28 684 Naar een veiliger samenleving

Nr. 556 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 11 april 2019

In de brief van 11 januari 2019 (Kamerstuk 28 684, nr. 547) heb ik u mede namens de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat geschreven dat het kabinet samen met andere maatschappelijke partijen de mogelijkheden verkent om tot een veiliger jaarwisseling te komen. In het kader van een onafhankelijke evaluatie zijn onderzoeken uitgevoerd zoals beschreven in de brief van 17 december 2018 (Kamerstuk 28 684, nr. 546). De eerder genoemde onderzoeken zijn bijna afgerond. Verder heb ik op 18 en 20 maart 2019 dialoogsessies georganiseerd. Hieraan namen diverse personen en vertegenwoordigers van organisaties deel, zoals burgemeesters, politie, brandweer, ambulancezorg, boa’s, het openbaar ministerie, het openbaar vervoer, het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, de vuurwerkbranche, Trimbos, jeugdwerkers, horeca en onderzoekers. Tevens heb ik op die dagen en op 4 april jl. gesprekken gevoerd met tientallen hulpverleners.

De uitkomsten van de gesprekken en de onderzoeken en de daaraan te verbinden conclusies wil ik nog bespreken met een aantal partijen en belanghebbende. Om die reden zal uw Kamer onze brief over de evaluatie van de jaarwisseling niet vóór het meireces, maar in de maand mei ontvangen. Ik acht het – gelet op de samenhang – van belang om in die brief de resultaten te betrekken van de enquête van de Centrale ondernemingsraad van de politie over incidenten gerelateerd aan de laatste jaarwisseling, waarnaar het lid Den Boer (D66) tijdens de regeling van werkzaamheden van 2 april jl. heeft gevraagd (Handelingen II 2018/19, nr. 69).

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

Naar boven