28 807 Vogelpestcrisis (Aviaire influenza)

Nr. 140 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN, DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN, LANDBOUW EN INNOVATIE EN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 april 2012

Mede namens de minister van Veiligheid en Justitie, de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu en de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, berichten wij u als volgt.

Op maandag 23 april a.s. wordt een internationale expertbijeenkomst georganiseerd over het onderzoek naar het gemodificeerde vogelgriepvirus dat heeft plaatsgevonden in het Erasmus Medisch Centrum (Erasmus MC) te Rotterdam. Deze brief zet de inzet, het programma en het uitnodigingsbeleid voor deze bijeenkomst uiteen.

Vogelgrieponderzoek

Zoals u reeds werd bericht (d.d. 7 maart en 17 februari jl., Kamerstukken 28 807, nrs. 130 en 131), hebben onderzoekers van het Erasmus MC in opdracht van het Amerikaanse National Institutes of Health (NIH) aangetoond dat het relatief eenvoudig is het influenza A/H5N1 virus zo te veranderen dat het, met behoud van de pathogeniciteit, kan worden overgedragen tussen zoogdieren. Een vergelijkbare studie is uitgevoerd door viroloog dr. Kawaoka van de universiteit van Wisconsin en de universiteit van Tokio. De resultaten kunnen inhouden dat overdracht van dit virus tussen mensen mogelijk is.

NSABB advies

Een Amerikaanse onafhankelijke adviescommissie (National Science Advisory Board for Biosecurity (NSABB)) adviseerde in november 2011 de volledige onderzoeksresultaten niet te publiceren, vanwege de proliferatiegevoeligheid ervan. Het ging daarbij om twee manuscripten. Eén manuscript geschreven door dr. Kawaoka en één door prof. dr. Fouchier (Erasmus MC). Recent zijn de manuscripten aangepast en op 23 maart jl. kwam de NSABB op basis hiervan tot een herzien advies. De NSABB adviseerde de Amerikaanse overheid – overigens niet unaniem – dat de resultaten van het onderzoek van dr. Fouchier toch volledig gepubliceerd zouden moeten worden. De commissie adviseerde daarnaast het manuscript van dr. Kawaoka te publiceren. De Amerikaanse overheid zal naar aanleiding van dit advies een besluit nemen, maar heeft dat op dit moment nog niet gedaan.

Nederlandse inzet

Voor de uitvoer van gevoelige biologische agentia, zoals het vogelgriepvirus, is op basis van Europese wetgeving een vergunning vereist. Die vergunningplicht geldt ook voor de uitvoer van gedetailleerde informatie over het ontwikkelen of vervaardigen van pathogene micro-organismen zoals die genoemd worden in de bijlage van de Europese dual-use verordening. Het manuscript dat dr. Fouchier wil publiceren in het Amerikaanse tijdschrift Science bevat dergelijke gedetailleerde informatie, en dus is voordat het aangeboden kan worden een uitvoervergunning vereist. Dit geldt ook voor een derde manuscript dat dr. Fouchier, dr. Kawaoka en Britse onderzoeker dr. Smith (Cambridge University) inmiddels gezamenlijk schreven.

In tegenstelling tot de suggestie die recent in de media werd gewekt, is er nog geen besluit genomen over het al dan niet verlenen van een exportvergunning voor deze manuscripten.

Omdat moet worden voorkomen dat kennis in verkeerde handen kan worden misbruikt voor de ontwikkeling van een biologisch wapen, vindt het Nederlandse kabinet het essentieel dat er een zorgvuldige afweging aan het besluit tot het verlenen van een vergunning ten grondslag ligt. Ook een bijeenkomst van gezondheidsexperts bij de WHO gaf in februari jl. aan dat voordat tot publicatie kan worden overgegaan, onder meer zou moeten worden gekeken naar de belangrijke bioveiligheid- en biobeveiligingsaspecten van deze nieuw ontwikkelde kennis.

Op dit moment worden gesprekken gevoerd met vooraanstaande Nederlandse wetenschaps-, gezondheids- en veiligheidsexperts, die deze zorgvuldige afweging tot het al dan niet verlenen van een exportvergunning, voeden. Omdat een geschikt internationaal kader ontbreekt dat alle aspecten van dit onderzoek in zich verenigt, wordt een expertbijeenkomst georganiseerd over de risico’s en voordelen van het publiceren van de resultaten van het vogelgrieponderzoek op 23 april a.s. De verwachting is dat deze bijeenkomst tevens bijdraagt aan een beter begrip over hoe, ook in de toekomst, om te gaan met dit type onderzoek.

Programma

De expertbijeenkomst zal ruimte bieden aan alle aanwezigen om de verschillende aspecten rondom publicatie van dit onderzoek te belichten en hierover in discussie te gaan. In de bijlage1 bij deze brief vindt u het concept-programma voor de bijeenkomst.

Genodigden

Voor deze bijeenkomst zijn verschillende overheidsexperts op het gebied van non-proliferatie & biosecurity, en volksgezondheid & wetenschap uitgenodigd uit de bij dit onderzoek meest betrokken landen:

  • Verenigde Staten – financiert het onderzoek en het Amerikaanse tijdschrift Science wil het artikel van Nederlandse onderzoeker dr. Fouchier publiceren;

  • Japan – Japanse onderzoeker (dr. Kawaoka) verbonden aan de Amerikaanse universiteit van Wisconsin en de universiteit van Tokio voerde vergelijkbaar onderzoek uit en schreef daarnaast een manuscript met dr. Fouchier en dr. Smith;

  • Verenigd Koninkrijk – Britse onderzoeker (dr. Smith) schreef met dr. Fouchier en dr. Kawaoka een manuscript en Brits tijdschrift Nature wil het artikel van dr. Kawaoka over dit onderzoek publiceren;

  • Vietnam en Indonesië – virusmateriaal afkomstig uit deze landen werd gebruikt in de onderzoeken.

Tevens zijn uitgenodigd:

  • Onderzoekers (dr. Fouchier, dr. Kawaoka, dr. Smith);

  • Hoofdredacteuren van de tijdschriften Nature en Science;

  • WHO (dr. Fukuda, Ass. DG Health, Security and Environment);

  • Europese Commissie (DG SANCO);

  • Ondersteunende eenheid van het Biologische en Toxine Wapenverdrag.

Rond deze bijeenkomst zal ook van de gelegenheid gebruik gemaakt worden, verkennend met betrokken partijen te spreken over de lange termijn oplossingen die deze en soortgelijke casussen oproepen. Nederland is bijvoorbeeld geïnteresseerd in de Amerikaanse ervaringen met een adviescommissie zoals de NSABB.

De minister van Buitenlandse Zaken, U. Rosenthal

De staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, H. Bleker

De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E. I. Schippers


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven