28 684 Naar een veiliger samenleving

28 741 Jeugdcriminaliteit

Nr. 462 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 1 maart 2016

Hierbij bied ik u de publicaties «Veiligheidsmonitor 2015» (hierna: VM) en de «Monitor Jeugdcriminaliteit over de periode 1997–2015» (hierna: MJC) aan1.

Veiligheidsmonitor 2015

De VM is een grootschalig jaarlijks terugkerend bevolkingsonderzoek, uitgevoerd in opdracht van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en het Ministerie van Veiligheid en Justitie, waarin onder meer de ervaren leefbaarheid en overlast in de woonbuurt, veiligheidsbeleving, slachtofferschap van veel voorkomende criminaliteit en cybercrime en het oordeel van de burger over het optreden van de politie worden onderzocht.

Stabiel beeld over 2015

De uitkomsten in het jaar 2015 zijn ten opzichte van 2014 (Kamerstuk 28 684, nr. 435) grotendeels gelijk. Het slachtofferschap van criminaliteit in het algemeen en van vermogens- en vandalismedelicten in het bijzonder is gedaald, terwijl het slachtofferschap van geweldsdelicten en cybercrime2 nagenoeg op hetzelfde niveau is gebleven.3 De algemene onveiligheidsgevoelens en die in de eigen buurt zijn afgelopen jaar niet veranderd. De door burgers ervaren ernstige sociale overlast4 is gelijk gebleven. De tevredenheid van burgers over het functioneren van de politie in de buurt en in het algemeen zijn in 2015 ook op hetzelfde niveau gebleven.

Positief beeld over deze kabinetsperiode

De periode 2012–2015 laat een overwegend positief beeld zien:

  • Het totale slachtofferschap van veel voorkomende criminaliteit is met 11% gedaald. Deze daling is terug te zien bij het slachtofferschap van zowel geweldsdelicten (–15%), vermogensdelicten (–8%) als vandalismedelicten (–16%);

  • Het slachtofferschap van cybercrime daalde met 8%;

  • Het aantal burgers dat ernstige sociale overlast ervaart is met 10% gedaald. In het bijzonder overlast door hangjongeren en lastig gevallen worden op straat zijn gedaald. De overige vormen van sociale overlast (drugsoverlast, overlast van omwonenden, overlast van dronken mensen op straat) zijn gelijk gebleven. Ook bij andere vormen van overlast is een positieve ontwikkeling te zien: het aantal mensen dat ernstige fysieke verloedering ervaart5 daalde met 7% en het aantal dat ernstige verkeersoverlast ervaart daalde met 10%6;

  • Het aantal mensen dat zich in het algemeen wel eens onveilig voelt is met 3% gedaald. Het aantal mensen dat zich in de eigen buurt wel eens onveilig voelt is per saldo gelijk gebleven;

  • Het aantal burgers dat tevreden is over het totale functioneren van de politie in de eigen buurt en over het functioneren in het algemeen is iets gestegen.

Monitor Jeugdcriminaliteit

De Monitor Jeugdcriminaliteit (MJC) is een onderzoek van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) met de meest recente cijfers over de ontwikkeling van de jeugdcriminaliteit. Het WODC werkt hierbij samen met het CBS. Deze editie geeft de ontwikkelingen in de jeugdcriminaliteit in de periode 1997–2015 weer, waarbij de nadruk ligt op ontwikkelingen in de laatste vijf jaren, 2010–2015. Bij het opstellen van de monitor is gebruik gemaakt van meerdere van elkaar onafhankelijke bronnen: zelfrapportage van jongeren over hun betrokkenheid bij jeugdcriminaliteit, de politieregistratie van verdachten van een misdrijf en de registratie van strafrechtelijke daders waarbij het Openbaar Ministerie (OM) of de rechter (ZM) een jongere schuldig heeft bevonden.

Voor het eerst is in het zelfrapportage onderzoek ook uitgebreid onderzoek gedaan naar de mate waarin jongeren zeggen online delicten te hebben gepleegd. Deze delicten kunnen worden onderscheiden in cyberdelicten (met ICT als doelwit) zoals inloggen op een computer of website zonder toestemming en gedigitaliseerde delicten (met ICT als middel) zoals online bedreiging.

Beeld in de periode 2010–2015

De MJC geeft in hoofdlijnen de volgende ontwikkelingen aan:

  • De jeugdcriminaliteit in Nederland daalt nog altijd en daarmee ook het aantal zaken dat instroomt bij- en wordt afgedaan door OM en ZM;

  • De daling in de jeugdcriminaliteit op basis van zelfrapportage is minder sterk dan blijkt uit de politie- en justitiestatistieken. Mogelijk is er een verschil in daling naar ernst en frequentie van delictgedrag. Dit wordt momenteel nader onderzocht;

  • De geregistreerde criminaliteit daalt onder jeugdigen harder dan onder volwassenen;

  • De jeugdcriminaliteit daalt bij bijna alle onderscheiden subgroepen (naar demografische en sociaal economische kenmerken, type misdrijf);

  • Uit het zelfrapportage onderzoek onder jongeren blijkt dat de betrokkenheid bij online delicten aanzienlijk is. Minderjarigen zeggen relatief vaker dan jongvolwassenen betrokken te zijn bij gedigitaliseerde delicten (respectievelijk 22% en 14%) en jongvolwassenen zeggen vaker dan minderjarigen betrokken te zijn bij cyberdelicten (respectievelijk 22% en 17%).

Doorontwikkeling monitoring jeugdcriminaliteit

In de MJC zijn de ontwikkelingen die zich voordoen in de jeugdcriminaliteit op basis van verschillende bronnen onderzocht. Het WODC en het CBS geven aan dat met deze bronnen op dit moment de meest complete informatie kan worden geboden van de ontwikkeling van de jeugdcriminaliteit in Nederland. De komende jaren zal het beeld over de jeugdcriminaliteit nog verder worden aangevuld door gebruik te maken van nieuwe, innovatieve onderzoekstechnieken waardoor bijvoorbeeld nieuwe fenomenen als online criminaliteit nog beter in beeld kunnen worden gebracht. En door gebruik te maken van de kennis van experts op dit terrein, om de ontwikkelingen nog beter te kunnen duiden. Zo wordt voortdurend gewerkt aan het verbeteren van het inzicht in de ontwikkelingen in de jeugdcriminaliteit.

Tot slot

De VM laat over 2015 een relatief stabiel beeld zien. Over de gehele kabinetsperiode is er echter een duidelijk positief beeld van minder slachtofferschap van zowel veel voorkomende criminaliteit als cybercrime, minder ervaren overlast, licht dalende algemene onveiligheidsgevoelens en een gestegen tevredenheid over de politie. Daarnaast laat de MJC zien dat ook de jeugdcriminaliteit zich in positieve zin ontwikkelt: er is sprake van een daling van de jeugdcriminaliteit over de periode van 2010–2015. Deze trends uit de VM en de MJC zijn ook in lijn met de dalende ontwikkeling die de door de politie geregistreerde criminaliteit al jarenlang laat zien. Uitgaande van de voorlopige politiecijfers 2015 laat 2012–2015 (deze kabinetsperiode) een daling van 15,5 procent zien. In het voorjaar worden de definitieve, meer gedetailleerde geregistreerde misdaadcijfers gepubliceerd en aan u toegestuurd.

De gezamenlijke inspanningen van mijn departement, gemeenten, de Nationale Politie, het Openbaar Ministerie, de Raad voor de Kinderbescherming, het bedrijfsleven en diverse andere veiligheidspartners hebben mede een bijdrage geleverd aan het veiliger maken van Nederland. Uiteraard blijf ik mij de komende periode inzetten om Nederland samen met alle betrokkenen nog veiliger te maken en zal ik uw Kamer hierover regelmatig rapporteren.

De Minister van Veiligheid en Justitie, G.A. van der Steur


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

X Noot
2

Vormen van cybercrime: identiteitsfraude, koop- en verkoopfraude, hacken en cyberpesten.

X Noot
3

In deze brief wordt alleen bij statistisch relevante verschillen tussen jaren gesproken van een stijging of daling. Is het verschil statistisch niet relevant dan wordt er gesproken van gelijk blijven.

X Noot
4

Ernstige last van: dronken mensen op straat, drugsgebruik- of handel, overlast door buurtbewoners, lastig gevallen worden op straat, rondhangende jongeren.

X Noot
5

Rommel op straat, vernield straatmeubilair, bekladde muren of gebouwen, hondenpoep.

X Noot
6

Te hard rijden, parkeerproblemen, agressief verkeersgedrag.

Naar boven