28 684 Naar een veiliger samenleving

Nr. 437 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 13 maart 2015

Mede namens de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, doe ik uw Kamer een algeheel beeld van de afgelopen jaarwisseling toekomen, zoals toegezegd in mijn brief van 9 januari jl.1.

In de brief van 26 mei 20142 bent u geïnformeerd over de voornemens om met name het illegale vuurwerk aan te pakken en tevens de overlast en risico’s van vuurwerk te beperken. Ik ga in paragraaf 1 van deze brief in op de stand van zaken daarvan. Vervolgens wordt u, zoals elk jaar, in paragraaf 2 e.v. geïnformeerd over de activiteiten van de politie, ambulancezorg en brandweer, incidenten tegen werknemers met een publieke taak, de strafrechtelijke afdoening, de ervaring van gemeenten met de nieuwe afsteektijden, het aanwijzen van vuurwerkvrije zones en andere preventieve instrumenten en de vuurwerk gerelateerde zaken. Daarnaast informeer ik u met deze brief over de stand van zaken met betrekking tot de toezeggingen die zijn gedaan tijdens het Algemeen Overleg Jaarwisseling 2013–2014 en Vuurwerk op 3 juli 2014 (Kamerstuk 33 750 VI, nr. 136).

1. Stand van zaken aanpak (zwaar en illegaal) vuurwerk

Afgelopen oud en nieuw is relatief rustig verlopen mede dankzij de verkorte afsteektijden en meer toezicht op illegaal vuurwerk via postpakketten vanuit het buitenland. Ook heeft opsporing bijgedragen aan het tegengaan van de handel in illegaal vuurwerk. Ondanks deze inspanningen is echter door vooral zwaar illegaal knalvuurwerk, zoals Cobra’s, het letsel aan ledematen en de schade aan openbare voorzieningen toegenomen ten opzichte van vorig jaar. Zwaar illegaal knalvuurwerk wordt nog veelvuldig aangetroffen bij minderjarigen.

Vorig jaar is door de betrokken organisaties (o.a. de Inspectie Leefomgeving en Transport, Openbaar Ministerie en politie) een aanpak in gang gezet die zich onder meer richtte op de keten van het illegale zware knalvuurwerk. Enerzijds om gerichte interventies te kunnen doen en anderzijds om in Europees verband te komen tot aanscherping van de regels.

Uit de eerste resultaten blijkt dat voor een effectieve aanpak internationaal gerichte interventies onontbeerlijk blijven, waaronder samenwerking met landen als Polen, Tsjechië en ook Italië. Ook is onderzoek naar aanscherping van de Europese regels nodig. Uit de vele incidenten en problemen veroorzaakt door zwaar illegaal vuurwerk die zich ook in andere lidstaten voordoen, komt het beeld naar voren dat ook het komend jaar Europese inzet nodig blijft om de risico’s terug te dringen en te beheersen. Daarnaast zal, zoals toegezegd tijdens het AO van 3 juli 2014, dit jaar samen met de vuurwerkbranche gekeken worden welke maatregelen nodig zijn om het aantal letselslachtoffers door legaal vuurwerk terug te dringen. In dat kader zal tevens worden besproken dat van het legale vuurwerk een hoog percentage (22%) jaarlijks door de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) wordt afgekeurd.

1.1 Internationaal

Nederland heeft in september 2014 een EU Expert Meeting on High Risk Fireworks georganiseerd. Op basis hiervan is een aantal afspraken gemaakt die door betrokken landen verder worden uitgewerkt. Hierbij gaat het onder meer om een EU onderzoek naar de verkoopcijfers en cijfers professioneel gebruik van categorie F4 flash bangers (zoals Cobra’s) om aan te tonen dat dit professionele vuurwerk vaak in handen komt van particulieren en om EU lidstaten te overtuigen van de noodzaak van aanvullende maatregelen. Dit onderzoek wordt binnenkort door de Europese Commissie uitgezet. Op basis hiervan gaat Nederland in gesprek met de andere lidstaten over aanscherping van de regels van de Pyrorichtlijn.

