28 676 NAVO

Nr. 167 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 1 november 2012

Hierbij bied ik het verslag aan van de bijeenkomst van de Navo-defensieministers te Brussel op 9 en 10 oktober jl.

De minister van Defensie, J. S. J. Hillen

Agenda

Op 9 en 10 oktober 2012 kwamen de Navo-ministers van Defensie bijeen in Brussel. De bijeenkomst stond in het teken van de nadere uitwerking van de opdrachten die voortvloeiden uit de Navo-Top in Chicago in mei 2012. De ministers van Defensie spraken in aanwezigheid van de partnerlanden ook over ISAF en KFOR. Tijdens het diner spraken de defensieministers over het thema security and economics. En marge van de bijeenkomst kwamen de ministers van de Northern Group bijeen. Aansluitend aan de ministeriele bijeenkomst kwamen de ministers van de troepenleverende landen van ISAF’s Regional command North (RC(N)) bijeen. Hieronder volgt een verslag van de besprekingen van de onderwerpen.

Noord Atlantische Raad

De ministers bespraken in de bijeenkomst van de Noord Atlantische Raad de uitvoering van de taken die voortvloeiden uit de Top van Chicago in mei 2012. Voltooiing van deze taken is voorzien in februari 2013.

De Secretaris-generaal van de Navo Rasmussen sprak in zijn openingsspeech opnieuw zijn zorg uit over de aanhoudende druk op de defensiebudgetten. Hierdoor dreigt de lastenverdeling tussen de Verenigde Staten enerzijds en de Europese bondgenoten anderzijds verder uit balans te raken. Een zorgpunt in dezen is het gebrek aan coördinatie of voortijdige consultatie tussen landen bij verdere bezuinigingen, waarschuwde Secretaris-generaal Rasmussen. Hij beschreef drie oplossingsrichtingen. Ten eerste het vergroten van de doelmatigheid van het Bondgenootschap door de intensivering van multinationale samenwerking (Smart Defence) en de vergroting van de interoperabiliteit tussen de Navo-lidstaten op het gebied van training en opleiding, oefening en technologie (Connected Forces Initiative). Ten tweede het stellen van prioriteiten bij de aanpak van de tekortkomingen van de Navo, zoals de investeringen in ISR en Air-to-Air Refueling. En, ten derde, de inrichting van een politiek zichtbaarder en minder complex Navo Defensie Planning Proces (NDPP). In overeenstemming met in Chicago gemaakte afspraken is afgesproken om in februari 2013 een rapport over de herziening van het NDPP voor te leggen aan de Navo-ministers van Defensie. Ik heb betoogd dat de Navo zich bij het uitdragen van deze boodschap nadrukkelijker zou kunnen manifesteren op het nationale politieke toneel van de lidstaten.

Smart Defence

Tijdens de bijeenkomst spraken de ministers hun waardering uit over de uitwerking van het Smart Defence-initiatief. Enkele landen stelden dat het pooling and sharing initiatief van de EU nadrukkelijker moet worden betrokken bij Smart Defence-projecten om duplicatie in projecten te voorkomen. De Supreme Allied Commander Transformation (SACT) Palomeros meldde dat er inmiddels 24 Smart Defence-projecten zijn geïdentificeerd die snel kunnen worden uitgevoerd (tier-1 projecten). Van tien projecten wordt op korte termijn een opschaling naar tier-1 verwacht. Nederland is bij achttien tier-1 projecten betrokken waarvan bij vier projecten als lead nation. Dit zijn het biometrieproject in het kader van de bestrijding van geïmproviseerde explosieven, het aanpassingsproject van de Smart-L radar voor de Europese bijdrage aan Theatre Ballistic Missile Defence, een ontwikkelingsproject voor de nabijbeveiliging van schepen en een ontwikkelingsproject van een Naval Surface Fire Support-systeem ter ondersteuning van landoperaties.

Security and economics

Tijdens het werkdiner over security and economics is gesproken over een doelmatige en doelgerichte besteding van de defensiegelden. In dat kader is in Chicago afgesproken de mogelijkheden te onderzoeken om het Navo-mechanisme van gemeenschappelijke financiering te herzien. Ik heb gepleit voor een doelmatige en een doelgerichte besteding van de Navogelden. Gemeenschappelijke financiering dient zoveel mogelijk bij te dragen aan de inzetbaarheid en de capaciteitsontwikkeling van de Navo. De secretaris-generaal van de Navo kreeg naar aanleiding van de dinerdiscussie de taak om ten behoeve van de ministeriële in februari 2013 concrete aanbevelingen voor te leggen. Verder is gesproken over de bijdragen en de prestaties van de lidstaten. Inzicht in de verhouding tussen input en output draagt eveneens bij aan een doelmatige en doelgerichte besteding van defensiegelden.

Nuclear Planning Group

Tijdens de vergadering van de Nuclear Planning Group (NPG) spraken de ministers over de uitkomsten van de Deterrence and Defence Posture Review (DPPR) die tijdens de Top van Chicago door staatshoofden en regeringsleiders werd vastgesteld. De Navo zal blijven zoeken naar wegen om de aantallen tactische kernwapens van de Navo verder te verminderen. Dit streven is afhankelijk van vergelijkbare stappen door de Russische Federatie. De ministers bekrachtigden in de vergadering de vernieuwde Nuclear Guidance. Het oude document dateerde van begin jaren negentig.

Operaties

Afghanistan (ISAF)

Transitie

De ministers van Defensie van de 28 Navo-bondgenoten en hun 22 ISAF partners werden tijdens de ministeriële door COMISAF, generaal Allen, geïnformeerd over de situatie in Afghanistan. COMISAF constateerde een afname van het aantal geweldsincidenten in de transitiegebieden waar de Afghan National Security Forces (ANSF, leger en politie) verantwoordelijk is voor de veiligheid. Voor generaal Allen is dit het bewijs dat de ANSF in die gebieden in staat is veiligheid te bieden aan de Afghaanse bevolking. Volgens generaal Allen verloopt het transitieproces in Afghanistan volgens plan. In het noorden loopt het proces volgens generaal Allen zelfs voor op de rest van Afghanistan. Het noorden van Afghanistan laat zien wat kan worden bereikt met goede militaire samenwerking, aldus generaal Allen.

De terugtrekking van ISAF uit Afghanistan wordt een omvangrijke en complexe operatie. De komende jaren zal veel ISAF-materieel Afghanistan over de weg en door de lucht verlaten. Dit is in beginsel een nationale verantwoordelijkheid. De ISAF ministers van Defensie onderstreepten het belang van een goede onderlinge samenwerking, transparantie en coördinatie en spraken af dat dit onderwerp met enige regelmaat op de NAVO-agenda zal terugkeren. Ook bekrachtigden de Navo-ministers en hun partners het planningsdirectief voor de Navo-missie na 2014. Hiermee gaat de Navo-planning voor deze missie van start. Zoals in Chicago is afgesproken, zal de nieuwe missie zich richten op train, advise and assist en wordt het geen gevechtsmissie. Een eerste concept zal in februari 2013 aan de ministers worden voorgelegd. Een besluit of toezegging over deelneming van lidstaten aan de nieuwe missie is nu nog niet aan de orde.

Insider attacks

Volgens COMISAF is de dreiging van insider attacks in de eerste plaats een tactische dreiging. Door het nemen van tegenmaatregelen tracht ISAF, in nauwe samenwerking met de Afghaanse regering, het risico van insider attacks zoveel mogelijk te beperken. Zo is het beleid ten aanzien van de rekrutering van Afghaanse agenten en militairen waar nodig herzien en aangescherpt. Onderzoek van de Navo wijst uit dat diverse oorzaken ten grondslag liggen aan insider attacks zoals intimidatie en dwang om mee te werken aan gewelddadigheden, een persoonlijk of sociaal conflict van de daders of rancune en frustratie over het optreden van de coalitie. In Kunduz hebben zich sinds het begin van de geïntegreerde politietrainingsmissie geen insider attacks voorgedaan. De ISAF ministers spraken hun dank uit voor de genomen maatregelen en benadrukten dat zij gecommitteerd blijven aan de ondersteuning van de Afghan National Security Forces en het tijdpad van transitie zoals afgesproken in Lissabon in 2010.

Regional Command North

Onder Duits voorzitterschap spraken de ISAF-landen die actief zijn in RC North met elkaar over de situatie in Noord-Afghanistan. In deze sessie werd eveneens gesproken over insider attacks en redeployment. Veel landen die actief zijn in RC North laten hun aanwezigheid afhangen van de voortgang in dit deel van Afghanistan en zetten in toenemende mate in op advies en training. De komende twee jaar zal de presentie van ISAF zich in het noorden steeds meer concentreren op Mazar-e-Sharif en bevolkingscentra zoals Kunduz. De oproep van de Duitse minister om de plannen voor terugtrekking in het noorden goed te coördineren heb ik gesteund. Enkele partners in RC North gaven aan binnenkort van start te zullen gaan met het plannen van hun aanwezigheid na 2014.

Kosovo (KFOR)

Tijdens de vergadering spraken de ministers van Defensie van de Navo en de partnerlanden over de situatie in Kosovo en blikten zij vooruit op de ontwikkeling van de missie. De ministers constateerden dat de veiligheid en de bewegingsvrijheid van de Kosovaren het afgelopen jaar is verbeterd dankzij de inspanningen van KFOR. Aan het eind van dit jaar vindt een herpositionering van KFOR-troepen plaats waarna de Operational Reserve Force (ORF) van KFOR wordt teruggetrokken. De ambitie om KFOR te verminderen blijft ongewijzigd, maar de omstandigheden in Kosovo staan dit echter nog niet toe. Voortgang in het politieke proces is hiervoor een belangrijke voorwaarde. Het Nederlandse mandaat voor deelneming aan KFOR liep op 1 oktober 2012 af. De regering heeft het mandaat met een jaar verlengd tot 1 oktober 2013 en zal op het moment dat het besluitvormingsproces over de gefaseerde reductie van KFOR bij de Navo begint de Nederlandse bijdrage aan KFOR heroverwegen. Tot die tijd draagt Nederland bij met drie militaire staffunctionarissen.

Northern Group

In de bijeenkomst van de Northern Group spraken de ministers onder voorzitterschap van Denemarken over het partnerschapbeleid van de Navo en insider attacks. De Northern Group onderstreepte het belang van de huidige partnerschappen met Finland en Zweden. Ik voegde daar het belang van een blijvend partnerschap met Australië en Nieuw Zeeland aan toe. De Northern Group vindt dat er robuuste arrangementen moeten worden opgesteld voor deze partnerschappen. Enkele ideeën die tijdens de bijeenkomst aan de orde kwamen zullen op ambtelijk niveau verder worden uitgewerkt.

Naar boven