28 694 Verpakkingsbeleid

Nr. 137 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 9 oktober 2020

Blikjes horen niet in het milieu thuis. Uit de zwerfafvalmonitor blijkt dat het gemiddeld aantal blikjes in het zwerfafval toeneemt. In de eerste helft van 2020 werden 19% meer blikjes geteld ten opzichte van de periode 2016/2017. Met uw Kamer ben ik van mening dat een gerichte aanpak nodig is om de hoeveelheid blikjes in het zwerfafval terug te dringen. Uw Kamer heeft zich bij moties van de leden Paternotte c.s.1 en Dik-Faber c.s.2 uitgesproken over de aanpak van blikjes in het zwerfafval. Ik voer beide moties uit met een tweesporenbeleid. Ik heb doelen gesteld van 70%-90% reductie van blikjes in het zwerfafval en 90% recycling van blikjes. Indien in de loop van 2021 blijkt dat deze doelen niet worden gehaald, wordt statiegeld op blikjes ingevoerd.

Als onderdeel van het tweesporenbeleid heb ik regelgeving in voorbereiding om statiegeld op blikjes – in het ontwerpbesluit aangeduid als metalen drankverpakkingen – als verplichting aan producenten op te kunnen leggen. In het kader van de op grond van artikel 21.6, vierde lid, van de Wet milieubeheer voorgeschreven voorhangprocedure, bied ik uw Kamer hierbij het ontwerp van het Besluit maatregelen metalen drankverpakkingen aan3. Ik bied het ontwerpbesluit gelijktijdig aan de Eerste Kamer aan. Het ontwerpbesluit wordt tevens door middel van een internetconsultatie gepubliceerd, waarbij eenieder in de gelegenheid wordt gesteld te reageren op het ontwerpbesluit.

Mijn inzet is om de voorhang voor het einde van 2020 af te ronden en het ontwerpbesluit aan de Raad van State aan te bieden. Het besluit kan dan uiterlijk 1 juli 2021 worden gepubliceerd. Uit het ontwerpbesluit volgt dat middels een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip tot invoering van statiegeld kan worden besloten, zodat er conform de wens van uw Kamer uiterlijk in het najaar van 2021 een knoop kan worden doorgehakt over statiegeld op blik. Bij het bepalen van het tijdstip van invoering van statiegeld op blik dient rekening te worden gehouden met minimaal één jaar invoeringstermijn en met de vaste verandermomenten voor regelgeving.

Het ontwerp van het Besluit maatregelen metalen drankverpakkingen dat door mij is opgesteld, is op hoofdlijnen gelijk aan het Besluit maatregelen kunststof drankflessen, waarmee uw Kamer begin vorig jaar heeft ingestemd. Het voorliggende ontwerpbesluit maakt producenten die water, frisdrank, bier en andere zwak-alcoholische dranken op de markt brengen, verantwoordelijk voor het opzetten van een statiegeldsysteem. Ter borging van het opzetten van een solide statiegeldsysteem bevat het ontwerpbesluit de verplichting om 90% van de in handel gebrachte metalen drankverpakkingen gescheiden in te zamelen. De minimale hoogte van het statiegeld wordt in een ministeriële regeling vastgesteld en zal gelijk zijn als het bedrag voor kleine plastic flessen, namelijk 15 cent.

Bijgevoegd vindt u de zwerfafvalmonitor over de eerste 6 maanden van 2020 zoals opgesteld door Rijkswaterstaat4. Daaruit blijkt dat in de drie metingen in 2020 het gemiddeld aantal blikjes per meetronde uitkomt op 2.071. Dit is een toename van 19% ten opzichte van het gemiddeld aantal blikjes in de jaren 2016/2017. Rijkswaterstaat zal ieder half jaar een zwerfafvalrapportage blijven opstellen. De rapportage over de laatste zes maanden van 2020, verwacht ik begin 2021 met uw Kamer te kunnen delen.

Tot slot is ter uitvoering van de motie van het lid Dik-Faber c.s.5, de hoeveelheid plastic in het milieu als gevolg van blikjes in het zwerfafval onderzocht. Hiertoe is The LCA-Centre uit Beuningen gevraagd onderzoek te doen naar de samenstelling van in het zwerfafval veel voorkomende blikjes. De resultaten van dit onderzoek zijn bijgevoegd6. Gemiddeld genomen over alle onderzochte blikjes bestond 2,0% van het (lege) gewicht van het blikje uit coating en inkt. Dit aandeel varieerde van 1,5% tot 2,6%. Gemiddeld gaat het om 0,3 gram coating plus inkt per blikje. Zonder de coating is een drankblikje niet geschikt voor de gewenste functionaliteit: het verpakken van diverse soorten dranken. Onder de aanname dat een deel van de blikjes in het zwerfafval mogelijk nooit opgeruimd wordt kan het risico van het vrijkomen van de coatings in het milieu niet worden uitgesloten. Ook dit vraagstuk onderstreept daarmee het belang om de hoeveelheid blikjes in het zwerfafval drastisch te verminderen.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, S. van Veldhoven-Van der Meer


X Noot
1

Kamerstuk 35 300 XII, nr. 33

X Noot
2

Kamerstuk 35 300 XII, nr. 39

X Noot
3

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

X Noot
4

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

X Noot
5

Kamerstuk 30 872, nr. 237

X Noot
6

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

Naar boven