Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 2 maart 2015
Hierbij informeer ik u over de uitkomsten van de Veiligheidsmonitor 2014, die op 2 maart
2015 door het Centraal Bureau voor de Statistiek is gepubliceerd (bijgevoegd1).
De Veiligheidsmonitor is een jaarlijks terugkerend bevolkingsonderzoek waarin onder
meer de leefbaarheid van de woonbuurt, de ervaren overlast, onveiligheidsgevoelens,
ervaringen met veel voorkomende criminaliteit en het oordeel van de burger over het
optreden van de politie worden onderzocht.
In de Veiligheidsmonitor wordt gerapporteerd over de beleving en ervaring van burgers.
Slachtofferschap van criminaliteit gedaald. In 2014 gaf 18,9 procent van de Nederlanders van 15 jaar of ouder aan slachtoffer
te zijn geweest van veel voorkomende criminaliteit, i.c. gewelds-, vermogens- en vandalismedelicten.
Dit is een verbetering ten opzichte van 2013 toen 19,8 procent van de Nederlanders
slachtoffer was van veel voorkomende criminaliteit.
11,2 procent van de bevolking is in 2014 slachtoffer geworden van cybercrime, zoals
hacken en pesten op internet. Dit is een afname ten opzichte van 2013 toen 12,6 procent
van de bevolking slachtoffer van cybercrime was.
Veiligheidsbeleving licht verbeterd. 35,9 procent van de bevolking voelde zich in 2014 wel eens onveilig. Dat is een verbetering
ten opzichte van 2013 toen 36,7 procent zich wel eens onveilig voelde. Voor onveiligheidsgevoelens
in de buurt geldt dat er sprake is van een stabilisatie ten opzichte van 2013 (18,2 procent).
In 2014 is ook de ingeschatte kans om slachtoffer te worden van delicten als zakkenrollerij,
straatroof en woninginbraak afgenomen. Burgers schatten de kans om slachtoffer te
worden van deze delicten lager in dan een jaar geleden.
Ervaren overlast gedaald. In 2014 ervaart 12,0 procent van de bevolking een of meer vormen van sociale overlast
(van groepen jongeren, drughandel/gebruik, dronken mensen op straat, omwonenden, lastig
gevallen worden op straat). In 2013 was dit 12,7 procent. Daarnaast zijn ook de ervaren
verkeersoverlast en fysieke verloedering in 2014 afgenomen.
Tevredenheid over politie toegenomen. De tevredenheid over het totale functioneren van de politie in de buurt is toegenomen
ten opzichte van 2013, van 25,3 procent naar 26, 1 procent. Ook de tevredenheid over
het totale functioneren van de politie in het algemeen is toegenomen ten opzichte
van 2013, van 28,9 procent naar 29,9 procent2. 59,3 procent van de inwoners is in 2014 tevreden over het laatste contact met de
politie. Ten opzichte van 2013 is dit percentage gelijk gebleven.
Het beeld van de ontwikkeling van de door burgers beleefde veiligheid over 2014 is
over de gehele linie positief. De gezamenlijke aanpak van mijn departement, politie,
justitie en gemeenten om Nederland veiliger te maken draagt hieraan bij. Ik stel vast
dat na jaren van daling van de geregistreerde criminaliteit en een gelijk blijvend
gevoel van onveiligheid, nu ook de beleefde veiligheid een positief beeld laat zien.
Uiteraard zal ik me met alle ketenpartners de komende periode blijven inzetten om
Nederland veiliger te maken. Daartoe is vorig jaar voor de periode tot en met 2018
met de gezagen een Veiligheidsagenda afgesproken (Kamerstuk 28 684, nr. 412). Zo blijven we werken aan een zichtbare rechtshandhaving op het internet. De harde
aanpak van hackers tot digitale bankrovers wordt onverminderd voortgezet, evenals
het ontmantelen van criminele infrastructuren. De aanpak van de criminele jeugdgroepen
wordt krachtig voortgezet. De probleemgerichte ketenaanpak gericht op woninginbraken
en andere high impact crimes wordt samen met de veiligheidspartners voortgezet. Het
is mijn overtuiging dat de gezamenlijke benadering een bijdrage levert aan het terugdringen
van door burgers ervaren overlast en onveiligheidsgevoelens.
De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten