28 760 Meerjarenplan Alfabetisering

Nr. 68 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 7 september 2017

In mijn brief van 24 februari 2017 heb ik aangegeven u de evaluatie van de wetswijziging volwasseneneducatie te doen toekomen zodra deze gereed is (Kamerstuk 28 760, nr. 67). De evaluatie is inmiddels afgerond en als bijlage met deze brief meegezonden¹.

Uit de evaluatie blijkt dat na de wetswijziging bijna alle gemeenten in arbeidsmarktregio’s zijn gaan samenwerken. Ook is er een meer divers educatieaanbod ontstaan, doordat gemeenten niet langer uitsluitend formele trajecten bij roc’s inkopen, maar in toenemende mate andere vormen van educatie aanbieden. Dit kunnen trajecten-op-maat voor specifieke doelgroepen via commerciële aanbieders zijn of laagdrempelige cursussen in bibliotheken of in samenwerking met welzijnsorganisaties. Gemeenten kunnen meer mensen bereiken wanneer het educatiebeleid beter verbonden is met het sociaal domein. Bijna de helft van de gemeenten is hiermee naar eigen zeggen redelijk op weg.

Van de bevraagde gemeenteambtenaren denkt meer dan de helft dat de continuïteit van educatie in hun gemeenten in gevaar komt als het budget voor volwasseneneducatie niet langer geoormerkt is. Gemeenten blijken daarnaast nog beperkt zicht te hebben op het bereik van hun educatiebeleid en het effect hiervan. Dit geldt met name voor de niet-formele trajecten. Het algemene beeld is wel dat het bereik onder laaggeletterden groeit, mede dankzij de succesvolle aanpak van het actieprogramma Tel mee met Taal.

Zoals ook in de brief van 24 februari 2017 aangegeven zal een nieuw kabinet een beslissing nemen over de toekomst van de volwasseneneducatie. Tot die tijd zal mijn ministerie met gemeenten en andere belanghebbenden de resultaten van de evaluatie bespreken. Mijn opvolger zal u nader informeren over de uitkomsten.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M. Bussemaker

---

1 Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl