Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 7 februari 2011
De Vaste Commissie voor Binnenlandse Zaken heeft mij verzocht om een reactie op de bevindingen en aanbevelingen van het rapport
van onderzoeksbureau BMC over de bestuurscultuur in de gemeente Maasdriel en deze aan Uw Kamer te doen toekomen.
Het rapport spreekt naar mijn mening voor zichzelf. Het is een verslag van bevindingen en analyse van de bestuurscultuur van
de gemeente Maasdriel, voorzien van aanbevelingen. Het rapport is gebaseerd op interviews met politieke en ambtelijke betrokkenen
binnen de gemeente. Het geeft een beeld «van binnen uit» en aan betrokkenen wordt – zoals de onderzoekers stellen – een spiegel
voorgehouden.
In de afgelopen jaren waren er signalen dat de bestuurscultuur in Maasdriel problematisch is. Er hebben zich verschillende
incidenten voorgedaan die voor de gemeente aanleiding zijn geweest tot het instellen van integriteitsonderzoeken. In dit verband
kan worden genoemd het integriteitsonderzoek dat in het voorjaar van 2010 door Berenschot is ingesteld op een tweetal dossiers.
Het betrof de kwesties van het gebruik door een wethouder van het gemeentelijke adressenbestand voor een mailing in het kader
van de gemeenteraadsverkiezingen en de handelwijze van lokale politici bij de besluitvorming rond een bedrijventerrein in
Maasdriel. Op 2 november 2010 heeft het BING een onderzoeksrapport uitgebracht inzake een wachtgeldregeling van een wethouder,
die naar aanleiding daarvan is opgestapt.
De zorgwekkende signalen die uit verschillende hoek op het ministerie afkwamen waren op 1 april 2010 aanleiding voor de toenmalige
staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, mevrouw Bijleveld-Schouten, om de commissaris van de Koningin
van Gelderland te verzoeken haar te informeren over de bestuurlijke situatie in Maasdriel. Hieruit kwam een zorgwekkend beeld
naar voren over de bestuurlijke situatie. Om die reden heeft de staatssecretaris aan het gemeentebestuur van Maasdriel op
11 augustus 2010 een brief gestuurd waarin zij heeft aangegeven dat zij van de gemeente een aantal verbeteracties verwacht,
in ieder geval het vaststellen van gedragscodes integriteit voor politieke ambtsdragers en voor ambtenaren, waarover de gemeente
nog niet bleek te beschikken, en handhavend optreden in ieder geval op twee campings. Voorts is de gemeente geadviseerd tot
het instellen van een onderzoek naar haar functioneren en meer in het bijzonder naar de politiek-bestuurlijke cultuur in de gemeente.
Op instigatie van de commissaris van de Koningin is dit onderzoek nu uitgevoerd.
Het BMC-rapport biedt het culturele substraat voor een aantal incidenten. Er liggen eerdere rapporten van Berenschot en van
het BING. Er zijn aanwijzingen van handhavingstekorten in de ruimtelijke ordening en op milieugebied. Er zijn zorgen geuit
door de commissaris van de Koningin. Dan tekent zich langzamerhand een ernstig beeld af. Dat beeld is dat in Maasdriel de
zuivere werking van het politiek-democratische stelsel zoals vervat in de Gemeentewet wordt gefrustreerd door de rolvervulling
van wethouders en raad. Het gaat hier derhalve niet alleen om een politieke cultuur en de negatieve gevolgen daarvan, maar
ook om tekortschietende handhaving van wetten en regels in de ruimtelijke ordening en op milieugebied.
Ik acht het dringend geboden dat er op al deze gebieden verbeteringen gaan plaatsvinden. De commissaris van de Koningin heeft
mij op 17 januari jl. geïnformeerd dat hij aan de gemeenteraad van Maasdriel heeft aangegeven dat hij een verbeterplan verwacht
en vóór 1 april wil vernemen hoe de gemeente de problemen gaat oplossen. Daarmee is de gemeente in de gelegenheid gesteld
om zelf te gaan werken aan verbeteringen en verantwoordelijkheid te nemen voor goed bestuur. Echter, ik wil op voorhand niet
uitsluiten dat ik gebruik zal maken van radicale interventies zoals het aanstellen van een regeringscommissaris als bevindingen
omtrent het verdere verloop daartoe aanleiding geven.
De commissaris van de Koningin heeft een actieve en stevige rol vervuld richting de gemeente. Ik heb hem mijn steun toegezegd
bij de bestuurlijke rol die hij op zich heeft genomen. Ik heb hem verzocht mij regelmatig te informeren over de voortgang
die Maasdriel boekt.
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
J. P. H. Donner