28 676 NAVO

Nr. 286 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 13 april 2018

Hierbij treft u de geannoteerde agenda aan voor de bijeenkomst van de NAVO-ministers van Buitenlandse Zaken op 27 april a.s. in Brussel. De ministeriële bijeenkomst zal beginnen met een ontbijtsessie over de relatie met Rusland. Vervolgens zijn er werksessies voorzien over Afghanistan, de Zuidflank en het «open deur» beleid van de NAVO. De bijeenkomst zal mogelijk worden afgesloten met een ministeriële sessie van de NAVO Oekraïne Commissie (NUC).

Rusland

De Ministers zullen spreken over de dreigingen aan de Oostflank van de NAVO. Naast onderwerpen als de militaire opbouw en grootschalige militaire oefeningen, zal ook aandacht worden besteed aan hybride dreigingen, desinformatie en cyberdreigingen die van Rusland uitgaan. Naar verwachting wordt eveneens gesproken over de Skripal-zaak en de daarmee samenhangende uitzetting van Russische diplomaten die bij de NAVO waren geaccrediteerd. De Skripal-zaak heeft geleid tot een verdere verslechtering van de betrekkingen tussen de NAVO en Rusland. Van Nederlandse zijde zal in dit verband een terugkoppeling worden gegeven over mijn bezoek aan Moskou op 13 april jl. Uw Kamer zal over dit bezoek separaat worden geïnformeerd.

Voor Nederland is het essentieel dat de NAVO blijft inzetten op het dubbelspoor van afschrikking enerzijds en dialoog anderzijds. De huidige veiligheidssituatie in Europa en daarbuiten (denk bv aan Noord-Korea of Iran) maakt het cruciaal op korte termijn opnieuw een bijeenkomst van de NAVO Rusland Raad op ambassadeursniveau bijeen te laten komen. Nederland heeft hierop ook aangedrongen in bilaterale contacten met Rusland. Daarbij moet, naast het bespreken van de situatie in Oekraïne, vooral het beheersen van risico’s en misverstanden in het militaire domein centraal staan. In dit kader zal Nederland pleiten voor het verder versterken van de militaire contacten. Deze kunnen de politieke contacten niet vervangen, maar deze militaire communicatielijnen zijn van groot belang bij crisissituaties.

In de sessie over Rusland zal Nederland ook naar voren brengen dat wederzijdse en verifieerbare reducties in aantallen kernwapens kunnen bijdragen aan verbetering van de veiligheidssituatie in Europa. Zoals is vastgelegd in het Regeerakkoord zet Nederland zich binnen het kader van Bondgenootschappelijke verplichtingen actief in voor een kernwapenvrije wereld – een doel waar ook de NAVO zich aan heeft gecommitteerd. Om die reden dient het Bondgenootschap zijn inzet en rol voor dit doel zo zichtbaar en concreet mogelijk te maken, bijvoorbeeld bij het zetten van praktische en realistische stappen als vertrouwenwekkende maatregelen, nucleaire ontwapeningsverificatie en risicobeheersing. Daarnaast zal Nederland de andere Bondgenoten oproepen het proces te blijven steunen voor een FMCT-verdrag (Fissile Material Cut-off Treaty), dat een verbod behelst op de productie van splijtstof voor kernwapens.

Afghanistan

De Ministers zullen eveneens spreken over de politieke situatie in Afghanistan, met naar verwachting specifieke aandacht voor de regionale context en het vredes- en verzoeningsproces. Deze discussie komt op een tijdig moment gelet op recente politieke ontwikkelingen. Zo deed de Afghaanse president Ghani tijdens de «Kaboel II»-conferentie eind februari 2018 een belangrijke handreiking aan de Taliban. De VN-Veiligheidsraad heeft onder Nederlands voorzitterschap op 15 maart jl. steun uitgesproken voor het Kaboelproces. De Afghaanse regering heeft hiermee belangrijke stappen gezet naar een door Afghanistan zelf geleid vredes- en verzoeningsproces. Nederland zal blijven uitdragen dat Afghaans leiderschap van dit proces cruciaal is om duurzame vrede en stabiliteit in Afghanistan tot stand te brengen.

Daarnaast heeft de Afghaanse regering aangekondigd dat de parlements- en districtsverkiezingen op 20 oktober 2018 gepland staan. Eerder is aan uw Kamer gemeld dat deze verkiezingen in juni van dit jaar zouden plaatsvinden. Het uitstel is volgens de Afghaanse Independent Election Committee vereist om de benodigde voorbereidingen te treffen. Nederland zal ook in NAVO-verband blijven wijzen op het belang dat verkiezingen in 2018 plaatsvinden en er voldoende waarborgen zijn om deze vrij en eerlijk verlopen.

Het commitment van het NAVO-bondgenootschap aan Afghanistan en de Afghaanse bevolking is de afgelopen periode herbevestigd. Deze inzet raakt namelijk niet alleen aan ondersteuning van de Afghaanse strijdkrachten, maar heeft in de vorm van NAVO’s Senior Civilian Representative nadrukkelijk ook een politieke dimensie. Tijdens de discussie zal Nederland stil staan bij de belangrijke politieke rol van de NAVO in Afghanistan en het belang van het engageren van regionale actoren, zoals India, Pakistan en China.

