28 676 NAVO

29 521 Nederlandse deelname aan vredesmissies

Nr. 264 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 28 februari 2017

Inleiding

Op 15 en 16 februari jl. kwamen de Navo-Ministers van Defensie in Brussel bijeen. De bijeenkomst ging van start met een strategische discussie over de staat van het bondgenootschap en de trans-Atlantische relatie in het bijzonder. Deze onderwerpen kwamen ook later op de dag tijdens het werkdiner aan de orde. De Ministers spraken voorts over de vooruitgeschoven aanwezigheid van Navo-strijdkrachten op de oostflank, de commandostructuur en het beleid voor de zuidflank. De tweede dag kwam de Navo-Georgië Commissie bijeen.

En marge van de ministeriële bijeenkomst tekende ik tevens enkele documenten om de internationale defensiesamenwerking verder te verdiepen.

Ook informeer ik u met deze brief, mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken, over de beëindiging van de Nederlandse bijdrage aan EUFOR Althea in Bosnië-Herzegovina en KFOR in Kosovo.

Strategische discussie en werkdiner

De ministeriële bijeenkomst was de eerste met de nieuwe Amerikaanse Secretary of Defense, James Mattis. Hij gaf tijdens de strategische discussie een toelichting op de visie van de nieuwe Amerikaanse regering op de Navo. Ook het werkdiner in aanwezigheid van Hoge Vertegenwoordiger Mogherini stond in het teken van de trans-Atlantische relatie.

Mattis meldde dat hij en president Trump grote waarde hechten aan de Navo. Hij noemde de Navo de meest succesvolle en krachtige alliantie in de moderne geschiedenis en beklemtoonde dat de bondgenoten waarden en belangen delen.

De Secretary of Defense sprak steun uit voor de maatregelen die de Navo in de afgelopen jaren heeft genomen om zich aan te passen aan de verslechterde veiligheidsomgeving. Tegelijkertijd pleitte hij voor de verdere aanpassingen om te verzekeren dat het bondgenootschap relevant blijft. De Navo moet in staat zijn het hoofd te bieden aan uiteenlopende dreigingen, van een assertiever Rusland tot terrorisme. Wat Rusland betreft beklemtoonde Mattis het belang van dialoog vanuit een krachtige positie.

Vervolgens onderstreepte Mattis de noodzaak van een betere lastenverdeling. De Verenigde Staten blijven gecommitteerd aan de Navo, maar de Amerikaanse regering en het Amerikaanse volk verwachten wel dat de Europese bondgenoten meer gaan investeren in hun eigen veiligheid. Als deze investeringen uitblijven, zullen de Verenigde Staten hun toewijding aan de Navo matigen. Mattis concretiseerde niet wat dat zou inhouden.

Mattis onderstreepte dat de Europese bondgenoten de nieuwe veiligheidsrealiteit niet mogen negeren. Ondanks de verslechterde veiligheidsomgeving geven slechts vier Europese bondgenoten thans meer dan twee procent van hun BBP aan Defensie uit. De Verenigde Staten verwachten dat alle Europese bondgenoten hun defensie-uitgaven verhogen naar de norm van twee procent. Hij meldde dat de Navo-landen die thans minder dan twee procent aan Defensie uitgeven op korte termijn plannen moeten opstellen met concrete mijlpalen voor het bereiken van de norm.

Ik heb gemeld dat het terecht is dat de Verenigde Staten vragen om een evenwichtigere lastenverdeling. In de veranderde veiligheidsomgeving moeten de Europese landen meer verantwoordelijkheid nemen voor hun eigen veiligheid. Ik heb beklemtoond dat Nederland de Defense Investment Pledge (DIP) uit Wales serieus neemt. Nederland heeft de trend van de dalende defensie-uitgaven gekeerd en de afgelopen jaren stappen voorwaarts gezet. Het pleidooi van de Secretary of Defense maakt duidelijk dat Nederland ook in de komende jaren concrete vervolgstappen moet zetten. Ook ik ben hierover de afgelopen jaren volstrekt duidelijk geweest. Dit thema heb ik tevens aan de orde gesteld in de brief «Houvast in een onzekere wereld» (Kamerstuk 33 763, nr. 126), waarin de lijnen van ontwikkeling worden uiteengezet die van belang zijn voor de versterking van de krijgsmacht in een meerjarig perspectief.

