Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2014-2015 | 28676 nr. 216 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2014-2015 | 28676 nr. 216 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 20 november 2014
Tijdens het mondelinge vragenuur op 10 juni jl. heeft de Minister van Defensie toegezegd u voorafgaand aan de Navo Parlementaire Assemblee van 21 tot en met 24 november 2014 nader te zullen informeren over de ontwikkelingen en de Nederlandse inzet met betrekking tot meer financiële transparantie binnen de Navo (Handelingen II 2013/14, nr. 91, item 4). Daarnaast ontvingen wij het verzoek van uw vaste commissie voor Buitenlandse Zaken om een samenhangend overzicht van de Nederlandse Navo-afdrachten. Met deze brief doen wij die toezegging gestand en reageren wij op genoemd verzoek. Als bijlage treft u in dat kader een overzicht van de precieze Nederlandse bijdragen aan de Navo1.
Welke inspanningen zijn al verricht?
Nederland heeft zich hard gemaakt voor financiële transparantie binnen de Navo, onder andere voor het openbaar maken van reguliere auditrapporten en het aanstellen van een Chief Financial Officer op het hoofdkwartier van de Navo in Brussel. De themawebsite van de Algemene Rekenkamer over de transparantie van de Navo, een initiatief dat de Algemene Rekenkamer als onafhankelijk instituut zelfstandig heeft genomen, is wat dat betreft een steun in de rug van het kabinet.
Een militaire veiligheidsorganisatie kan om veiligheidsredenen besluiten bepaalde informatie niet te publiceren. Dat hoeft evenwel niet in de weg te staan van de mate van transparantie die de Algemene Rekenkamer voorstelt, bijvoorbeeld als het gaat om niet-militaire uitgaven. De Nederlandse inzet in Brussel werpt al de eerste vruchten af. Eind juli is voor het eerst een rapport van de International Board of Auditors for NATO (IBAN) gepubliceerd over het NATO Defence College (2013). De publicatie van reguliere auditrapporten geschiedt op een case by case basis.
Het aanstellen van een Chief Financial Officer op het hoofdkwartier kon tot op heden niet op de steun van alle bondgenoten rekenen. Er is wel een Head of Financial Reporting aangesteld, die beperktere verantwoordelijkheden heeft.
Daarnaast heeft de Algemene Rekenkamer in het Verantwoordingsonderzoek 2013 onderzocht hoe het Nederlandse Ministerie van Defensie projecten binnen het NATO Security Investment Programme (NSIP) beheert. De Algemene Rekenkamer heeft geen aanwijzingen gevonden voor tekortkomingen in het beheer.
Tot slot is recent op voorspraak van Nederland in de slotverklaring van de Navo-top opgenomen dat de Navo vooral op het financiële vlak verder gaat met hervormingen op het gebied van toezicht, transparantie en verantwoording. Voorstellen daartoe zullen op de eerstvolgende bijeenkomst van de Navo-ministers van Defensie, op 4 en 5 februari 2015, worden gepresenteerd.
Wat moet nog gebeuren?
Nederland blijft zich inspannen om andere Navo-lidstaten te overtuigen van het belang van publieke verantwoording door de Navo en het vergroten van de financiële transparantie. Dit is een proces van de lange adem.
Nederland zal, in samenwerking met andere landen, tevens blijvende aandacht vragen voor maatregelen op het gebied van resource management. Deze maatregelen zijn mede gericht op het verbeteren van de planning en realisatie van NSIP-projecten om te zorgen dat projecten conform planning worden uitgevoerd en capaciteiten tijdig beschikbaar zijn voor de taakuitvoering van de Navo.
Daarnaast zoekt Nederland steun bij andere bondgenoten voor het door het Head of Financial Reporting laten opstellen van een geconsolideerd jaarrapport. Dit moet meer inzicht geven in het financiële reilen en zeilen van de organisatie. Dit rapport zou een nuttige aanvulling zijn op de bestaande wijze van verantwoording waarbij alle geldstromen en uitgaven worden gecontroleerd door de International Board of Auditors NATO (onafhankelijke audit instantie van de Navo).
