28 676 NAVO

Nr. 191 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Hierbij bied ik u het verslag aan van de bijeenkomst van de Navo-defensieministers te Brussel op 22 en 23 oktober jl.

De Minister van Defensie, J.A. Hennis-Plasschaert

De Navo-ministers van Defensie kwamen op 22 en 23 oktober jl. bijeen in Brussel. De ministeriële bijeenkomst begon met een vergadering van de Nuclear Planning Group (NPG). De eerste dag stond daarna in het teken van de capaciteitenontwikkeling binnen de Navo. Tijdens het diner spraken de Ministers over de Navo-missie in Afghanistan na 2014 en voorbereidingen voor de Navo-top in 2014. Tijdens de Navo-Rusland Raad (NRR) ontmoetten de Ministers hun Russische collega Shoygu. In aansluiting op deze bijeenkomst kwamen de defensieministers van de troepenleverende landen van de International Security Assistance Force (ISAF) bijeen. Ten slotte was er op verzoek van Duitsland een bijeenkomst van de landen die troepen leveren aan Regional Command North (RC North).

Nuclear Planning Group (NPG)

De Navo informeerde de Ministers over de uitwerking van de Deterrence and Defence Posture Review (DDPR) in operationele Navo-documenten. Vertegenwoordigers van de Verenigde Staten en van het Verenigd Koninkrijk lichtten recente ontwikkelingen in hun nucleaire beleid toe.

De Verenigde Staten gaven een toelichting op het nieuwe Amerikaanse beleid dat President Obama afgelopen juni aankondigde tijdens een toespraak in Berlijn. De Verenigde Staten willen samen met Rusland nieuwe ontwapeningsstappen zetten op het gebied van strategische nucleaire wapens. De Verenigde Staten blijven samen met de Navo-bondgenoten streven naar vermindering van het aantal Amerikaanse en Russische niet-strategische nucleaire wapens in Europa.

Het Verenigd Koninkrijk informeerde de Ministers over het lopende onderzoek naar de voorgenomen vervanging van de Vanguard-klasse onderzeeboten. Besluitvorming over de vervanging is voorzien voor 2016.

Capaciteiten

Secretaris-generaal Rasmussen sprak met de Ministers van Defensie over de voortgang op het gebied van capaciteitsontwikkeling in de Navo. Vrijwel alle bondgenoten benoemen de noodzaak om meer te doen op het gebied van capaciteitenontwikkeling, juist daar waar kritische tekortkomingen bestaan. Tegelijkertijd onderstreepten de landen dat defensiebudgetten onder grote druk staan en dat intensivering van internationale samenwerking noodzakelijk is. De suggestie van de Secretaris-generaal om gezamenlijke projecten (flagship projects) op te zetten voor belangrijke en dure capaciteiten, zoals Joint Intelligence, Surveillance and Reconnaissance (JISR) en Ballistic Missile Defence, kreeg bijval.

Tijdens de discussies over capaciteitenontwikkeling heb ik de Navo-bondgenoten en de Secretaris-generaal opnieuw gewezen op het belang van het delen van informatie met de nationale parlementen. Op die manier kan ook op politiek niveau gesproken worden over de Navo-behoeften. Ik heb voorts gesteld dat internationale samenwerking een belangrijke manier is om capaciteitstekorten op te lossen. Het door de Navo op suggestie van Nederland ontwikkelde keuzemenu biedt inzicht in mogelijke oplossingen. Ten slotte heb ik de Navo en mijn collega’s opgeroepen gebruik te maken van het keuzemenu tijdens het Navo-defensieplanningsproces (NDPP).

Cyber defence

De Ministers spraken over de voortgang van cyber defence. De verantwoordelijk-heid van de Navo ligt bij de bescherming van de eigen netwerken. Landen zijn verantwoordelijk voor bescherming van hun eigen nationale systemen. De bondgenoten waren het eens dat de Navo daar een nuttige, ondersteunende rol bij kan spelen, bijvoorbeeld door oefeningen te organiseren. Over de rol van de Navo bij een aanval op nationale netwerken is er nog geen overeenstemming tussen de bondgenoten. De Secretaris-generaal stelde voor die rol nader uit te werken in de komende maanden. Cyber defence staat tijdens de volgende bijeenkomst van de Ministers opnieuw op de agenda.

Ballistic Missile Defence (BMD)

Er is sinds de vorige ministeriële bijeenkomst vooruitgang geboekt op het gebied van Ballistic Missile Defence. De landen zijn het onder andere eens geworden over samenwerking met derde landen op ad hoc basis. Secretaris-generaal Rasmussen riep vooral de Europese bondgenoten op een grotere bijdrage te leveren aan Ballistic Missile Defence. Nederland draagt bij aan Ballistic Missile Defence door de Patriot en de upgrade van de SMART-L radar op de LCF-fregatten.

