28 824
Landelijk Kader Nederlandse Politie

29 628
Politie

nr. 34
VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG

Vastgesteld 29 oktober 2007

De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties1 en de vaste commissie voor Justitie2 hebben op 26 september 2007 overleg gevoerd met minister Ter Horst van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en minister Hirsch Ballin van Justitie over:

– de brief van de minister van BZK d.d. 29 juni 2007 over ontwikkeling politiesterkte in 2006 (28 824, nr. 33);

– de brief van de ministers van BZK en van Justitie d.d. 13 juli 2007 over landelijke prioriteiten politie 2008–2011 (29 628 en 28 824, nr. 50);

– de brief van de ministers van BZK en van Justitie d.d. 13 juli 2007 over samenwerkingsafspraken (30 880, nr. 6).

Van dit overleg brengen de commissies bijgaand samenvattend verslag uit.

Vragen en opmerkingen uit de commissies

Mevrouw Kuiken (PvdA) is positief gestemd over de verbetering van de veiligheid, maar heeft ook een aantal punten van zorg.

– De komende vijftien jaar zal de politie door de vergrijzing te kampen krijgen met een grote uitstroom. Tevens is er een zorgwekkende uitstroom van jongeren en allochtonen. Sommige vacatures zijn nu al niet te vervullen.

– Het duurt ruim een jaar voordat een opleiding tot agent kan worden gestart.

– Zijn de arbeidsvoorwaarden, de functiewaardering en de opleiding nog wel voldoende om de politiesterkte in de toekomst te waarborgen? Is al met de bonden gesproken over de functiewaardering in relatie tot de arbeidsvoorwaarden?

– Wanneer worden de programma’s op het gebied van cybercrime, georganiseerde criminaliteit enz., die in het Landelijk Kader Nederlandse Politie worden aangekondigd, precies ingevuld? Hoe wordt de politie op basis van deze programma’s afgerekend?

– Zullen de kwalitatieve afspraken van het Landelijk Kader ertoe leiden dat de verantwoordingsmechanismen jegens de minister minder worden? De PvdA-fractie zal controleren of de bureaucratie bij de politie vermindert.

– Is er bij de afzonderlijke korpsen voldoende draagkracht voor de explosief groeiende lasten van de ICT? Opereert de vts PN (voorziening tot samenwerking Politie Nederland) voldoende vraaggericht?

– Wordt er gezorgd voor snellere wervingsprocedures? Niet alleen in de instroom, maar ook in de doorstroom van agenten zou voor diversiteit worden gezorgd.

De heer Brinkman (PVV) constateert dat de centrale inkoop voor de politie, door de vts PN, feitelijk geen centrale inkoop is, omdat geld van de regio’s naar de vts PN wordt gesluisd, waarna de regio’s precies aangeven welke merken en types zij willen hebben. Hij pleit voor de aanschaf van één merk portofoon, één merk gsm, enz.

– Wat aan landelijke prioriteiten wordt aangegeven, is vaag en weinig concreet. De burger wil weten hoe de buurtcriminaliteit, de harde criminaliteit enz. worden aangepakt. Een van de problemen is dat elke regio maar doet waar ze zin in heeft en dat er geen regie en controle zijn.

– Wie gaat de 500 extra wijkagenten betalen, nu de besparing op de politie van 100 mln. gewoon doorgaat? Zij worden vooral toegedeeld aan de 40 WWI-wijken, terwijl juist ook wijken in de buitengebieden en de provincies het nu heel moeilijk gaan krijgen.

– De term «buurtgericht werken» is eigenlijk een vorm van volksverlakkerij. De wijkagent let vooral op de leefbaarheid van de wijk, maar de korpsbeheerder rekent hem af op de aantallen bonnen en aanhoudingen. Als het om kwaliteit zou gaan, moet worden gedacht aan gerichte acties, waarbij korpsen gericht worden op soorten criminaliteit.

– De burger zou direct de beschikking moeten krijgen over een bepaald percentage van de capaciteit van de politie, door een buurtsheriff te kiezen, die niet gehouden is aan bonnenquota en aantallen aangehouden verdachten, maar direct de politiecapaciteit in de buurt aanstuurt. Daarop wordt hij dan bij verkiezingen afgerekend door de burger.

– De Ferwerdamethode en de Kalsbeeknorm bij de bestrijding van de jeugdcriminaliteit staan voor een cijfermatige aanpak van problemen die veel dieper gaan. Zij leiden tot veel bureaucratie. Informatie zou centraal, bij vts PN en het Nederlands Politie Instituut, moeten worden verwerkt. Het is overigens nog steeds moeilijk veelplegers onder de achttien naar een werkkamp te krijgen. De Kalsbeeknorm is alleen effectief als er ook gestraft wordt.

– De salarispositie van de Nederlandse politieman is ronduit beschamend. Een ervaren hoofdagent moet er soms een bijbaan bij nemen. De gouden balken zorgen wel goed voor zichzelf. Er kan best op een aantal punten bespaard worden, om de salarissen van de gewone politiemensen tot en met schaal 9 met € 200 netto in de maand te verhogen. De PVV-fractie zal het kabinet schriftelijk een aantal suggesties doen toekomen.

Mevrouw Griffith (VVD) hecht zeer aan de rapportage aan de Kamer over de sterkteontwikkeling, omdat de situatie zorgelijk is. De arbeidsmarkt wordt steeds krapper en de taakuitvoering door de politie wordt complexer. Welke twee korpsen zullen de afgesproken sterktedoelstelling voor 2010 niet halen? Wat gebeurt er tot die tijd?

– Wat is de reactie van de minister op het interview met de heer Woelders over het personeelstekort bij de recherche in Amsterdam? Wil de minister de resultaten van de Taskforce Personeelsvoorziening naar de Kamer sturen?

– Hoe wordt de bezuiniging van 100 mln. verdeeld over de korpsen? Wordt rekening gehouden met de gevolgen van het vorig jaar ingevoerde budgetverdeelsysteem? Hoe worden de intensiveringen verdeeld?

– Krijgen de grootste probleemwijken voorrang bij de verdeling van de 500 extra wijkagenten of wordt vooral gekeken naar de 40 wijken die mevrouw Vogelaar heeft aangewezen? Hoe gaat het kabinet sturing geven aan de verdeling van die 500 wijkagenten, gelet op de slechte samenwerking tussen de korpsen in het verleden?

– Wanneer worden de definitieve doelstellingen voortkomend uit de afspraken over landelijke prioriteiten per regio vastgesteld? Hoe verloopt het proces van vaststelling van landelijke prioriteiten voor het KLPD (Korps Landelijke Politiediensten)?

– Wil de minister de Kamer een nulmeting doen toekomen van de huidige situatie van de samenwerkingsafspraken, zolang er nog geen nationale politie is? Het lijkt erop dat sommige korpsen al de implementatie van de basisvoorziening handhaving, de basisvoorziening opsporing en de beschikbaarheid van Blue view hebben afgerond, terwijl dat wordt vermeld als een afspraak die pas eind 2008 moet zijn gerealiseerd. Kennelijk zijn afspraken gemaakt voor eind 2008 die in feite heel snel gerealiseerd kunnen worden.

De heer Voordewind (ChristenUnie) ziet in het beleidskader niets terug van het door de Kamer aangenomen amendement waarmee de regio’s verplicht werden om gemeentelijke inbreng te halen.

– Is het streven om te komen tot een aantal OM-verdachten van 250 909 (wat een raar aantal) per jaar wel een goed sturingsinstrument? Waarom heeft de minister het niet gelaten bij een verdachtenratio en celdagenequivalenten?

– Wat kan de politie doen om jongeren naar de jeugdzorg te geleiden, opvoedingsondersteuning aan te bieden of andere passende maatregelen te nemen? Wat is de betrokkenheid van de centra voor jeugd en gezin bij de veiligheidshuizen?