Nederland heeft tijdens deze bijeenkomst tevens aangedrongen op een aanscherping van de eisen die worden gesteld aan het te ontwikkelen paspoort voor professionele gebruikers van vuurwerk. Realisatie van dit paspoort wordt voorzien in 2017.

Verder is aan de orde geweest de noodzaak van scherper toezicht en controle door lidstaten op de handel in professioneel vuurwerk. De afgesproken acties van de EU Expert Meeting zijn opgenomen in een non paper dat in de eerste helft van 2015 in de relevante EU-fora zal worden geagendeerd.

Hiermee is een eerste stap gezet als het gaat om de aanpak van zwaar vuurwerk op internationaal niveau; het uitwerken en realiseren van deze afspraken zal een kwestie van lange adem zijn.

Met enkele landen die met name een rol spelen bij de productie en handel in zwaar illegaal vuurwerk wordt overleg gevoerd om de problemen ervan te bespreken en te kijken of nadere afspraken mogelijk zijn. Eind vorig jaar heeft de ILT een bezoek gebracht aan Polen. Daarbij is de relatie met Polen ten aanzien van zwaar explosief vuurwerk verduidelijkt met betrekking tot de aanpak van de webshops en postpakketten. Afgesproken is de samenwerking te verbeteren. Hiervoor zullen vervolggesprekken plaatsvinden. Met Italië en Tsjechië zullen nog dit voorjaar bilaterale afspraken worden gepland voor vergelijkbare afspraken.

1.2. Nationaal

1.2.1. Aangepaste afsteektijden vuurwerk

Om met name de overlast gedurende oudejaarsdag terug te dringen is na bestuurlijk en operationeel overleg besloten de afsteektijden voor vuurwerk te beperken tot de periode tussen 31 december 18.00 uur en 1 januari 02.00 uur. De aangepaste afsteektijden zijn op 13 december 2014 met een wijziging van het Vuurwerkbesluit in werking getreden (Stb. 2014, 496).

Om het naleefgedrag van de aangepaste afsteektijden te bevorderen is in de media, maar ook door een landelijke campagne in dagbladen en huis-aan-huis bladen, hiervoor aandacht gevraagd.

De aangepaste afsteektijden hebben gezorgd voor een afname in de verkoop van knalvuurwerk. Volgens de vuurwerkbranche is circa 15% minder knalvuurwerk verkocht. De totale omzet is echter gelijk gebleven met vorig jaar door een hogere verkoop van siervuurwerk.

1.2.2. Invoeren van een vergunningsstelsel voor vuurwerkimporteurs

Om de import van vuurwerk in Nederland te reguleren, wordt momenteel gewerkt aan een vergunningstelsel voor personen die vuurwerk in Nederland invoeren. Hierover zullen zo snel mogelijk gesprekken plaatsvinden met de betrokken partijen. Invoering van het vergunningstelsel vereist een wijziging van het Vuurwerkbesluit, die ook aan de Europese Commissie dient te worden voorgelegd. Derhalve is de beoogde invoering van het vergunningstelsel voorzien voor medio 2016.

1.2.3. Aanpak illegaal vuurwerk in postpakketten

De ILT heeft haar inzet ten opzichte van het jaar ervoor verdubbeld. Vorig jaar zijn in totaal 30 inspecties uitgevoerd bij postpakketbedrijven. Er zijn echter minder postpakketten onderschept dan het jaar ervoor (29 pakketten in 2014 en 100 in 2013). De aandacht voor deze manier van verzenden heeft waarschijnlijk tot minder illegale pakketten geleid, ondanks de verdubbelde inzet van de ILT.

In 2014 is een informatie-uitwisselingsconvenant gesloten tussen de ILT en PostNL. Dit jaar worden ook gesprekken gevoerd met andere postpakketbedrijven om tot vergelijkbare afspraken te komen. Het convenant ziet toe op de uitwisseling van gegevens waardoor postpakketten met illegaal vuurwerk makkelijker onderschept kunnen worden. PostNL heeft daarbij in aanloop naar de jaarwisseling de controles op illegaal vuurwerk geïntensiveerd. PostNL zet zich al jaren in voor meer controle in landen waar de pakketten worden aangeboden voor verzending en voor meer internationale samenwerking in de PostEurope Crises & Security Group.