Zuidflank

Tijdens de NAVO Defensie ministeriële van 14-15 februari is besloten de huidige NAVO-activiteit in Irak om te zetten naar een NAVO-missie (Kamerstuk 28 676, nr. 285). Deze non-combat trainings- en capaciteitsopbouwmissie moet bijdragen aan stabilisatie van het land na het verslaan van ISIS en het tegengaan van terrorisme. De NAVO werkt momenteel aan het zogenaamde «Concept of Operations». Hierin wordt nader vorm en inhoud gegeven aan de missie. Voortgezette steun van de Iraakse regering en complementariteit met EU-, VN- en bilaterale inspanningen zijn voor Nederland belangrijke voorwaarden waaraan moet worden voldaan.

Zoals eerder aan uw Kamer gemeld heeft Nederland zich binnen de NAVO hard gemaakt voor een coherente inzet ten behoeve van de Zuidflank. Dit heeft gestalte gekregen in de vorm van een geïntegreerde aanpak. Het gaat hierbij om initiatieven ter bescherming van het Bondgenootschap (Defense and Deterrence), activiteiten om stabiliteit te bevorderen rondom het Bondgenootschap (Projecting Stability) en activiteiten in de strijd tegen terrorisme (Counter Terrorism). Ook de capaciteitsopbouw projecten in partnerlanden van de NAVO staan geagendeerd. Er zal gesproken worden over een uitbreiding van de activiteiten in bestaande partnerlanden (zoals Irak en Jordanië), alsmede het opnemen van nieuwe landen in dit capaciteitsopbouwinitiatief. Zowel Tunesië als Libië hebben de NAVO in dit kader om steun verzocht. Nederland heeft een positieve grondhouding ten aanzien van beide verzoeken. Wel moet duidelijk zijn wat de toegevoegde waarde van de NAVO is. Bovendien moet de politieke situatie in Libië voldoende stabiel zijn.

Nederland levert momenteel een bijdrage van ruim 600.000 euro aan trainings- en adviesactiviteiten van de NAVO in Irak en Jordanië. Hiermee worden onder andere Nederlandse trainers op het gebied van civiel-militaire samenwerking en ontmijning in Irak gefinancierd, evenals een project ten behoeve van civiele crisisbeheersing in Jordanië. Nederland ziet grote meerwaarde in EU-NAVO samenwerking voor wat betreft capaciteitsopbouw in derde landen en blijft dit actief bepleiten in beide organisaties.

Open Deur

De NAVO Ministers zullen een discussie voeren over de aspirant Bondgenoten, te weten Georgië, Macedonië, Bosnië-Herzegovina en Oekraïne. Daarbij zal politieke sturing worden gegeven aan het proces richting de NAVO Top van 11 en 12 juli a.s. Nederland steunt de uitgangspunten van het open deur beleid. In het verleden heeft dit beleid een belangrijke bijdrage geleverd aan stabiliteit en veiligheid op het Europese continent. Om het succes van het open deur beleid te blijven garanderen is het noodzakelijk dat de eisen om tot de NAVO toe te kunnen treden strikt worden nageleefd. Het gaat hierbij primair om het doorvoeren van hervormingen op het gebied van democratie en rechtsstaat, bescherming van mensenrechten, waaronder die van minderheden, alsmede democratisch toezicht op de veiligheidssector, zoals de strijdkrachten en inlichtingendiensten. Daarnaast moeten kandidaten bijdragen aan de veiligheid van het Noord-Atlantisch gebied, conform art. 10 van het Verdrag van Washington. Nederland zal kandidaat-Bondgenoten strikt aan deze voorwaarden houden. Om die reden is een NAVO-lidmaatschap van Oekraïne en Georgië thans niet aan de orde.

Voor Macedonië geldt dat het land de naamskwestie met Griekenland dient op te lossen, voordat het een uitnodiging kan krijgen om tot het Bondgenootschap toe te treden. Daarnaast zal Nederland aangeven dat bij een eventuele toetreding scherp zal worden gekeken naar verdere hervormingen inzake de vrijheid van media, de rechtsstaat en de positie van minderheden.

Bosnië-Herzegovina is nog niet in staat gebleken om het zogenaamde Tallinn criterium volledig te implementeren, een formele voorwaarde voor verlening van de Membership Action Plan (MAP) status. Het betreft hier het registeren van onroerende defensiegoederen onder het gezag van de centrale regering in Sarajevo. Nederland houdt vast aan strikte handhaving van dit criterium.

Oekraïne

Het is nog onzeker of er een NAVO Oekraïne Commissie (NUC) op ministerieel niveau zal plaatsvinden. Hongarije blokkeert momenteel een bijeenkomst van de NUC vanwege een meningsverschil met Oekraïne over taalwetgeving voor minderheden. Nederland heeft in NAVO verband verschillende malen aangegeven het onwenselijk te vinden dat een dergelijk bilateraal geschil wordt ingebracht in een multilateraal forum.

Mocht de NUC doorgang vinden dan zal deze naar verwachting vooral gaan over de veiligheidssituatie in het oosten van Oekraïne en de implementatie van de Minsk-akkoorden. Zoals bekend staan Rusland en de door Moskou gesteunde separatistische groeperingen, een politieke oplossing voor dit conflict in de weg. Tegelijkertijd zal ook Oekraïne zijn deel van de Minsk-afspraken, zoals wetgeving over de status van de separatistische gebieden en het houden van lokale verkiezingen, dienen uit te voeren.

Nederland zal Oekraïne actief blijven ondersteunen bij de hervorming van de veiligheidssector, door middel van cofinanciering van NAVO Trust Funds.

De Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. Blok

Naar boven