot het instellen van integriteitsonderzoeken. In dit verband kan worden genoemd het integriteitsonderzoek dat in het voorjaar van 2010 door Berenschot is ingesteld op een tweetal dossiers. Het betrof de kwesties van het gebruik door een wethouder van het gemeentelijke adressenbestand voor een mailing in het kader van de gemeenteraadsverkiezingen en de handelwijze van lokale politici bij de besluitvorming rond een bedrijventerrein in Maasdriel. Op 2 november 2010 heeft het BING een onderzoeksrapport uitgebracht inzake een wachtgeldregeling van een wethouder, die naar aanleiding daarvan is opgestapt.

De zorgwekkende signalen die uit verschillende hoek op het ministerie afkwamen waren op 1 april 2010 aanleiding voor de toenmalige staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, mevrouw Bijleveld-Schouten, om de commissaris van de Koningin van Gelderland te verzoeken haar te informeren over de bestuurlijke situatie in Maasdriel. Hieruit kwam een zorgwekkend beeld naar voren over de bestuurlijke situatie. Om die reden heeft de staatssecretaris aan het gemeentebestuur van Maasdriel op 11 augustus 2010 een brief gestuurd waarin zij heeft aangegeven dat zij van de gemeente een aantal verbeteracties verwacht, in ieder geval het vaststellen van gedragscodes integriteit voor politieke ambtsdragers en voor ambtenaren, waarover de gemeente nog niet bleek te beschikken, en handhavend optreden in ieder geval op twee campings. Voorts is de gemeente geadviseerd tot het instellen van een onderzoek naar haar functioneren en meer in het bijzonder naar de politiek-bestuurlijke cultuur in de gemeente.

Op instigatie van de commissaris van de Koningin is dit onderzoek nu uitgevoerd.

Het BMC-rapport biedt het culturele substraat voor een aantal incidenten. Er liggen eerdere rapporten van Berenschot en van het BING. Er zijn aanwijzingen van handhavingstekorten in de ruimtelijke ordening en op milieugebied. Er zijn zorgen geuit door de commissaris van de Koningin. Dan tekent zich langzamerhand een ernstig beeld af. Dat beeld is dat in Maasdriel de zuivere werking van het politiek-democratische stelsel zoals vervat in de Gemeentewet wordt gefrustreerd door de rolvervulling van wethouders en raad. Het gaat hier derhalve niet alleen om een politieke cultuur en de negatieve gevolgen daarvan, maar ook om tekortschietende handhaving van wetten en regels in de ruimtelijke ordening en op milieugebied.

Ik acht het dringend geboden dat er op al deze gebieden verbeteringen gaan plaatsvinden. De commissaris van de Koningin heeft mij op 17 januari jl. geïnformeerd dat hij aan de gemeenteraad van Maasdriel heeft aangegeven dat hij een verbeterplan verwacht en vóór 1 april wil vernemen hoe de gemeente de problemen gaat oplossen. Daarmee is de gemeente in de gelegenheid gesteld om zelf te gaan werken aan verbeteringen en verantwoordelijkheid te nemen voor goed bestuur. Echter, ik wil op voorhand niet uitsluiten dat ik gebruik zal maken van radicale interventies zoals het aanstellen van een regeringscommissaris als bevindingen omtrent het verdere verloop daartoe aanleiding geven.

De commissaris van de Koningin heeft een actieve en stevige rol vervuld richting de gemeente. Ik heb hem mijn steun toegezegd bij de bestuurlijke rol die hij op zich heeft genomen. Ik heb hem verzocht mij regelmatig te informeren over de voortgang die Maasdriel boekt.

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

J. P. H. Donner

Naar boven