28 807 Vogelpest (Aviaire influenza)

Nr. 226 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 28 april 2020

Op 25 maart (Kamerstuk 28 807, nr. 225) informeerde ik uw Kamer over de verlenging van de ophokplicht in verband met een nieuwe uitbraak van hoogpathogene vogelgriep in Noord-Duitsland, bij de grens met Groningen. Inmiddels is het vier weken geleden dat de ophokplicht verlengd werd. Ik heb daarom de deskundigengroep dierziekten verzocht de situatie opnieuw te beoordelen1.

De voorjaarstrek van watervogels is in volle gang. Een groot deel van de watervogels die in Nederland overwinteren, is inmiddels vertrokken uit Nederland. Daardoor zijn er minder wilde watervogels in Nederland dan in januari en februari. Ook is het risico van de zogenaamde «vorsttrek» nu niet meer aan de orde. Tevens zijn in deze tijd van het jaar, met warmer en droger weer, de omstandigheden ongunstiger voor het overleven van het virus in de omgeving.

Dit alles maakt dat de deskundigen de kans op insleep van hoogpathogene vogelgriep op Nederlandse pluimveebedrijven via wilde vogels laag inschatten.

Daarom zal ik de ophokplicht voor commercieel pluimvee per woensdag 29 april a.s. om 00:00 uur weer intrekken.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven