28 684 Naar een veiliger samenleving

Nr. 719 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 december 2022

In het commissiedebat strafrechtelijke onderwerpen van 5 oktober 2022 (Kamerstuk 29 279, nr. 737) heb ik, naar aanleiding van een vraag van het lid Eerdmans (JA21), toegezegd een beleidsreactie te sturen bij de Veiligheidsmonitor 2021 en daarin te reflecteren op de financiële schade van criminaliteit en de beleving van slachtofferschap. Met deze brief kom ik, mede namens de Minister voor Rechtsbescherming, tegemoet aan deze toezegging.

Deze brief is een aanvulling op de Aanbiedingsbrief Veiligheidsmonitor 2021, die ik op 1 maart 2022 naar uw Kamer stuurde.1

Veiligheidsmonitor 2021

De Veiligheidsmonitor is een grootschalige enquête, uitgevoerd in opdracht van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en het Ministerie van Justitie en Veiligheid. Hierin worden onder meer de ervaren leefbaarheid en overlast in de woonbuurt, veiligheidsbeleving, slachtofferschap van veelvoorkomende traditionele criminaliteit2 en online criminaliteit3 en het oordeel van de burger over het optreden van de politie onderzocht. In 2021 hebben ruim 170 duizend personen van 15 jaar en ouder de vragenlijst ingevuld. Op 1 maart 2022 is de Veiligheidsmonitor 2021 verschenen.4 Aanvullend daarop publiceerde het CBS op 22 september 2022 een longread over de financiële schade van criminaliteit.5 Hierin wordt met name ingegaan op schade die door financiële dienstverleners zoals banken en verzekeraars wordt vergoed. Uit deze longread blijkt onder meer dat er in 2021 in de privésfeer in totaal 4,2 miljoen delicten gepleegd zijn die directe financiële schade als gevolg hadden. De totale financiële schade daarvan bedroeg in 2021 naar schatting 2,5 miljard euro.

Slachtofferschap kan een grote impact op het leven van slachtoffers hebben. Ik vind het daarom allereerst goed om te constateren dat er al jaren een daling van het gerapporteerde slachtofferschap van traditionele criminaliteit te zien is. Het ervaren slachtofferschap van traditionele criminaliteit is tussen 2012 en 2021 met 43 procent gedaald. Het aandeel van de bevolking dat zich in het algemeen weleens onveilig voelt, is in die periode met 13 procent gedaald. Het slachtofferschap van online criminaliteit is sinds 2012 daarentegen gestegen met 22 procent.6 Samen met de Minister voor Rechtsbescherming zet ik me in om slachtofferschap van zowel traditionele als online criminaliteit en de bijbehorende financiële schade de komende jaren (verder) omlaag te brengen.

Preventie en schadebeperking traditionele criminaliteit

Door middel van verschillende maatregelen wordt beoogd bewustwording bij burgers te creëren, om zo de kans op slachtofferschap te verkleinen. Op het gebied van traditionele criminaliteit gebeurt dat allereerst bijvoorbeeld door communicatie rondom inbraakwerende maatregelen en maatregelen die de kans vergroten dat gestolen spullen teruggevonden kunnen worden, zoals stopheling.nl en het gebruik van «Zoek mijn telefoon»-functies.

De helingbestrijding kan een bijdrage leveren om de schade van vermogenscriminaliteit te beperken, indien hierbij diefstalgevoelige goederen ontvreemd zijn. Voorwaarde is wel dat de slachtoffers hiervan aangifte doen en daarbij de (unieke) kenmerken van de ontvreemde goederen doorgeven. Deze informatie belandt near time (om de twee uur) in de database van Stop Heling. Burgers en bedrijven worden aangemoedigd een diefstalcheck via Stop Heling uit te voeren alvorens ze een aangeboden tweedehands product aanschaffen. Zodra zij op een product stuiten dat als gestolen geregistreerd staat, kunnen ze hiervan melding doen bij de politie. Ook met de registratieplicht (437Sr) via het Digitaal Opkopers Register wordt de kans op het terugvinden van ontvreemde goederen vergroot. Het Digitaal Opkopers Register is gekoppeld aan de database van Stop Heling en genereert automatisch notificatiemeldingen voor de politie als een gestolen product door een opkoper of handelaar verworven is. Ook kan de politie handmatig in het Digitaal Opkopers Register zoeken, als er diefstalgevoelige goederen zonder uniek nummer ontvreemd zijn en daarom niet in de database Stop Heling opgenomen zijn. Door de inzet van Stop Heling en het Digitaal Opkopers Register heeft de politie meer mogelijkheden om spullen op te sporen en te retourneren naar de gedupeerde of – als de schade inmiddels vergoed is – de verzekeraar. Bij uw Kamer is een wetsvoorstel aanhangig gemaakt om het gebruik van het Digitaal Opkopers Register landelijk verplicht te stellen voor de opkopers en handelaren in bij AMvB aangewezen diefstalgevoelige goederen.7

Preventie en schadebeperking online criminaliteit

Ik zet via verschillende maatregelen ook in op het verkleinen van de kans op slachtofferschap van online criminaliteit. Voor een overzicht van deze maatregelen verwijs ik u graag naar de recente Kamerbrieven over de integrale aanpak van respectievelijk cybercrime8 en online fraude9.

Specifiek op het gebied van online criminaliteit is in 2021 een aantal vernieuwingen doorgevoerd in de vragenlijst van de Veiligheidsmonitor. Door de vernieuwde vragenlijst is er onder andere een beter beeld van hoe vaak Nederlanders slachtoffer worden van online criminaliteit en de impact die deze vorm van criminaliteit heeft op slachtoffers. In het verlengde van de Veiligheidsmonitor verschijnt daarnaast in 2023 de eerste Monitor Online Criminaliteit. De Monitor Online Criminaliteit bevat elementen uit de Veiligheidsmonitor, aangevuld met andere vormen van online criminaliteit. Deze monitor zal tweejaarlijks worden uitgebracht in de even jaren – dus om en om met de Veiligheidsmonitor – zodat er een structureel beeld ontstaat.

De uitkomsten van deze twee monitoren geven zicht op trends en ontwikkelingen op het gebied van online criminaliteit. Dit helpt ons bepalen wat nodig is om online criminaliteit te voorkomen en aan te pakken.

Hulp voor slachtoffers

Als mensen slachtoffer worden van criminaliteit, is het belangrijk dat zij financiële schade vergoed krijgen. Dit zorgt voor materieel herstel, maar ook voor de erkenning van slachtofferschap en herstel van hun vertrouwen in de maatschappij. Uit de longread van CBS blijkt dat de grootste schade wordt geleden bij diefstal van fietsen en auto’s en bij vernieling aan de auto. Hier ligt in de eerste plaats een rol voor verzekeraars. Burgers kunnen ervoor kiezen hun voertuig te verzekeren. Daarnaast vind ik het belangrijk dat de dader die materiële en/of immateriële schade toebrengt aan iemand of de eigendommen van anderen de kosten daarvan – waar mogelijk10 – betaalt. Het verhalen van schade op daders kan plaatsvinden in zowel een strafrechtelijke als in een civielrechtelijke procedure. Ik licht dit verder toe in de brief «Toezeggingen CD Jaarwisseling en VKC-verzoek ADO Den Haag», die gelijktijdig met deze brief naar uw Kamer is gestuurd (Kamerstuk 25 232, nr. 72).

Voor andere acties op het gebied van slachtofferhulp bij online criminaliteit verwijs ik u opnieuw graag naar de eerder genoemde Kamerbrieven over de integrale aanpak van cybercrime en online fraude.

Ruim een kwart van de slachtoffers van traditionele criminaliteit en 18 procent van de slachtoffers van online criminaliteit heeft problemen op psychisch, lichamelijk of financieel gebied. Ik vind het belangrijk dat slachtoffers, als zij daar behoefte aan hebben, de juiste hulp krijgen. Zij kunnen hiervoor onder meer terecht bij Slachtofferhulp Nederland. SHN biedt kosteloos praktische, juridische en emotionele ondersteuning aan slachtoffers van een strafbaar feit. Voor meer informatie over de ontwikkelingen op het gebied van slachtofferbeleid verwijs ik u naar de Voortgangsbrief Slachtofferbeleid die de Minister voor Rechtsbescherming op 3 november 2022 naar uw Kamer heeft gestuurd.11

De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yeşilgöz-Zegerius


X Noot
1

Kamerstuk 28 684, nr. 692.

X Noot
2

Vormen van traditionele criminaliteit gemeten in de Veiligheidsmonitor 2021: geweldsdelicten, vermogensdelicten of vernielingen.

X Noot
3

Vormen van online criminaliteit gemeten in de Veiligheidsmonitor 2021: online oplichting en fraude, hacken, online bedreiging en intimidatie, overige online delicten.

X Noot
6

Het gaat hier om online criminaliteit gemeten door de oude vraagstelling. Het betreft: identiteitsfraude, koop- en verkoopfraude, hacken en online pesten. Zie de onderzoeksverantwoording van het CBS voor meer informatie over de gewijzigde onderzoeksopzet en de gevolgen die de wijzigingen hebben gehad voor de vergelijkbaarheid van de resultaten van de Veiligheidsmonitor.

X Noot
7

Kamerstuk 36 036.

X Noot
8

Kamerstuk 29 911, nr. 930.

X Noot
9

Kamerstuk 29 911, nr. 372.

X Noot
10

Een voorwaarde om schade op de dader te kunnen verhalen is het aantonen van bewijs dat de schade feitelijk door de dader is toegebracht. Daarnaast moet de dader bekend zijn.

X Noot
11

Kamerstuk 33 552, nr. 103.

Naar boven