28 844 Integriteitsbeleid openbaar bestuur en politie

Nr. 186 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 4 juli 2019

In vervolg op mijn brief van 12 oktober 20181 informeer ik uw Kamer over de voortgang van de versterking van de integriteit van het lokaal bestuur en de aanpak van aanhoudende bestuurlijke problemen bij gemeenten.

Herkenning in de bestuurspraktijk

Het versterken van de integriteit van het lokaal bestuur en de aanpak van aanhoudende bestuurlijke problemen is volop in ontwikkeling. Het belang van integere bestuurders en volksvertegenwoordigers staat hoog op de agenda. Integriteit van politieke ambtsdragers was een belangrijk thema bij de verkiezingen van de provinciale staten en de waterschappen op 20 maart jl. Er werd veel aandacht besteed aan het proces van screening van kandidaten. Ik constateer een sterk toegenomen aandacht voor bestuurlijke integriteit. Het onderwerp is van dermate groot belang dat dit om permanente bewustwording en actie vraagt.

Bestuurlijke producten

Op 4 maart 2019 heb ik de Handleiding basisscan integriteit voor kandidaat-bestuurders aan uw Kamer aangeboden.2 De Handleiding beoogt opdrachtgevers en uitvoerders van risicoanalyses een standaard te bieden, zonder de ruimte voor lokaal maatwerk weg te nemen. Dit moet leiden tot meer eenduidigheid in de voorbereiding, uitvoering en borging van integriteitsanalyses voor bestuurders. Uit navraag bij de commissarissen van de Koning die kort na de verkiezingen is gedaan, blijkt dat de handreiking in vrijwel alle provincies is gebruikt. In de tweede helft van 2019 wordt een meer uitgebreide evaluatie uitgevoerd naar het gebruik en de bruikbaarheid van de handleiding. Op basis van deze evaluatie en de ervaringen in de praktijk kunnen waar nodig aanpassingen worden aangebracht.

Een voorstel voor verscherpte screening van burgemeesters en commissarissen van de Koning, als Kroonbenoemde ambtsdragers, wordt momenteel in overleg met de AIVD uitgewerkt. Voorts wordt momenteel ook gewerkt aan digitale kennis- en leermodulen rond het thema integriteit. Deze modulen zullen kort na het zomerreces voor alle categorieën volksvertegenwoordigers van decentrale overheden beschikbaar komen. Op deze manier kunnen zij zich op een laagdrempelige en interactieve manier het toepasselijk kader eigen maken en oefenen met dilemma’s. Doordat de leeromgevingen openbaar zijn, is deze informatie ook toegankelijk voor overige geïnteresseerden. Zoals eerder aangekondigd heb ik de opdracht gegeven tot het ontwikkelen van een escalatieladder bij bestuurlijke problemen. Deze is thans in concept gereed wordt momenteel bestuurlijk afgestemd. De escalatieladder is erop gericht inzichtelijk te maken welk bestuursorgaan op welk moment welke mogelijkheden heeft om problematische situaties te voorkomen dan wel zo effectief mogelijk op te lossen als deze zich toch voordoen. Het uiteindelijke product zal breed worden verspreid.

Wetgeving

Wat de voorgenomen wetgeving betreft, is de planning enigszins bijgesteld. Uit vragen en casussen uit de bestuurspraktijk, blijkt een behoefte aan aanpassing en verduidelijking van de wettelijke regeling inzake geheimhouding; ook de VNG heeft hier aandacht voor gevraagd. Mede hierom blijkt meer tijd nodig voor een zorgvuldige afweging en afstemming. Een eerste tranche aan wetgeving zal na de zomer in consultatie gaan. Dit wetsvoorstel omvat zoals eerder aangegeven in ieder geval de volgende onderdelen:

  • het verplicht stellen van een VOG voor bestuurders;

  • het aanpassen en verduidelijken van de bepalingen onverenigbare betrekkingen, verboden handelingen en stemonthouding, zowel voor volksvertegenwoordigers als bestuurders;

  • het vergroten van de mogelijkheden voor de commissaris van de Koning om zich een oordeel te kunnen vormen over een situatie, naar voorbeeld van het Duitse «Unterrichtungsrecht»;

  • het bij vertegenwoordigende organen met een beperkte omvang verruimen van de mogelijkheid van herverdeling van zetels in geval van lijstuitputting.

Voor de begrotingsbehandeling zal ik uw Kamer informeren over de resterende acties en maatregelen zoals aangekondigd in mijn brief van 19 maart 2018.3 Het betreft dan de volgende onderwerpen:

  • de ontmoediging van afsplitsingen, naar aanleiding van nog te voeren overleg met VNG en IPO;

  • een eventuele wettelijke integriteitsregeling, waarvoor het juridische en bestuurlijke onderzoek zo goed als afgerond is;

  • de positie van de waarnemend burgemeester;

  • de mogelijkheden met betrekking tot uitbreiding van de gronden om uit het kiesrecht ontzet te worden en het verbod op het bekleden van een bestuurlijke functie.

  • Tijdens het Mondelinge Vragenuur van 2 juli jl. heb ik tevens de toezegging gedaan de modelgedragscode integriteit, een gezamenlijk product van BZK, VNG, IPO en UvW, te evalueren en indien nodig te herzien (Handelingen II 2019/19, nr. 100, mondelinge vragen van het lid Den Boer.

Voor zover de hiervoor genoemde onderwerpen tot wetgeving leiden, zal ik deze in een wetsvoorstel tweede tranche opnemen, welk voorstel dan in 2020 in procedure zal gaan.

Ik zal mij ervoor blijven inspannen dat het thema hoog op de agenda blijft staan. Over het toegenomen besef in de bestuurspraktijk ben ik zeer tevreden. Het totale pakket aan acties en maatregelen is robuust en omvangrijk, de uitwerking daarvan vereist dan ook een zorgvuldige afweging en afstemming. In goede dialoog met het openbaar bestuur ben ik hiermee aan de slag.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren


X Noot
1

Kamerstuk 28 844, nr. 156.

X Noot
2

Kamerstuk 28 844, nr. 173.

X Noot
3

Kamerstuk 28 844, nr. 146

Naar boven