Hoewel de Europese defensie-uitgaven nadrukkelijk de aandacht vragen, heb ik beklemtoond dat lastenverdeling meer is dan geld alleen. Het gaat hierbij ook om de gereedheid en inzetbaarheid van de krijgsmacht. Voorts moeten de bondgenoten ook de risico’s delen door deel te nemen aan Navo-activiteiten en operaties.

Werksessies

Vooruitgeschoven aanwezigheid

De Secretaris-generaal stelde vast dat de voorbereiding van de vooruitgeschoven aanwezigheid in de Baltische staten en Polen voorspoedig verloopt. Naar verwachting zullen de vier multinationale battlegroups in juni 2017 volledig operationeel zijn. Zoals bekend zijn de Nederlandse stafmedewerkers inmiddels aangekomen op de kazerne in Rukla, Litouwen. De Nederlandse hoofdmacht zal eind maart in Litouwen arriveren.

De Ministers besloten voorts tot het versterken van de maritieme aanwezigheid in de Zwarte Zee-regio. Navo-schepen zullen daar vaker oefenen om de situational awareness in dit gebied te verbeteren.

Navo-commandostructuur

Alle Ministers waren het erover eens dat de Navo-commandostructuur moet worden aangepast aan de huidige veiligheidsomgeving. De strategische commandanten van de Navo (de Supreme Allied Commander Europe en de Supreme Allied Commander Transformation) en een klein comité van deskundigen (de Senior Experts Group) hebben de opdracht gekregen om opties voor een aangepaste commandostructuur uit te werken.

Ik heb beklemtoond dat het van belang is dat de Navo-commandostructuur zo spoedig mogelijk wordt aangepast. De strategische commandanten en de Senior Experts Group zullen tijdens de bijeenkomst van defensieministers in oktober 2017 het ontwerp van een aangepaste commandostructuur en verschillende implementatieopties presenteren. In februari 2018 moeten de Ministers van Defensie een definitief besluit nemen over de aanpassing van de commandostructuur.

Navo-beleid voor de zuidflank

Alle bondgenoten stemden in met de oprichting van een hub voor het zuiden in het Joint Forces Command Naples. Deze hub zal de situational awareness verbeteren en de de Navo-activiteiten op de zuidflank coördineren. Nederland heeft aangeboden tijdelijk stafmedewerkers te leveren aan deze hub.

Secretary of Defense Mattis beklemtoonde dat de Navo de inspanningen op het gebied van terrorismebestrijding moet intensiveren om relevant te blijven. De Ministers waren het erover eens dat de Navo een grotere rol kan spelen op het gebied van contraterrorisme.

Ik heb erop gewezen dat het bestrijden van terrorisme vraagt om een geïntegreerde aanpak en nauwe afstemming met andere organisaties, zoals de EU. Voorts heb ik onderstreept dat de Navo een toegevoegde rol kan hebben op het gebied van Defense Capacity Building (DCB-)activiteiten in fragiele veiligheidsomgevingen. De DCB-activiteiten in Irak zijn een goed voorbeeld hiervan. Ik heb gepleit voor de uitbreiding van deze activiteiten en heb aangeboden trainers beschikbaar te stellen.

Het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten stelden voor de komende maanden een geïntegreerde benadering voor het bestrijden van terrorisme op te stellen. Deze benadering zou kunnen worden goedgekeurd tijdens de topontmoeting in mei 2017.

We spraken ook over de inzet van de Standing NATO Maritime Group 2 (SNMG-2) in de Egeïsche Zee. Turkije pleitte voor beëindiging van de activiteit, omdat het aantal migranten dat Griekenland bereikt sterk is gedaald. Ik heb, net als de Duitse en de Griekse Minister, onderstreept dat het van belang is de inzet van SNMG-2 voort te zetten, omdat de activiteit effectief is en de behaalde resultaten omkeerbaar zijn. De Secretaris-generaal wees erop dat voor de beëindiging van de Navo-activiteit een consensusbesluit nodig is. De activiteit wordt daarom vooralsnog voortgezet.

