28 676 NAVO

Nr. 464 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 5 augustus 2024

Het kabinet informeert uw Kamer regelmatig over de stappen in het NAVO-Defensieplanningsproces (NDPP). In dat kader stuur ik u hierbij het overzicht van de NAVO Defence Planning Capability Review (DPCR) van Nederland over 2023 en 2024. Hiermee geeft Defensie invulling aan de motie-Segers c.s.1 De DPCR maakt onderdeel uit van het NAVO Defensieplanningsproces (NDPP). Als onderdeel van dat proces stellen de bondgenoten het ambitieniveau voor het militaire machtsinstrument van de NAVO vast (Political Guidance). Vervolgens werkt de NAVO de hiervoor benodigde set aan militaire capaciteiten uit en doet de NAVO een voorstel voor de verdeling onder bondgenoten. Bondgenoten besluiten vervolgens op basis van consensus min 1 over de set aan capaciteitsdoelstellingen per bondgenoot. Binnen het NDPP maakt de NAVO met de DPCR tweejaarlijks een analyse van de staat van de krijgsmachten van alle bondgenoten. Voor Nederland omvat de analyse de Nederlandse defensie-uitgaven, onze bijdragen aan missies en operaties en de voortgang van de plannen, financiering en de uitvoering van de Nederlandse capaciteitsontwikkelingen. De Ministers van Defensie van alle NAVO-landen hebben op hun bijeenkomst van 13 en 14 juni 2024 de DPCR-rapporten voor de bondgenoten vastgesteld. Ook heeft Nederland op verzoek een ongerubriceerd overzicht van het Nederlandse hoofdstuk van de DPCR ontvangen.

Over het geheel genomen neemt de NAVO een duidelijk opwaartse trend waar in het naleven van de afspraken en in het bijzonder in de investeringen die worden gedaan, zowel op het gebied van cash als capabilities. Desondanks blijven er zorgen over verschillende kwalitatieve en kwantitatieve tekortkomingen, vooral inzake de door de NAVO geduide prioriteitsdoelstellingen, en over de personele vulling van de Nederlandse krijgsmacht in het algemeen.

De NAVO constateert dat Nederland met de Defensienota 2022 substantiële financiële intensiveringen heeft ingezet. Hiermee wordt tot en met 2025 in totaal € 14,8 miljard euro in de krijgsmacht geïnvesteerd. Nederland besteedt volgens NAVO-cijfers vanaf 2024 structureel 2% van het bruto binnenlands product (bbp) aan Defensie. Hoewel de trend positief is en Nederland hier waardering voor krijgt, geeft de NAVO aan dat er na decennia van onderbesteding, aanvullende investeringen nodig zijn om te kunnen voldoen aan alle NAVO-capaciteitsdoelstellingen.

Bijna alle NAVO-bondgenoten hebben in de afgelopen periode hun defensie-uitgaven aanzienlijk verhoogd om voldoende militaire capaciteiten aan de NAVO aan te bieden. Dit jaar halen 23 bondgenoten de ondergrens van 2% (t.o.v. 3 in 2014). Het gemiddelde van Canada en de Europese bondgenoten komt daardoor uit op 2,02% in 2024 (t.o.v. 1,43% in 2014). Gelet op de ontwikkelingen in Oekraïne en de bredere mondiale veiligheidssituatie verwacht het kabinet dat dit gemiddelde Europese percentage de komende periode blijft stijgen.

Nederland levert voortdurend militaire bijdragen aan de bondgenootschappelijke afschrikking en verdediging, en aan missies en operaties. In het bijzonder wordt de aanzienlijke bijdrage genoemd aan de Forward Land Forces (FLF), de Very High Readiness Joint Task Force (VJTF) en de Standing NATO Maritime Group (SNMG). De NAVO concludeert verder dat de Nederlandse bijdrage aan het NATO Force Model de potentie heeft om in alle domeinen een aanzienlijkere bijdrage te leveren, gelet op de NDPP-capaciteitsdoelstellingen.

