28 760 Meerjarenplan Alfabetisering

Nr. 83 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 oktober 2018

Ik heb uw Kamer tijdens het algemeen overleg Laaggeletterdheid van 13 juni 2018 (Kamerstuk 28 760, nr. 71) toegezegd voor de begrotingsbehandeling van OCW te rapporteren over de uitkomsten van de «Dialoogdagen vervolgaanpak laaggeletterdheid». Middels deze brief doe ik deze toezegging gestand.

In juni dit jaar hebben meer dan 200 vertegenwoordigers van verschillende organisaties met elkaar gesproken over de aanpak van lage basisvaardigheden in Nederland. Onder andere waren vertegenwoordigers van bibliotheken, gemeenten, welzijnsorganisaties, werkgevers, taalaanbieders en laaggeletterden zelf aanwezig. Zij hebben benoemd welke elementen van de huidige aanpak goed werken, op welke terreinen nog winst valt te behalen en welke ideeën zij zelf hebben om het beleid te verbeteren. De problematiek rondom lage basisvaardigheden is en blijft weerbarstig. Alleen door samen te werken kunnen nieuwe stappen in de aanpak gezet worden. Ik ben daarom blij dat zoveel organisaties input hebben geleverd en hun betrokkenheid tonen.

Uit de Dialoogdagen blijkt dat de toegenomen aandacht voor het thema laaggeletterdheid een positieve impact heeft gehad. Veel meer organisaties, vrijwilligers en gemeenten dan enkele jaren geleden werken (samen) aan het ondersteunen van mensen met lage basisvaardigheden. En steeds vaker wordt ingezien dat het voorkomen van laaggeletterdheid bij kinderen hand in hand gaat met het verminderen van achterstanden bij volwassenen. Er wordt daarom op veel plekken zowel ingezet op het vergroten van leesplezier bij kinderen en jongeren als op het vergroten van de basisvaardigheden van hun ouders.

Verder is de afgelopen jaren meer samenwerking tot stand gekomen tussen gemeenten, cursusaanbieders, welzijnswerk, gezondheidszorg en de schuldhulpverlening. Dit werpt zijn vruchten af: mensen met lage basisvaardigheden worden eerder gevonden en krijgen contextgerichte ondersteuning.

De uitkomsten van de Dialoogdagen laten tegelijk zien dat er nog veel winst te behalen valt. Ondanks de inzet van de vele organisaties, professionals, vrijwilligers en de doelgroep zelf, blijft het aantal mensen met lage basisvaardigheden zeer groot. De deelnemers aan de Dialoogdagen hebben daarom aangegeven dat meer mensen met lage basisvaardigheden bereikt moeten worden dan nu het geval is. Dit geldt met name voor laaggeletterden met Nederlands als moedertaal. Ook is nog te weinig zicht op de kwaliteit en het effect van de verschillende trajecten die gemeenten aanbieden.

Verder is nog winst te behalen door een meer samenhangende gezinsaanpak waarin ouders en kinderen beiden ondersteund worden. Dit geldt ook voor de aansluiting tussen trajecten om basisvaardigheden te verhogen en beroepsgerichte opleidingen en cursussen. Een andere veelgenoemde ambitie is betere samenwerking in het sociaal domein, zodat meer cursisten via schuldhulpverlening, welzijn en de gemeentelijke diensten van werk en inkomen, gevonden en bereikt kunnen worden. Tot slot doen de deelnemers van de Dialoogdagen een oproep om werkgevers meer te betrekken en in te zetten voor de aanpak laaggeletterdheid. Een uitgebreid verslag van de Dialoogdagen is beschikbaar via www.telmeemettaal.nl.

Ik herken de uitkomsten van de Dialoogdagen. De innovatieve aanpakken, de vele samenwerkingsverbanden en de toegenomen aandacht voor het onderwerp en de doelgroep hebben een goede basis gelegd voor de aanpak van de komende jaren. Tegelijkertijd concludeer ik dat een grotere ambitie nodig is, gezien de omvang van de doelgroep, de noodzaak tot een meer samenhangende aanpak met andere beleidsterreinen en het beperkte zicht op de kwaliteit van trajecten. Samen met de Minister van VWS, de staatssecretarissen van SZW en BZK en de Vereniging Nederlandse Gemeenten ontwikkel ik op dit moment een vervolgaanpak waarmee we invulling geven aan onze gezamenlijke ambities en recht doen aan de opbrengsten van de Dialoogdagen. Ik bericht u over deze plannen in het voorjaar van 2019.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, I.K. van Engelshoven

Naar boven