28 807 Vogelpestcrisis (Aviaire influenza)

Nr. 157 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 9 april 2013

In maart zijn er twee uitbraken van de milde variant van vogelgriep (laag pathogene aviaire influenza, LPAI) in Nederland vastgesteld, één in Lochem, Gelderland en één in Zeewolde, Flevoland. Naar aanleiding van deze twee uitbraken heeft het pluimveebedrijfsleven mij op 21 maart verzocht een ophok- of afschermplicht van twaalf weken voor commercieel gehouden pluimvee in te stellen.

Deskundigenadvies

Zoals ik in mijn brief van 29 maart jl. (Kamerstuk 28 807, nr. 156) heb aangegeven, heb ik – om het verzoek van de sector goed te kunnen beoordelen, de Groep van Deskundigen Pluimveeziekten om advies gevraagd. In deze brief heb ik aangegeven dat de Groep van Deskundigen vorig jaar het rapport van het Centraal Veterinair Instituut (CVI) en het Erasmus Medisch Centrum (EMC) over laagpathogene vogelgriep op pluimveebedrijven heeft beoordeeld en dat destijds de Groep van Deskundigen van mening was dat er onvoldoende wetenschappelijke informatie was om verdere maatregelen aan de uitkomsten van het CVI/EMC-rapport te verbinden, zoals een tijdelijke afschermplicht.

De Groep van Deskundigen Pluimveeziekten heeft in haar advies van 27 maart jl. vastgesteld dat op basis van de laatste twee uitbraken niet geconcludeerd kan worden dat de LPAI situatie op dit moment anders is dan in voorgaande jaren. Met mijn brief van 29 maart heb ik u het advies van de Groep van Deskundigen toegestuurd.

Historie

Sinds 2010 vinden we in Nederland jaarlijks enkele LPAI uitbraken. Omdat LPAI H5 en H7 in pluimvee kunnen muteren naar een hoog pathogene variant zijn deze eveneens bestrijdingsplichtig gemaakt. Het pluimvee op bedrijven met LPAI H5 en H7 worden daarom gedood en rondom het bedrijf wordt een beperkingsgebied met vervoersbeperkingen ingesteld. De systematiek en de wijze waarop we in Nederland LPAI opsporen en bestrijden is van een hoge kwaliteit en in lijn met Europese en mondiale richtlijnen en zorgt ervoor dat de diergezondheid en volksgezondheid niet in gevaar komen.

Van belang is dat tot nu toe nationaal en in de Europese Unie ophokken of afschermen nog nooit is ingezet om introducties van LPAI vanuit wilde vogels naar gehouden pluimvee te voorkomen. Mede met het oog hierop hebben ook mijn voorgangers geen ophokplicht ingesteld om introducties van LPAI vanuit wilde vogels naar gehouden pluimvee te voorkomen.

Wel zijn er Europese regels vastgesteld voor de voorwaarden waaraan de pluimveehouderij met uitloop (vrije uitloop, scharrelhouderij en biologische houderij) moet voldoen. Slechts onder bepaalde voorwaarden mag uitlooppluimvee binnen worden gehouden zonder dat de producten van deze dieren hun «uitloopstatus» verliezen. Kort samengevat is het instellen van een ophok- of afschermplicht, waarbij de pluimveeproducten de uitloopstatus behouden, Europees rechtelijk alleen mogelijk wanneer de overheid dit oplegt en wanneer er een veterinaire noodzaak voor is.

Internationaal overleg

De economische schade van de LPAI uitbraken is aanzienlijk. Er is economische schade voor de bedrijven die geconfronteerd worden met een uitbraak. Er worden kosten gemaakt voor de bestrijding. Er worden vervoersverboden ingesteld in de directe omgeving van de besmette bedrijven. Dit betreft gebieden van 1 of 3 km rondom het besmette bedrijf. Maar vooral de schade voor de exportsector is groot. Verschillende landen, met name Rusland, als een van de belangrijkste exportmarkten, verbieden de import uit delen van Nederland groter dan deze gebieden van 1 of 3 km.

Tegen deze achtergrond is er de laatste jaren regelmatig overleg met de Russische autoriteiten over het strenge importbeleid bij LPAI. Deze week is er op mijn verzoek een hoogambtelijk niveau overleg geweest met de Russische autoriteiten. In dit overleg hebben de Russische autoriteiten aangegeven bereid te zijn afspraken te maken over beperking van hun maatregelen tot de gebiedsomvang die Nederland instelt bij de bestrijdingsmaatregelen, en daarmee niet langer maatregelen te treffen voor gehele provincies in Nederland. Deze afspraken worden op korte termijn tussen de CVO’s van Nederland en Rusland nader uitgewerkt. Hiermee kan het belangrijkste exportprobleem – en de economische schade die dit met zich meebrengt – worden opgelost.

Ook heeft er overleg plaatsgevonden met de Europese Commissie. De Europese Commissie is geen voorstander van het instellen van een ophokplicht.

Afweging

De Groep van deskundigen geeft in haar recente advies aan dat de LPAI situatie op dit moment niet anders is dan in voorgaande jaren. Er is dan ook geen veterinaire noodzaak om nu – afwijkend van voorgaande jaren – een landelijke ophok- of afschermplicht in te stellen. Daarnaast worden op korte termijn met Rusland afspraken nader uitgewerkt om de economische schade fors te beperken. Gezien het advies van de Deskundigen en de uit te werken afspraken met Rusland, heb ik besloten geen landelijke ophok- of afschermplicht in te stellen. Ik vind het van groot belang dat op korte termijn er een structurele oplossing komt die LPAI-uitbraken op vrije uitloop bedrijven tot een minimum beperkt.

Ik heb de afgelopen weken twee keer met de pluimveesector overlegd en we waren het eens dat het structureel verminderen van het aantal LPAI-uitbraken van groot belang is. Ik zal mij daarom samen met het bedrijfsleven inzetten om het aantal LPAI-uitbraken op een andere, meer structurele wijze te verminderen.

Structurele maatregelen

Het verminderen van het aantal uitbraken LPAI is erg belangrijk.

Ik ga daarom op zeer korte termijn in overleg met de Europese Commissie over de ruimte binnen de Europese regelgeving voor een wijze van overkapping voor de buitenuitloop voor vrije uitlooplegpluimvee, scharrelvleeskuikens en biologische kippen waarbij de vrije uitloopstatus blijft behouden, en LPAI-uitbraken op vrije uitloopbedrijven tot een minimum worden beperkt. Ik zie daar goede mogelijkheden. Een dergelijke overkapping zal wel investeringen vergen. Wanneer dit ook Europees gezien een goede oplossing biedt, wil ik deze investeringen in het kader van het Gemeenschappelijk Landbouw Beleid financieel ondersteunen met een investeringssubsidie.

Daarnaast juich ik het toe dat de sector zelf ook maatregelen treft om LPAI-uitbraken te voorkomen. Het Productschap Pluimvee en Eieren is voornemens op korte termijn hygiënemaatregelen en voorschriften voor de inrichting van de buitenuitloop op te leggen door middel van een verordening. Tevens heeft het Productschap Pluimvee en Eieren een folder gepubliceerd met daarin adviezen over de hygiëne in en de inrichting van buitenuitlopen waarmee besmetting van LPAI voorkomen kan worden.

Daarnaast heeft het pluimveebedrijfsleven heeft de heer Kalden (oud-SG van LNV en oud-directeur van Staatsbosbeheer) aangezocht voor een inventarisatie van mogelijke structurele maatregelen onder alle betrokken partijen om de risico’s van LPAI-besmettingen voor de uitloophouderij te verminderen. Naar verwachting zullen de resultaten hiervan in mei worden voorgelegd aan de Stuurgroep Uitloop van het pluimveebedrijfsleven. Ik zal het bedrijfsleven waar mogelijk ondersteunen bij de uitwerking van de vervolgacties die hieruit voortvloeien.

Ik ben ervan overtuigd dat we met deze aanpak stappen zullen zetten in de strijd tegen LPAI en het aantal uitbraken zullen verminderen.

De staatssecretaris van Economische Zaken, S.A.M. Dijksma

Naar boven