Ten opzichte van de vorige DPCR constateert de NAVO een opwaartse trend qua capaciteitsontwikkeling, maar blijven er zorgen op het gebied van de prioritietsdoelstellingen. Hoewel er een gestage voortgang is in het realiseren van de doelstellingen in het landdomein, zijn er nog steeds grote tekortkomingen bij de invulling van de geprioriteerde Heavy en Medium Infantry Brigades. Het betreft hier net als in de vorige DPCR uit 20222 tekortkomingen op het gebied van de slagkracht, in het bijzonder drie infanteriebataljons en eigen tankcapaciteit, en gerelateerde operationele (gevechts-)ondersteuning (Combat Support (CS) en Combat Service Support (CSS)). Ook zijn er tekortkomingen op het gebied van de gereedheid. Bovendien blijven er zorgen over de volledige en tijdige invulling van de zogenaamde joint enabling capaciteiten, zoals medische faciliteiten, transportcapaciteiten en eenheden voor logistieke afhandeling3. De NAVO is overwegend positief ten aanzien van de ontwikkeling in zowel het lucht- als maritieme domein, waarin Nederland sinds de vorige DPCR de nodige nieuwe capaciteiten heeft geïntroduceerd of concrete plannen heeft om hierin te investeren. Nederland voldoet in deze domeinen grotendeels aan de capaciteitsdoelstellingen. Er blijven echter enkele kwalitatieve en kwantitatieve tekortkomingen, die Nederland volgens de NAVO de komende jaren verder dient aan te pakken. Dit betreft onder andere kapitale munitie en reservedelen in het maritieme domein en het aantal F-35s om de gereedheid te kunnen garanderen voor het luchtdomein. De personele knelpunten voor de Nederlandse krijgsmacht in het algemeen gelden ook voor de invulling van de capaciteitsdoelstellingen. In de huidige arbeidsmarkt blijft het een uitdaging om voldoende en gekwalificeerde mensen te vinden en te behouden. Defensie werkt hieraan, maar het versterken van de menskracht in de organisatie kost tijd, zoals het kabinet in de Stand van Defensie heeft beschreven.

In 2023 is de nieuwe NDPP-cyclus van start gegaan. De capaciteitsdoelstellingen in deze cyclus vloeien onder andere voort uit de nieuwe militaire verdedigingsplannen van de NAVO. In lijn hiermee krijgt Nederland aanvullende doelstellingen bovenop de huidige doelstellingen. Gezien de toegenomen dreiging, is het aantal capaciteiten dat nodig is voor een verantwoorde uitvoering van de plannen, sterk toegenomen ten opzichte van eerdere jaren. Deze aanvullende capaciteiten zijn recentelijk vastgesteld in de zogenaamde Minimum Capability Requirements (MCR) en zijn van essentieel belang om de hoge risico’s bij de uitvoering van de nieuwe militaire plannen te verlagen. Op dit moment vindt verdere afstemming met de NAVO en de bondgenoten plaats over de nieuwe capaciteitsdoelstellingen. Het kabinet informeert uw Kamer voor de behandeling van de begroting van Defensie over een eerste analyse van deze capaciteitendoelstellingen.

De versterking van de Nederlandse krijgsmacht zal de komende jaren worden voortgezet en versneld. Zoals verwoord in de toelichting4 bij de Voorjaarsnota investeert het Kabinet in 2028 eenmalig en vanaf 2030 structureel € 500 miljoen euro in de versterking van de luchtverdediging en in de uitbreiding van de inzetvoorraden munitie. Dit betreft onder meer Battle Decisive Munitions. Daarbovenop wordt extra geïnvesteerd in Deep Precision Strike (DPS) munitie. Deze investeringen vullen een deel van de in de huidige DPCR geconstateerde tekortkomingen in en corresponderen qua aandachtsgebieden ook met een deel van de aanvullende targets vanuit de MCR. In het Hoofdlijnenakkoord zijn additionele middelen ter waarde van structureel 2,4 miljard beschikbaar gesteld voor de versterking van de krijgsmacht. De groei van de defensie-uitgaven biedt ruimte voor verdere investeringen. Hierbij worden NAVO-prioriteiten en key capability shortfalls zoals de Heavy en Medium Infantry Brigade (HIB en MIB), drones en medische en logistieke ondersteuning en eveneens de nieuwe capaciteitsdoelstellingen als belangrijk referentiepunt gebruikt, zoals expliciet verzocht door uw Kamer.5

Uw Kamer zal de komende tijd via de Miljoenennota en de Defensienota nader worden geïnformeerd over de besteding van de 2.4 miljard en over de invulling van de aanbevelingen uit de Defence Planning Capability Review.

Indien uw Kamer dit wenst, bied ik u graag voor de begrotingsbehandeling een briefing aan om uw Kamer meer informatie te geven over de NAVO-defensieplanning cyclus.

De Minister van Defensie, R.P. Brekelmans


X Noot
1

Kamerstuk 36 200 X, nr. 38 van 17 november 2022. Motie-Segers c.s. roept op de NAVO Defence Planning Capability Review steeds tijdig naar de Kamer te sturen en verzoekt de regering de NAVO Capability Targets als belangrijk referentiepunt bij het opstellen van de Defensienota en de begroting te gebruiken.

X Noot
2

Kamerstuk 28 676, nr. 421 van 15 november 2022.

X Noot
3

Dit betreft eenheden voor de logistieke ondersteuning en afhandeling in havens, op het spoor, het vliegveld of tijdens wegverplaatsingen.

X Noot
4

Kamerstuk 36 550 X, nr. 3 van 16 april 2024.

X Noot
5

Kamerstuk 36 200 X, nr. 38 van 17 november 2022.

Naar boven