Navo-Georgië Commissie

In de Navo-Georgië Commissie spraken we met de nieuwe Georgische Minister van Defensie, Levan Izoria, over de veiligheidssituatie en de defensiehervormingen in Georgië. De Ministers spraken hun waardering uit voor de Georgische inspanningen op het gebied van defensiehervormingen. De Secretaris-generaal sprak steun uit voor de Euro-Atlantische ambities van Georgië.

Ondertekening documenten

Verdrag luchtruimbewaking

En marge van de ministeriële bijeenkomst tekenden België, Frankrijk, Luxemburg en Nederland een verdrag over luchtruimbewaking. Dit verdrag maakt het voor Nederlandse jachtvliegtuigen mogelijk het Franse luchtruim in te vliegen ter begeleiding van een verdacht burgervliegtuig.

Sinds 1 januari jl. werken België, Luxemburg en Nederland nauw samen op het gebied van luchtruimbewaking. België en Nederland bewaken afwisselend het luchtruim van de Benelux-landen voor periodes van vier maanden. België en Frankrijk hebben sinds 2005 een verdrag dat Belgische jachtvliegtuigen toestaat een verdacht burgervliegtuig voor korte tijd over de Franse grens te begeleiden totdat Franse jachtvliegtuigen de begeleiding overnemen, en omgekeerd.

Nu het huidige verdrag is gesloten mogen ook Nederlandse jachtvliegtuigen verdachte burgervliegtuigen vanuit België en Luxemburg tot in Frankrijk begeleiden. Franse jachtvliegtuigen kunnen hetzelfde doen tot in België en Luxemburg, maar zullen niet in het Nederlandse luchtruim komen.

Intentieverklaring Composite Special Operations Component Command

Mijn Belgische en Deense collega’s en ik tekenden voorts een intentieverklaring over de oprichting van een Composite Special Operations Component Command (CSOCC), een multinationaal hoofdkwartier dat Special Operations Forces kan aansturen. Met een CSOCC kunnen de landen een capaciteit leveren waaraan de Navo grote behoefte heeft.

Intentieverklaring Multi Role Tanker Transport Aircraft

De Ministers van Defensie van België, Duitsland en Noorwegen tekenden in mijn aanwezigheid een intentieverklaring inzake het Multi Role Tanker Transport Aircraft (MRTT) project. Zoals bekend, hebben Luxemburg en lead nation Nederland in juli 2016 al een overeenkomst gesloten en vervolgens de eerste twee MRTT-toestellen besteld bij Airbus. Ook aan MRTT-toestellen bestaan in EU en Navo-verband een grote behoefte.

Beëindiging Nederlandse bijdragen aan EUFOR Althea en KFOR

Nederland levert thans drie militairen aan beide missies. Na de beëindiging van de huidige plaatsingen van de Nederlandse militairen bij EUFOR Althea en KFOR op respectievelijk 28 februari en 31 maart 2017, zullen geen militairen meer worden uitgezonden.

Nederland heeft sinds 1999 een bijdrage aan KFOR geleverd. Die bijdrage aan deze Navo-missie is de afgelopen jaren geleidelijk verminderd tot de huidige bijdrage van drie stafmedewerkers. Nederland leverde sinds 2011 drie officieren aan EUFOR Althea.

Het besluit de Nederlandse bijdragen aan deze missies te beëindigen strookt met de wens van de Kamer om schaarse militaire capaciteiten minder gefragmenteerd in te zetten. Dit kwam ook naar voren tijdens het algemeen overleg van 29 september 2016 over de evaluatie van de Nederlandse bijdragen aan missies en operaties. Nederland blijft zich nog wel op andere wijzen intensief inspannen voor de veiligheid en rechtsorde op de Westelijke Balkan, onder meer via de diplomatieke kanalen, het maatschappelijke transitieprogramma (programma Matra) en een bijdrage aan de civiele missie EULEX Kosovo.

De Minister van Defensie, J.A. Hennis-Plasschaert

Naar boven