28 676 NAVO

36 045 Situatie in Oekraïne

Nr. 436 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 28 juni 2023

Op 15 en 16 juni 2023 vond in Brussel een bijeenkomst plaats van de NAVO-Ministers van Defensie (DMM), met deelname van de Zweedse Minister van Defensie. Voorafgaand aan de DMM vond ook een bijeenkomst van de Ukraine Defence Contact Group (UDCG) plaats. In deze brief informeer ik uw Kamer over het verloop van beide bijeenkomsten.

Tevens informeer ik u over een nieuwe Nederlandse bijdrage aan een opleidingsprogramma voor Oekraïense militairen in het VK. Ook maak ik van de gelegenheid gebruik om uw Kamer te informeren over de tijdelijke toevoeging van de Nationale Datalink Management Cel (NDMC) aan enhanced Forward Presence (eFP) in Litouwen, in het kader van de flexibele aanvullende inzet binnen het eFP-mandaat, en over de ophoging van het nationaal kader voor stafofficieren voor EUFOR Althea.

Oekraïne

In de UDCG spraken de Ministers van de deelnemende landen, inclusief de Oekraïense Minister van Defensie, over de verdere coördinatie en afstemming van de militaire steun aan Oekraïne, zowel op korte als op de langere termijn. Daarbij kwam materiële steun, onderhoud en de verschillende trainingen die landen geven aan Oekraïne aan bod. Gezien de onafgebroken Russische luchtaanvallen op Oekraïne, benadrukten landen het onverminderde belang van het versterken van de Oekraïense luchtverdediging. Nederland kondigde samen met de VS, het VK en Denemarken een bijdrage van 40 miljoen euro aan voor de gemeenschappelijke aanschaf van luchtverdedigingsmiddelen voor Oekraïne. Het kabinet levert daarnaast een additionele Nederlandse bijdrage aan de Oekraïense luchtafweer.1 Ook andere landen kondigden tijdens de UDCG extra luchtverdedigingsbijdragen aan.

Nederland en Denemarken informeerden de UDCG over de voortgang inzake het plan voor F-16 trainingen aan Oekraïne. Zoals aan uw Kamer gemeld d.d. 14 juni 2023, hebben Nederland en Denemarken, met volledige steun van de Verenigde Staten, de leiding genomen om de Europese inspanningen op dit gebied te coördineren.2 Tijdens de UDCG werd afgesproken om komende weken nauw contact te houden over de vorderingen. Het kabinet zal uw Kamer blijven informeren over de voortgang.

De situatie in Oekraïne werd door de NAVO-Ministers van Defensie ook besproken in het format van de NATO-Ukraine Commission (NUC), met deelname van de Ministers van de Defensie van Oekraïne en Zweden en de Hoge Vertegenwoordiger van de EU. In aanloop naar de aanstaande NAVO-Top in Vilnius spraken zij over de brede politieke en militaire steun aan Oekraïne. Tijdens de Top staat de toekomst van het Euro-Atlantische pad van Oekraïne op de agenda.

Ministers onderstreepten tijdens de NUC opnieuw het belang van een sterk NAVO-framework met praktische, niet-letale steun voor Oekraïne om de veiligheid van het land in de toekomst zeker te stellen. In dat kader was er brede steun onder bondgenoten voor het opwaarderen van de NATO Ukraine Commission naar een NATO-Ukraine Council en voor het leveren van capaciteitsopbouw om de interoperabiliteit van Oekraïne met het bondgenootschap te vergroten. Tijdens de NUC kondigden bondgenoten hiertoe additionele steun aan voor NAVO’s Comprehensive Assistance Package (CAP) met Oekraïne. Ook Nederland pleit voor zoveel mogelijk gezamenlijke steun aan Oekraïne. Deze steun moet ertoe leiden dat Oekraïne op korte termijn weerstand kan blijven bieden tegen de Russische agressie en op lange termijn een moderne en effectieve krijgsmacht kan opbouwen die in staat is toekomstige dreigingen geloofwaardig af te schrikken.

Afschrikking en verdediging

Na de NUC spraken de NAVO-Ministers van Defensie in een tweede sessie over de nieuwe Defence Investment Pledge (DIP), de versterking van de bondgenootschappelijke afschrikking en verdediging, en de bescherming van onderzeese vitale infrastructuur. Deze onderwerpen staan ook tijdens de Top in Vilnius op de agenda.

Defence Investment Pledge

SG NAVO benadrukte het belang van het op peil houden van de benodigde investeringen ten behoeve van de versterking van de bondgenootschappelijke afschrikking en verdediging. Hij presenteerde tijdens de DMM een eerste voorstel voor de nieuwe DIP. In het voorstel worden bondgenoten, in het licht van de verslechterde internationale veiligheidssituatie en in lijn met artikel 3 van het Noord-Atlantisch Verdrag, verzocht om zich tijdens de Top in Vilnius onmiddellijk te committeren aan een besteding van minimaal 2% van het bbp aan defensie. Het kabinet steunt het maken van afspraken in NAVO-verband over robuuste, meerjarige financiering voor de noodzakelijke versterking van de bondgenootschappelijke afschrikking en verdediging van het NAVO-verdragsgebied. Verschillende bondgenoten gaven aan dat het voorstel van SG NAVO een goede uitkomst zou kunnen zijn. Conform het verzoek van de vaste Kamercommissie voor Defensie wordt uw Kamer via de geannoteerde agenda voor de Top in Vilnius geïnformeerd over de Nederlandse inzet voor de NAVO-Top.

Deterrence and Defence of the Euro-Atlantic Area

De Ministers bespraken de voortgang van het pakket aan plannen en concepten dat zal voorliggen bij de Top in Vilnius en dat gericht is op de versterking van de bondgenootschappelijke afschrikking en verdediging. Dat betreft onder andere de nieuwe regionale plannen en de bijbehorende operationele behoefte aan capaciteiten. SG NAVO benadrukte dat het bondgenootschap met de nieuwe plannen beter in staat zal zijn om snel en effectief te reageren op potentiële dreigingen tegen het NAVO-verdragsgebied.

De Ministers onderstreepten dat voldoende goed getrainde en toegeruste eenheden nodig zijn om de nieuwe plannen te kunnen uitvoeren. Deze eenheden moeten in grotere militaire verbanden kunnen optreden en met een korte reactietijd inzetbaar zijn in alle delen van het verdragsgebied. Nederland heeft ervoor gepleit dat bondgenoten voldoende militaire capaciteiten hiervoor ter beschikking moeten stellen. Het is in dit kader essentieel dat de versterking van de NAVO-posture gefaseerd plaatsvindt en dat bondgenoten het benodigde voortzettingsvermogen langjarig kunnen garanderen. Het is van groot belang dat Europese bondgenoten een grotere militaire bijdragen leveren aan de NAVO posture. De aanpassing van de NAVO-commandovoeringstructuur stond ook op de agenda tijdens de DMM. Deze aanpassing is nodig om het geheel aan nieuwe plannen goed te kunnen voorbereiden en aansturen.

Onderzeese vitale infrastructuur

De Ministers deelden hun bezorgdheid over de veiligheid van onderzeese en offshore infrastructuur, en de urgentie om hierop nauw samen te werken. De Ministers spraken in dit kader hun steun uit voor een centraal informatieknooppunt voor verbeterde monitoring van dreigingen bij MARCOM, het maritiem hoofdkwartier van de NAVO in Northwood. Ik heb aandacht gevraagd voor een versterkte rol van de NAVO op het gebied van onderzeese en offshore infrastructuur, met het oog op de bondgenootschappelijke afschrikking en het verbeteren van informatie-uitwisseling. Ook heb ik het belang van samenwerking tussen de NAVO en de EU benadrukt, om de weerbaarheid van vitale infrastructuur te vergroten. Tevens zijn tijdens de JEF ministeriële op 13 juni 2023 in Amsterdam afspraken gemaakt over versterkte samenwerking bij de bescherming van onderzeese en offshore infrastructuur, in coördinatie met de NAVO.

Voorraden en industrie

Tijdens de DMM spraken Ministers met CEO’s van de defensie-industrie over uitbreiding en versnelling van de productie van militaire goederen. In de huidige veiligheidscontext is het essentieel de voorraden wapens en munitie op orde te hebben, zoals de oorlog in Oekraïne voortdurend laat zien. Nederland hecht er belang aan ook in multilateraal verband het contact met de defensie-industrie voor te zetten, om zowel de voortgang in de vergroting van de productie als eventuele knelpunten in gezamenlijkheid aan te pakken. De SG NAVO heeft hiertoe een NATO Defence Production Action Plan gepresenteerd, gericht op het versterken van multinationale samenwerking en verbeterde interoperabiliteit. Het plan bevat actielijnen voor onder andere het onderzoeken van mogelijkheden voor vraagbundeling, het identificeren van obstakels en uitdagingen voor de verhoging van de productie op basis van specifieke indicatoren, en het versterken van uitwisselbaarheid en standaardisatie. Voor Nederland is het belangrijk dat NAVO- en EU-initiatieven ook op dit gebied elkaar versterken.

Bijdrage training Oekraïne

Het kabinet informeert uw Kamer dat Nederland een nieuwe Nederlandse bijdrage levert aan een opleidingsprogramma voor Oekraïense militairen in het VK. Deze training wordt van 1 juli t/m 1 september 2023 verzorgd door circa 29 militairen van het Commando Zeestrijdkrachten en het Commando Landstrijdkrachten, in navolging van de eerdere bijdrage in de periode februari tot eind april 2023.3 De kosten worden geraamd op 1.25 miljoen euro en worden gefinancierd uit het Budget Internationale Veiligheid (BIV).

Nationale Datalink Management Cel

Vanuit NAVO is een beroep gedaan op Nederland om capaciteit in te zetten om datalink management taken in de Baltische regio te vervullen. Gebleken is dat in het luchtdomein de tactische datalink cruciaal is voor inzetten en oefeningen aan de oostflank. Van september 2023 tot en met maart 2024 zal Nederland daarom de Nationale Datalink Management Cel (NDMC) tijdelijk toevoegen aan enhanced Forward Presence (eFP) te Litouwen. Het betreft een kleine eenheid. Voor NDMC wordt gebruikgemaakt van de ruimte van de flexibele aanvullende inzet binnen het mandaat van eFP Litouwen. Zo wordt tevens gebruik gemaakt van de bestaande ondersteuning voor eFP.

EUFOR Althea

Mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken maak ik van deze gelegenheid gebruik om uw Kamer tevens te informeren over de ophoging van het nationaal kader voor stafofficieren voor EUFOR Althea van vier naar maximaal zeven Nederlandse militairen. Sinds januari jl. draagt Nederland vier stafofficieren bij aan EUFOR Althea.4 Het bijdragen met stafofficieren aan EUFOR Althea is complementair aan de voorgenomen militaire bijdrage met een infanteriecompagnie en een HUMINT-team en kan tevens de Nederlandse informatiepositie in de missie vergroten en bijdragen aan de effectiviteit van de operatie

De Minister van Defensie, K.H. Ollongren


X Noot
1

Kamerstukken 36 045 en 22 054, nr. 164.

X Noot
2

Kamerstukken 36 045 en 22 054, nr. 164.

X Noot
3

Kamerstuk 28 676, nr. 426.

X Noot
4

Kamerstuk 21 501-28, nr. 247.

Naar boven