Financieel beheer Navo in het kort
De Noord-Atlantische Raad keurt de budgetten en investeringen van de Navo goed en houdt toezicht op het financiële beheer van de Navo. De Resource Policy and Planning Board (RPPB) adviseert de Noord-Atlantische Raad over het beleid en de toewijzing van middelen. Het Budget Committee en het Investment Committee beoordelen en keuren geplande uitgaven goed en rapporteren aan de RPPB.
De International Board of Auditors of NATO (IBAN) controleert alle geldstromen en uitgaven. De IBAN-rapporten worden besproken in diverse comités binnen de Navo en uiteindelijk in de Noord-Atlantische Raad.
De Lidstaten leveren directe (financiële) en indirecte bijdragen (in natura) aan de exploitatie van de Navo, de uitvoering van het Navo-beleid en voor de uitvoering van operaties en missies.
Directe bijdragen worden ook wel aangeduid met de term gemeenschappelijke financiering (common funding). Gemeenschappelijke financiering heeft betrekking op collectieve activiteiten en investeringen, die niet onder de verantwoordelijkheid van een enkele lidstaat vallen. Alle lidstaten dragen hieraan bij volgens een overeengekomen verdeelsleutel.
In de brief van uw vaste commissie voor Buitenlandse Zaken van 30 oktober jl. wordt gevraagd naar de inhoud en de duiding van het verslag dat de Resource and Planning Board elk jaar aanbiedt. Het verslag «T he 2013 Annual Report by the Resource Policy and Planning Board» gaat in op de gemeenschappelijke financiering voor goedgekeurde doelstellingen en prioriteiten van de Navo. Het verslag geeft een overzicht van de financiële situatie van het NSIP (NATO Security Investment Programme) en het civiele en het militaire budget. Dit zijn de middelen die gemeenschappelijk gefinancierd worden. Het verslag is een van de instrumenten die, samen met bijvoorbeeld technische inspecties en audits, inzicht geeft in inkomsten en uitgaven van de Navo. Het verslag beperkt zich tot de gemeenschappelijke financiering. Op andere Navo-financiering (national funding, multinational funding en joint funding) biedt het verslag geen inzicht, omdat dit voor ieder land anders is.
De totale gemeenschappelijke financiering van de Navo bedraagt in 2014 ongeveer 2,3 miljard euro, verdeeld over het civiele budget (217 miljoen euro), het militaire budget (1,413 miljard euro) en het NSIP (700 miljoen euro). De begrote Nederlandse bijdrage in 2015 aan het civiele budget (6,2 miljoen euro) wordt gefinancierd door het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Het Ministerie van Defensie draagt in 2015 in totaal 76,5 miljoen euro bij, onder andere als bijdrage aan de militaire begroting en de NSIP.
Een groep landen kan ook gezamenlijk een project financieren. Hiervoor hanteert de Navo de term joint funding. De deelnemende landen stellen de eisen, prioriteiten en financiering vast en zijn zelf verantwoordelijk voor het toezicht. Een voorbeeld is de ontwikkeling en productie van gevechtsvliegtuigen en helikopters.
De Navo ontvangt indirecte bijdragen als landen deelnemen aan Navo-geleide operaties en missies. Slechts een zeer klein deel van de hiermee gemoeide kosten wordt als gemeenschappelijk aangemerkt. De overige kosten komen voor rekening van het land dat deze kosten maakt (costs lie where they fall).
Defensie en Buitenlandse Zaken leggen over de uitgaven ten behoeve van de Navo verantwoording af door middel van de jaarverslagen, de beleidsdoorlichtingen en evaluaties.
De Minister van Buitenlandse Zaken, A.G. Koenders
De Minister van Defensie, J.A. Hennis-Plasschaert
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-28676-216.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.