– De 500 extra wijkagenten zouden evenredig over het land moeten worden verdeeld. Wat doet de minister om de politiesterkte op het platteland op peil te houden? In hoeverre gaat er nu een uitrol van het Burgernet plaatsvinden?

– De ambities ten aanzien van de bestrijding van de internetcriminaliteit, in het bijzonder van kinderporno op het internet, zijn aan de magere kant. Kan de dekking van de kosten per vorm van cybercrime worden gespecificeerd? Wanneer is het in het hele land mogelijk aangifte te doen via internet?

– Kan de te verwachten leegloop bij de politie worden tegengegaan met plannen als Rinnooy Kan heeft gemaakt om het lerarentekort te bestrijden?

De heer Van Raak (SP) acht de uitkomst van de cao-onderhandelingen tussen de minister en de politievakbonden erg belangrijk voor de toekomst van het politievak. Van de politie komen onrustbarende berichten over de ontwikkeling van de politiesterkte. Als de doelstellingen voor de politiesterkte in 2010 al bijna zijn gehaald, zijn zij weinig ambitieus. Hoe komt het dan dat in sommige korpsen geklaagd wordt dat men de roosters voor nooddiensten niet ingevuld krijgt?

– De SP wil er 1500 wijkagenten bij. Hoe gaat de minister voorkomen dat de wijkagenten worden ingezet voor taken waarvoor zij niet zijn bedoeld? Er moet op een andere manier voor worden gezorgd dat er voldoende mensen zijn voor nooddiensten en evenementen.

– Door de prioritering worden veel nieuwe eisen gesteld aan de politiemensen, zonder dat wordt aangegeven hoe zij beter kunnen werken.

– De teksten over de onderlinge samenwerking tussen de verschillende korpsen zijn erg abstract. Heeft de minister voldoende inzicht in de praktijk?

– Kan de Kamer voor de begrotingsbehandeling een stuk krijgen over de bezuiniging van 100 mln.?

– Hoe gaat de minister van BZK ervoor zorgen dat nog in haar ambtsperiode de politiemensen geen bijbaantjes meer nodig hebben?

De heer Haverkamp (CDA) is er nog niet aan toe om akkoord te gaan met de prestatieafspraken 2008–2011, want het abstractieniveau is te hoog. Hij pleit voor een evaluatie van de afspraken halverwege 2008. Hoe een aantal belangrijke projecten wordt aangepakt, is nu nog vaag. Daar is gespecialiseerd politiepersoneel voor nodig. Zal dat een meer marktconform salaris krijgen? Wordt de gewenste arbeidsmobiliteit niet bevorderd als men in dienst treedt van de landelijke politie? Is er een concrete vertaling van de conclusies van de Taskforce?

– Welke plaats krijgen de groeiregio’s in het budgetverdeelsysteem?

– Zijn de samenwerkingsafspraken voor 2008 wel ambitieus? Een aantal wordt in 2008 zelfs maar voor de helft geïmplementeerd.

– Hoe kunnen buitengewone opsporingsambtenaren enz. meer worden betrokken bij het politiewerk?

Antwoord van de bewindslieden

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties erkent dat er op termijn reden is voor zorgen omtrent de sterkte van de politie. Met de korpsbeheerders is afgesproken dat de capaciteit van de Politieacademie wordt verhoogd van 2000 naar 2300. Er komt een programma om talentvolle allochtonen voor de politie vast te houden. Er worden exitgesprekken met vertrekkende allochtonen gevoerd om een goed beeld van hun motieven te krijgen. Er zullen afspraken worden gemaakt over een landelijke bundeling van werving en selectie, om de procedure voor het begin van de opleiding te versnellen. Dat moet voor eind 2008 in orde zijn.