Hervormingen

Secretaris-generaal Rasmussen heeft de vooruitgang op het gebied van Navo-hervormingen geschetst. Hij is positief over het bereikte resultaat. Een aantal landen, waaronder Nederland, verwelkomde de vooruitgang maar onderstreepte ook dat er nog veel werk te doen is. Er moet vooral aandacht worden besteed aan de voltooiing van de hervormingen van het Navo-hoofdkwartier en het op orde krijgen van de financiële huishouding van de Navo. Ik heb daarbij specifiek gewezen op het verbeteren van de (financiële) planning en de uitvoering van investeringsprojecten. De Secretaris-generaal blijft de voortgang bewaken en informeert de Ministers tijdens de volgende ministeriële bijeenkomst.

Connected Forces Initiative (CFI)

De bondgenoten bevestigden het belang van CFI. Landen moeten daarom meer samenwerken om de benodigde capaciteiten te kunnen leveren. Gezamenlijke training is daarvoor noodzakelijk.

De Secretaris-generaal presenteerde een pakket maatregelen dat op de Navo-top 2014 zou kunnen worden bekrachtigd. Het gaat daarbij onder andere over een trainingsconcept, een trainingsprogramma en een beleidsdocument op het gebied van opleiden, trainen, oefenen en evaluaties. Ook moet aandacht worden besteed aan de technologische aspecten van het CFI. Deze aspecten bevorderen de interoperabiliteit tussen de landen. Het voorstel van SG Rasmussen werd verwelkomd. Ten slotte verzocht een aantal landen de Secretaris-generaal de mogelijkheden te onderzoeken voor gezamenlijke financiering van CFI-activiteiten.

Diner

Tijdens het diner hebben de Ministers vooral gesproken over de Navo-Top die in de herfst van 2014 in het Verenigd Koninkrijk zal worden gehouden. Hoewel de gedachtevorming over de agenda voor de Top nog gaande is, werden Afghanistan, capaciteitenopbouw, het CFI en samenwerking met partners als mogelijke onderwerpen genoemd. Door mij is tevens aandacht gevraagd voor de noodzaak om tijdens de Top meer nadruk te leggen op het belang van het behouden van publieke en politieke steun voor de Navo door te wijzen op de relevantie van het Bondgenootschap in een snel veranderende wereld. Transparantie over wat de Navo doet en wat daar voor nodig is, speelt daarbij een sleutelrol.

Navo-Rusland Raad (NRR)

Op de tweede dag kwam de Navo-Rusland Raad bijeen. De Navo-ministers spraken met hun Russische collega Shoygu over mogelijkheden tot samenwerking op terreinen die voor zowel de bondgenoten als Rusland van belang zijn, zoals terrorismebestrijding en de vernietiging van chemische wapens in Syrië. De Russische Minister informeerde de bondgenoten over de modernisering van de Russische strijdkrachten. De Ministers spraken ook over transparantie ten aanzien van oefeningen.

Afghanistan

Op woensdag 23 oktober kwamen de Ministers van Defensie van de 50 ISAF-landen bijeen om over Afghanistan te spreken. Ook de Afghaanse Minister van Defensie, Bismullah Khan, en een vertegenwoordiger van de Europese Dienst Extern Optreden van de EU waren hierbij aanwezig. De Ministers bespraken de stand van zaken in de ISAF-missie. Daarnaast bekrachtigden zij het strategische planningsdocument voor de nieuwe missie Resolute Support die in 2015 moet starten. Dit document is van belang voor de planning van de nieuwe missie Resolute Support. Er is nog geen OPLAN voor de nieuwe missie en enkele belangrijke bondgenoten hebben nog geen besluit genomen over deelneming aan de missie. Nederlandse deelneming aan de missie Resolute Support is niet aan de orde geweest.

Tijdens de ISAF-sessie bekrachtigden de Ministers ook het implementatieplan voor de Veiligheidsraadsresolutie 1325 over gender. Dit plan bevat maatregelen ter uitvoering van de aanbevelingen uit het rapport van het Nordic Centre on Gender in Military Operations over resolutie 1325. In aansluiting op het algemeen overleg over de Navo-ministeriële van 17 oktober jl. heb ik u 21 oktober jl. schriftelijk bericht over de initiatieven van de Navo in verband met de VN Veiligheidsraadresolutie 1325 over vrouwen, vrede en veiligheid en over de situatie van vrouwelijke agenten in Afghanistan.

RC North bijeenkomst

Op verzoek van Duitsland spraken de landen die troepen leveren aan RC North bijeen over de overgang van de ISAF-missie naar de nieuwe missie Resolute Support. Ik heb mijn waardering uitgesproken voor de samenwerking in het noorden van Afghanistan. Ik heb ook gemeld dat een besluit over Nederlandse deelneming nog niet aan de orde is.

Overig

Samenwerking met België

En marge van de Navo-ministeriële heb ik met mijn Belgische collega een Letter of Intent (LOI) over de gezamenlijke uitvoering van Quick Reaction Alert ondertekend. U bent hierover bij brief geïnformeerd.

Kosovo Force (KFOR)

De regering heeft het mandaat voor deelneming aan KFOR met een jaar verlengd tot 1 oktober 2014. Zoals reeds aan uw Kamer medegedeeld (Kamerstuk 28 676, nr. 167, 1 november 2012) wordt de Nederlandse bijdrage aan KFOR heroverwogen zodra de gefaseerde reductie van KFOR aanvangt. Tot die tijd levert Nederland drie militaire staffunctionarissen.

Naar boven