1.2.4. Opsporing en vervolging

Net als in andere jaren is opsporing verricht met betrekking tot illegaal vuurwerk. De nadruk ligt daarbij op de opsporing van CSV’s (criminele samenwerkingsverbanden) en het zwaardere vuurwerk. Daarbij wordt uiteraard ook gewerkt met rechtshulpverzoeken. Het Openbaar Ministerie (OM) publiceert jaarlijks het aantal kilo’s in beslag genomen vuurwerk op zijn website (de vuurwerkbarometer). Vanaf 1 oktober 2014 tot en met week 01 2015 is ruim 46.000 kilo vuurwerk in beslag genomen.

Dit is minder dan vorig jaar; het afgekeurde consumentenvuurwerk van de legale importeurs is niet meegeteld met de cijfers van de vuurwerkbarometer omdat de ILT dit vuurwerk bestuursrechtelijk in beslag neemt. Verder zien we in het illegale vuurwerk een verschuiving van de grote en zwaardere (in kg »s) Chinese rollen en flowerbeds naar het knalvuurwerk, dat wel in flinke aantallen in beslag wordt genomen maar per stuk veel minder weegt.

Het OM eist forse straffen tegen iedereen die illegaal (zwaar) vuurwerk importeert, verhandelt, maakt en afsteekt. De straffen voor het hebben, maken of afsteken van vuurwerkbommen zijn opgenomen in de richtlijn vuurwerkdelicten (2012R006). Naast geldboetes kunnen ook gevangenisstraffen en/of taakstraffen worden geëist.

1.2.5. Vuurwerkcampagnes

Afgelopen jaar zijn een tweetal voorlichtingscampagnes ingezet gericht op het terugdringen van het aantal oogletselslachtoffers en de handel in illegaal vuurwerk.

De campagne «ikziejevolgendjaar» van de vuurwerkbranche met steun van het Nederlands Oogheelkundig Gezelschap, was vooral gericht op het dragen van vuurwerkbrillen door jongeren tijdens het afsteken van vuurwerk. Rond de campagne zijn meer dan 300.000 vuurwerkbrillen uitgereikt.

De campagne van Veiligheid NL heeft zich met name gericht op de gevaren en risico’s van opslag en handel in illegaal vuurwerk. Met de campagne werden omwonenden die hier weet van hebben gestimuleerd dit te melden bij politie of Meld Misdaad Anoniem. Dit heeft geresulteerd in een aantal inbeslagnames van illegaal vuurwerk.

1.3. Lokaal

Op mijn verzoek heeft de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) gemeenten van verschillende grootte bevraagd naar hun ervaringen met de nieuwe afsteektijden en het aanwijzen van vuurwerkvrije zones. Ik heb hierover ook de G4 gesproken. Gemeenten geven aan dat over het algemeen het verkorten van de afsteektijden tot minder vuurwerkoverlast heeft geleid. De handhaving van de afsteektijden verschilt per gemeente. Een aantal gemeenten heeft aangegeven extra te hebben gehandhaafd. Een handvol gemeenten heeft aangegeven een of meerdere vuurwerkvrije zones te hebben ingesteld. Dat gebeurt om diverse redenen zoals bijvoorbeeld het tegengaan van brand en om overlast in een bepaald gebied tegen te gaan.

De jaarwisseling krijgt structurele aandacht en wordt integraal en multidisciplinair voorbereid. Naast het terugdringen van overlast wordt lokaal ook veel ingezet op het stimuleren van het feestelijk karakter van de jaarwisseling. Dat vraagt een cultuurverandering waar tijd voor nodig is.

Meerdere gemeenten geven aan dat de grootste problemen worden veroorzaakt door illegaal zwaar vuurwerk. Zoals hierboven ook aangegeven zal zowel op internationaal, nationaal als op lokaal niveau blijvend worden ingezet om dit probleem aan te pakken.

ALGEHEEL BEELD JAARWISSELING 2014–2015

2. Politie, Ambulance en Brandweer

2.1. Politie-inzet

De gemiddelde inzet van de eenheden bedroeg dit jaar 16% van de totale operationele sterkte (vorig jaar was dit 20%). Vanuit Defensie is militaire bijstand geleverd voor de handhaving van de openbare orde en veiligheid tijdens de jaarwisseling in diverse eenheden.

2.2. Ambulancezorg

De jaarwisseling is voor de ambulancesector altijd relatief druk met veel meldingen en vooral veel vuurwerkgerelateerde inzetten. Dit was ook het beeld van de jaarwisseling 2014–2015. Net als voorgaande jaren hebben ook deze jaarwisseling nagenoeg geen agressie incidenten jegens ambulancemedewerkers plaatsgevonden.

2.3. Brandweer

Oudejaarsnacht is voor Brandweer Nederland relatief beheersbaar verlopen. Dat blijkt uit een inventarisatie van Brandweer Nederland bij de veiligheidsregio’s. De regio’s hebben zich goed voorbereid op de jaarwisseling en de samenwerking met andere hulpdiensten is goed verlopen. In enkele gevallen waar het werk van de brandweer door omstanders werd bemoeilijkt, heeft de politie ingegrepen.

3. Incidenten tegen werknemers met een publieke taak

In totaal zijn deze jaarwisseling 141 incidenten van agressie en geweld tegen werknemers met een publieke taak geregistreerd. Dat is een lichte daling (8%) ten opzichte van de 154 incidenten van vorig jaar. Het aantal incidenten tegen de politie is afgenomen met 4% en het aantal incidenten tegen andere werknemers met een publieke taak is afgenomen met 44%.

Door de regio Noord Nederland is – met subsidie vanuit het programma Veilige Publieke Taak (VPT) van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties – de vorig jaar ontwikkelde handreiking «Samenwerken aan een veilig Oud & Nieuw» geactualiseerd. De verbeterde handreiking is in september jl. landelijk verspreid3. De handreiking is een hulpmiddel voor gemeenten en ketenpartners (brandweer, politie, ambulance, OM etc.) waarin praktijkvoorbeelden, maatregelen en tips zijn opgenomen ten behoeve van het voorkomen van en adequaat reageren op agressie en geweld tegen medewerkers met een publieke taak tijdens de jaarwisseling.

4. Strafrechtelijke afdoening

De politie heeft in totaal 367 personen bij het Openbaar Ministerie aangeleverd na aanhouding wegens een misdrijf dat verband hield met de jaarwisseling. Dat is een aanzienlijke daling ten opzichte van voorgaande jaren.

Aantal bij OM ingestroomde verdachten

2011–2012

2012–2013

2013–2014

2014–2015

Geweld tegen personen algemeen

229

239

262

137

Geweld tegen personen in publieke functie

130

126

137

89

Geweld tegen goederen

226

173

142

69

Overig/onbekend

383

185

107

72

TOTAAL

968

723

648

367

In 72 zaken is besloten tot een OM-afdoening (strafbeschikking of transactie). In 48 zaken werd een geldboete opgelegd, 24 verdachten kregen een taakstraf opgelegd.

Er zijn 103 personen gedagvaard, waarvan 8 in verband met jaarwisseling gerelateerde delicten voor een supersnelrechtzitting.

Daarnaast zijn 29 «gewone» snelrechtzittingen gehouden en zijn of worden 65 zaken op een reguliere zitting behandeld. Daarmee is in ruim een derde van de zaken binnen uiterlijk 17 dagen na aanhouding een rechterlijke uitspraak gedaan.

Tijdens het Algemeen Overleg van 3 juli 2014 heb ik uw Kamer toegezegd om te bezien of het mogelijk is om zicht te krijgen op de strafeis van het OM daar waar het jaarwisselingsgerelateerde VPT zaken betreft (of het OM een gevangenisstraf eist). Ik kan u melden dat van de 8 zaken die zijn behandeld voor een supersnelrechtzitting er in 5 gevallen sprake was van agressie en geweld tegen een werknemer in de uitoefening van een publieke functie en het OM in al deze 5 zaken een gevangenisstraf heeft geëist(al dan niet voorwaardelijk).

Op de overige jaarwisselingsgerelateerde VPT zaken die niet met supersnelrecht zijn afgedaan, verwacht ik na de zomer van 2015, meer zicht te krijgen.

Tijdens hetzelfde AO heb ik uw Kamer in het kader van de jaarwisseling een evaluatie toegezegd van het supersnelrecht. Het ging daarbij met name om de vraag of gelet op de korte voorbereidingstijd van een zaak tot aan de zitting (3 dagen) sprake is van een zorgvuldige procedure.

Ik wil de toepassing van het instrument supersnelrecht graag verder versterken. Een goede evaluatie kan daaraan bijdragen. De toepassing van supersnelrecht beperkt zich niet tot de jaarwisseling. Ook de rest van het jaar worden (in een aantal regio’s) structureel supersnelrechtzittingen georganiseerd. Het College van procureurs-generaal en de Raad voor de rechtspraak hebben vanuit dat perspectief aangegeven dat zij voorstander zijn van een bredere evaluatie van het supersnelrecht, dus niet enkel in het kader van de jaarwisseling.

Daarom zal ik – in samenspraak met OM en ZM – op korte termijn een evaluatie laten uitvoeren naar de toepassing van het supersnelrecht, waarbij de door uw Kamer genoemde aspecten met betrekking tot de zorgvuldigheid van de procedure uiteraard worden betrokken. Daarbij zal ook de advocatuur worden betrokken. Ik verwacht u in het najaar over de uitkomsten van deze evaluatie te kunnen informeren.

5. Gemeenten

Uit de eerder genoemde inventarisatie van de VNG blijkt dat gemeenten ruim van te voren starten met de voorbereiding op de jaarwisseling door middel van een integrale en multidisciplinaire aanpak, vaak ook nog eens regionaal geborgd. Gemeenten, politie, hulpdiensten en andere betrokkenen werken op strategisch, tactisch en operationeel niveau samen. Er worden gerichte interventies ingezet, die variëren van fysieke maatregelen (beveiliging van gebouwen, verwijderen van containers) tot persoonsgerichte maatregelen (waarschuwingsbrieven) en het organiseren van feestelijke activiteiten (wijkfeesten).

5.1 Toepassing bestuurlijke maatregelen

Gemeenten passen diverse maatregelen toe om overlast rondom de jaarwisseling tegen te gaan. Opvallend daarbij is dat veel gemeenten waarschuwingsbrieven hebben gestuurd aan potentiële overlastgevers. Voorts is naar voren gekomen dat sommige gemeenten gebruik maken van de mogelijkheid in de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) om op specifieke plekken een vuurwerkverbod uit te vaardigen. Daarnaast wordt gebruik gemaakt van de Wet Maatregelen bestrijding voetbalvandalisme en ernstige overlast, het gebiedsverbod op basis van de Gemeentewet, de last onder dwangsom en preventief fouilleren.

Veel gemeenten hebben eigen campagnes georganiseerd. Scholen en jongeren hebben veel aandacht gekregen. Over de hele linie investeren gemeenten in praktische, preventieve maatregelen, zoals het extra schoonmaken van de openbare ruimte, het weghalen van afval en het tijdelijk weghalen van kwetsbaar meubilair.

Gemeenten faciliteren diverse evenementen, zoals een feest in een jongerencentrum of een evenement op een centraal plein. De ondersteuning van de gemeente varieert van het onder eigen regie organiseren tot een financiële bijdrage. In enkele gemeenten zijn vuurwerkshows georganiseerd.

6. Vuurwerkcijfers

Gedurende het afgelopen jaar heeft de ILT verschillende artikelen van consumentenvuurwerk gecontroleerd. Daarvan is in totaal 22% afgekeurd. Dat is iets lager dan in het voorgaande jaar, maar komt overeen met wat in de afgelopen jaren is gevonden.

6.1. Letselcijfers

Veiligheid NL rapporteert ieder jaar over het aantal letselgevallen dat rond de jaarwisseling als gevolg van vuurwerk in ziekenhuizen moet worden behandeld.

Op 31 december 2014 en 1 januari 2015 zijn 574 slachtoffers van een vuurwerkongeval behandeld op de Spoedeisende Hulpafdeling (SEH) van een ziekenhuis. Ten opzichte van de jaarwisseling 2013–2014 betekent dit een daling van 18% van het aantal SEH-behandelingen. Tijdens de jaarwisseling 2014–2015 vielen geen dodelijke slachtoffers.

Het aandeel ziekenhuisopnamen is in de afgelopen tien jaar niet eerder zo hoog geweest: 26% van de SEH-bezoekers met vuurwerkletsel werd na behandeling opgenomen in het ziekenhuis. Tijdens de vorige jaarwisseling was het opnamepercentage 16.

Ruim een derde deel van de vuurwerkslachtoffers had letsel aan de hand en/of vingers. Een op de vier slachtoffers had oogletsel. Deze percentages zijn vergelijkbaar met voorgaande jaren. Oogartsen, aangesloten bij het Nederlands Oogheelkundig Gezelschap, registreerden bij 261 ogen verwondingen rond de jaarwisseling, tegenover 311 vorig jaar. In 93 gevallen ging het hierbij om blijvend letsel. Dat zijn er 5 minder dan een jaar eerder. 8 mensen zijn blind geworden aan 1 oog door vuurwerk. 1 man raakte blind aan beide ogen. Het totaal aantal oogslachtoffers ligt 17% lager dan een jaar eerder. 50% van alle slachtoffers was 21 jaar of jonger. 54% van de slachtoffers raakte gewond door vuurwerk dat door iemand anders werd afgestoken.

Van de vuurwerkletsels werd 39% veroorzaakt door illegaal vuurwerk. Vorig jaar was dit 25%. Het percentage slachtoffers dat werd opgenomen na een ongeval met illegaal vuurwerk is met 50% hoger dan vorig jaar (43%). Van de slachtoffers van legaal vuurwerk werd 14% opgenomen in het ziekenhuis. Letsel door illegaal vuurwerk is daarmee in het algemeen ernstiger dan letsel door legaal vuurwerk. Zoals in paragraaf 1 aangegeven zal dit jaar met de vuurwerkbranche worden gekeken welke maatregelen nodig zijn om slachtoffers door legaal vuurwerk (met name oogletsel) terug te dringen.

6.2. Luchtverontreiniging

Net als voorgaande jaren zijn in de eerste uren van 2015 in met name de grote steden verhoogde concentraties fijn stof (PM10) gemeten. De oorzaak is de grote hoeveelheid vuurwerk die tijdens de jaarwisseling is afgestoken.

De hoogste concentratie fijn stof is gemeten op een meetstation in Utrecht. Daar werd een gemiddelde uurconcentratie van 1.713 microgram fijn stof per kubieke meter lucht gemeten. De fijnstofconcentraties zijn in de loop van de nacht gedaald.

7. Slot

De (voor)genomen maatregelen voor de aanpak van zwaar en illegaal vuurwerk en de extra bestuurlijke en operationele inspanningen beginnen voorzichtig hun vruchten af te werpen. De aandacht voor een feestelijke jaarwisseling blijft nodig. De huidige aanpak moet doorgezet worden. Daarvoor zijn naar mijn mening geen nieuwe instrumenten nodig. Er zal door alle partijen nog hard gewerkt moeten worden om de jaarwisseling een feestelijk karakter te geven. De gemeenten, de politie, brandweerkorpsen en andere relevante organisaties zullen (wederom) vroegtijdig moeten starten met de voorbereiding op de volgende jaarwisseling. Hiertoe zal ik alle betrokkenen ruim van te voren oproepen.

De Minister van Veiligheid en Justitie, S.A. Blok

Naar boven