– Er gaat een functiewaarderingsonderzoek plaatsvinden. Er zou nu een beleidsarme cao kunnen worden afgesloten, waarna de effecten van het functiewaarderingsonderzoek in een volgende cao aan de orde komen. Er zal dan worden gekeken naar vergelijkbare functies in de samenleving en naar de zwaarte van het beroep. De noodzaak en het karakter van het vervullen van nevenfuncties verdienen aandacht. Er wordt niet gestreefd naar marktconforme salarissen, al zullen die voor sommige gespecialiseerde functies soms wel nodig zijn.

– De korpschefs en korpsbeheerders zijn bij de totstandkoming van de programma’s van vts PN betrokken. De vts is van de korpsen zelf, dus daarin zal voldoende deskundigheid gebundeld zijn. Zo nodig kunnen zij extra deskundigheid inhuren. De doelstelling van vts is onder andere dat er één ICT-systeem komt. De korpsen moeten 13% van hun budget aan ICT besteden.

– De korpsen zullen minder tijd kwijt zijn om zich tegenover het kabinet te verantwoorden.

– Getracht wordt in de doorstroming van agenten voor diversiteit te zorgen.

– Door de gezamenlijke inkoop worden reeds besparingen behaald. Door beperking van het aantal merken en types dat bij vts PN beschikbaar is, moeten meer besparingen tot stand komen.

– Er is bewust gekozen voor een beperkt aantal landelijke prioriteiten, vooral voor bestrijding van overlast voor de burgers op wijkniveau en stadsniveau.

– De 500 forensisch assistenten en de 500 wijkagenten worden over de korpsen verdeeld volgens het bestaande verdelingssysteem. Er is bij die verdeling geen verband met de wijze waarop die korpsen samenwerken. Maar 15 van de 40 WWI-wijken behoren tot de meest onveilige wijken in Nederland. De politiekorpsen zelf bepalen in de driehoek hoe zij die capaciteit inzetten. Omdat in die driehoek weldenkende mensen zitten, mag aangenomen worden dat de 500 wijkagenten worden ingezet waar de veiligheidsproblemen het grootst zijn.

– De politie en de veiligheidsketen zijn ontzien bij de bezuinigingen. Met het DB KBB (Dagelijks Bestuur Korpsbeheerdersberaad) is afgesproken dat zo weinig mogelijk wordt bezuinigd op het personeel en zeker niet op operationeel personeel. De Kamer zal een brief ontvangen over de afspraken met de korpsbeheerders. Aangegeven zal worden hoe het kabinet kan zien dat de bezuinigingen ook daadwerkelijk plaatsvinden.

– In het Nederlandse vertegenwoordigende stelsel wordt de gemeenteraad geacht de wensen van de burgers in te brengen. Verkiezing van een wijksheriff is niet nodig.

– De Kamer blijft de informatie over de sterkteontwikkeling bij de politie ontvangen. Amsterdam-Amstelland heeft een achterstand, die het in 2010 ingelopen hoopt te hebben. Daartoe zijn nu 1307 aspiranten in opleiding gegaan. De door de heer Woelders gesignaleerde achterstand wordt veroorzaakt doordat nogal wat mensen vertrekken naar andere korpsen of andere organisaties. Voorts zijn gedurende een bepaalde periode geen nieuwe mensen aangenomen.

– Op het moment wordt de laatste hand gelegd aan de rapportage van de Taskforce Personeelsvoorziening, die voor het eind van het jaar aan de Kamer wordt gezonden.

– Het KLPD zal zijn prioriteiten voor 1 november vaststellen. De Kamer wordt op de hoogte gebracht. Ook het KLPD loopt achter met het op sterkte brengen van zijn formatie.

– Als er voldoende gegevens voor een nulmeting van de huidige situatie van de samenwerkingsafspraken zijn, krijgt de Kamer een overzicht.

– De politie verwijst al, volgens sommige korpsbeheerders te vaak, naar de jeugdzorg. Soms komen politie, jeugdzorg, centrum voor jeugd en gezin, Openbaar Ministerie en verslavingszorg bij elkaar om op casusniveau te spreken.

– In vijf korpsen wordt ervaring opgedaan met Burgernet. Daarna vindt de landelijke uitrol plaats.

– De prestatieafspraken 2008–2011 hebben een hoog abstractieniveau omdat er maar een paar zijn geformuleerd. De samenwerking en de resultaten op het punt van de doelstellingen zullen apart worden geëvalueerd.

– Er zal worden nagegaan of de positie van buitengewone opsporingsambtenaren sterk is veranderd en of dat een gewenste ontwikkeling is. De Kamer hoort daar nog voor de begrotingsbehandeling van.

– Met het korpsbeheerdersberaad is afgesproken dat vragen over seksuele intimidatie worden meegenomen in de tevredenheidsonderzoeken onder de medewerkers van de korpsen. Eens per vier jaar kan daarover aan de Kamer worden gerapporteerd.

De minister van Justitie deelt mee dat met de veiligheidshuizen goede ervaringen zijn opgedaan en dat het beleid verder wordt ontwikkeld. Het eerste veiligheidshuis is in Tilburg opgezet. Elders zijn er andere in gebruik genomen of varianten ervan. Het algemene kenmerk is dat er zeer gericht wordt opgetreden. Het is de bedoeling om de formule in het hele land te gaan toepassen. Er zal een wetsvoorstel komen om de regierol van de gemeenten ten aanzien van het lokale veiligheidsbeleid te verankeren. Zij moeten dit beleid afstemmen met onder meer het OM, onderwijsinstellingen, centra voor jeugd en gezin en jeugdzorg.

– Er is belangrijke expertise ontwikkeld om de herkomst van cybercrime te ontdekken. 4,7 mln. is voldoende voor gemaakte en nog te maken plannen om cybercrime te bestrijden. Er wordt aan gewerkt om de providers bewust te maken van hun verantwoordelijkheid en hun eventuele strafbaarheid. Bij een ruimere begroting kunnen natuurlijk meer plannen worden ontwikkeld, maar de bewindslieden zijn ook verantwoordelijk voor het kabinetsbeleid als geheel. Binnenkort zal het kabinet reageren op de motie-Van Geel c.s.

– Per prestatieafspraak, met zo mogelijk één indicator, is er een verantwoordingsmechanisme. Zo kan het best sturing worden gegeven aan een politie die niet nationaal georganiseerd is, maar wel moet werken aan nationale prioriteiten, overeenkomstig de geldende wetgeving.

– De laatste vier jaar is gebleken dat de indicator OM-verdachte een goede impuls heeft gegeven aan de opsporing. OM en politie kunnen aan de hand van deze indicator goed oordelen over de prestatieafspraken. De celdagenequivalenten zeggen iets over de zwaarte van zaken, maar die vertonen grote regionale schommelingen. Bij de verschillende politiekorpsen wordt niet eenduidig gemeten. Daarom kan het best worden gewerkt met het criterium «verdachten die zijn aangeleverd bij het Openbaar Ministerie».

– Bij de aanpak van de jeugdcriminaliteit is de snelheid waarmee op een gepleegd feit wordt gereageerd belangrijk. Er is een grote verscheidenheid van vormen van jeugdcriminaliteit, waarop met heel verschillende middelen gereageerd moet kunnen worden. Een aaneenrijging van korte straffen heeft weinig zin. Daarom wordt in het Wetboek van Strafrecht een gedragsbeïnvloedende maatregel voor een lange periode opgenomen.

Toezeggingen

– De Kamer ontvangt voor de begrotingsbehandeling een brief over de afspraken die met de korpsbeheerders zijn gemaakt over de bezuiniging van 100 mln.

– De Kamer blijft de informatie over de sterkteontwikkeling bij de politie ontvangen.

– De rapportage van de Taskforce Personeelsvoorziening wordt voor het eind van het jaar aan de Kamer gezonden.

– De Kamer wordt op de hoogte gebracht van de prioriteiten die het KLPD vaststelt.

– Als er voldoende gegevens voor een nulmeting van de huidige situatie van de samenwerkingsafspraken zijn, krijgt de Kamer een overzicht.

– De Kamer krijgt voor de begrotingsbehandeling een notitie over de positie van bijzondere opsporingsambtenaren.

– Eens in de vier jaar wordt de Kamer gerapporteerd over omgangsvormen binnen de politie. Dat gebeurt op basis van de uitkomsten van medewerkerstevredenheidsonderzoeken onder medewerkers van de korpsen, eventueel aangevuld met onderzoek zoals uitgevoerd door de Rutgers Nisso groep. Ook seksuele intimidatie komt hierbij aan de orde.

De voorzitter van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Leerdam

De voorzitter van de vaste commissie voor Justitie,

De Pater-van der Meer

Adjunct-griffier van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Hendrickx


XNoot
1

Samenstelling:

Leden: Van Beek (VVD), Van der Staaij (SGP), De Pater-van der Meer (CDA), Van Bochove (CDA), Duyvendak (GroenLinks), Wolfsen (PvdA), Hessels (CDA), Gerkens (SP), Haverkamp (CDA), Leerdam (PvdA), voorzitter, De Krom (VVD), ondervoorzitter, Griffith (VVD), Irrgang (SP), Kalma (PvdA), Schinkelshoek (CDA), Van der Burg (VVD), Brinkman (PVV), Pechtold (D66), Van Raak (SP), Thieme (PvdD), Kuiken (PvdA), Leijten (SP), Heijnen (PvdA), Bilder (CDA) en Anker (ChristenUnie).

Plv. leden: Teeven (VVD), Van der Vlies (SGP), Van de Camp (CDA), Atsma (CDA), Van Gent (GroenLinks), Vermeij (PvdA), Knops (CDA), Polderman (SP), Spies (CDA), Wolbert (PvdA), Aptroot (VVD), Zijlstra (VVD), Van Gerven (SP), Van der Veen (PvdA), Çörüz (CDA), Ten Broeke (VVD), De Roon (PVV), Van der Ham (D66), Van Bommel (SP), Ouwehand (PvdD), Bouchibti (PvdA), De Wit (SP), Kraneveldt-van der Veen (PvdA), Van Haersma Buma (CDA) en Cramer (ChristenUnie).

XNoot
2

Samenstelling:

Leden: Van de Camp (CDA), De Wit (SP), Van Beek (VVD), Van der Staaij (SGP), Arib (PvdA), ondervoorzitter, De Pater-van der Meer (CDA), voorzitter, Çörüz (CDA), Wolfsen (PvdA), Joldersma (CDA), Gerkens (SP), Van Vroonhoven-Kok (CDA), Van Velzen (SP), Azough (GroenLinks), Griffith (VVD), Teeven (VVD), Verdonk (Lid Verdonk), Kalma (PvdA), De Roon (PVV), Pechtold (D66), Thieme (PvdD), Kuiken (PvdA), Leijten (SP), Bouwmeester (PvdA), Van Toorenburg (CDA) en Anker (ChristenUnie).

Plv. leden: Sterk (CDA), Langkamp (SP), Weekers (VVD), Van der Vlies (SGP), Van Dijken (PvdA), Schinkelshoek (CDA), Jager (CDA), Gill’ard (PvdA), Jonker (CDA), Roemer (SP), Jan de Vries (CDA), Abel (SP), Halsema (GroenLinks), Kamp (VVD), Van Miltenburg (VVD), Zijlstra (VVD), Dijsselbloem (PvdA), Fritsma (PVV), Koşer Kaya (D66), Ouwehand (PvdD), Spekman (PvdA), Van Gijlswijk (SP), Bouchibti (PvdA), Van Haersma Buma (CDA) en Slob (ChristenUnie).

Naar boven