28 676 NAVO

Nr. 168 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 november 2012

Hierbij informeer ik u over de agenda van, en de Nederlandse inzet voor, de bijeenkomst van NAVO-ministers van Buitenlandse Zaken, die op 4 en 5 december a.s. in Brussel wordt gehouden.

De Minister van Buitenlandse Zaken, F.C.G.M. Timmermans

1. Agenda

De bijeenkomst van de NAVO-ministers van Buitenlandse Zaken vormt het eerste ministeriële overleg op BZ-niveau na de NAVO-top in Chicago (20 en 21 mei 2012, voor verslag zie Kamerstuk 28 676, nr. 162 d.d. 26 juni 2012). De agenda voor de bijeenkomst staat nog niet vast. Wel is duidelijk dat deze deels in het teken zal staan van de uitwerking van de in Chicago gemaakte afspraken over het partnerschapsbeleid van de NAVO. De bijeenkomst begint met een informele ontmoeting van de bondgenoten met Rusland in het kader van de NAVO-Rusland Raad (NRC). In een sessie van de Noord-Atlantische Raad (NAR) à 28 zal worden gesproken over het partnerschapsbeleid van de NAVO, de situatie op de Balkan en mogelijk Afghanistan. Tijdens het werkdiner op 4 december zal de situatie in het Midden-Oosten en Noord-Afrika aan de orde komen, waaronder de zorgelijke situatie in Syrië. De tweede dag vindt een ontmoeting plaats met alle ISAF-partners en zal mogelijk de NAVO-Georgië Raad (NGC) bijeenkomen.

2. Rusland

De regering is verheugd dat de NAVO-Rusland Raad (NRC) in Brussel bijeen zal komen nadat een ontmoeting in Chicago eerder dit jaar niet mogelijk bleek. De regering acht het van belang dat de constructieve samenwerking van de NAVO met Rusland wordt voortgezet, ondanks de verschillen van inzicht die bestaan over de raketverdediging. Op praktisch terrein zijn de afgelopen jaren wel degelijk resultaten geboekt. Zo zijn in Afghanistan inmiddels 2200 officieren getraind via het counter-narcotics training project en worden gezamenlijke trainingen van Afghaanse technici via het Helicopter Maintenance Trust Fund (HMTF) verzorgd. Ook op het terrein van tactische operaties in anti-piraterij-missies en via het Cooperative Airspace Initiative (CAI) weten Rusland en de NAVO elkaar steeds beter te vinden.

Vanuit deze praktische samenwerking kan hopelijk binnen afzienbare tijd ook de politieke dialoog met Rusland weer beter vorm worden gegeven. Er liggen met name mogelijkheden bij het verbeteren van de transparantie op diverse terreinen tussen de NAVO en Rusland, waaronder de ontwikkeling van een zogenaamde common space of trust voor trainingen en (grootschalige) oefeningen. Nederland heeft zich in het verleden met succes ingezet voor meer wederzijdse transparantie met Rusland ten aanzien van sub-strategische nucleaire wapens. In de Deterrence and Defence Posture Review (DDPR) heeft de NAVO afgesproken aan Rusland het aanbod te doen om hierover besprekingen te beginnen. Evident is dat het politieke momentum mede afhankelijk is van de bredere bilaterale relatie tussen Rusland en de VS. Gezien het belang van transparantie voor meer onderling vertrouwen, hoopt de regering dat deze besprekingen spoedig een aanvang kunnen nemen en zal zij, waar mogelijk, de besprekingen steunen en faciliteren.

3. Partnerschappen

De NAVO streeft naar een brede veiligheidsalliantie, waarin alle politieke en militaire instrumenten worden benut om dreigingen van de 21e eeuw het hoofd te kunnen bieden. In Chicago werd het belang van nauwere samenwerking en dialoog met partnerlanden, zoals overeengekomen tijdens de top in Lissabon (2010) en de bijeenkomst van ministers van Buitenlandse Zaken in Berlijn (2011), herbevestigd. De NAVO hanteert voor partners een open deurbeleid en zoekt allianties bij militaire en anderssoortige operaties. De samenwerkingsvormen die daarbij gehanteerd worden zijn flexibel en op maat gesneden. Tot die vormen behoren de praktische samenwerking en politieke dialoog in het kader van de Partnership for Peace (PfP), Mediterranean Dialogue (MD) en het Istanbul Cooperation Initiative (ICI). Met de global partners, in het bijzonder Aziatische en Pacifische landen, kan de samenwerking in de toekomst verder worden geïntensiveerd door gemeenschappelijke oefeningen, initiatieven om de interoperabiliteit te bevorderen maar ook door deelname aan Smart Defence-projecten.

Nederland onderstreept het belang van NAVO-partnerschappen en vraagt geregeld aandacht voor voortgezette inzet van partners ter bestendiging van mensenrechten, rechtsstaat, democratie en economische ontwikkeling, teneinde stabiliteit en veiligheid van en met partners te bevorderen. De NAVO en India kunnen ervaringen over hun activiteiten in de Indische Oceaan bij de bestrijding van piraterij delen en daardoor veel van elkaar leren. Hetzelfde geldt voor samenwerking met global partner Australië, waar Nederland als aanspreekpunt namens de NAVO fungeert. Het recente bezoek van SG Rasmussen aan Canberra en een gezamenlijke NAVO-Australische verklaring zijn stappen die Nederland toejuicht.

Verschillende NAVO-bondgenoten, waaronder Nederland, betreuren het dat het bilaterale geschilpunt tussen Turkije en Israël gevolgen heeft voor NAVO-aangelegenheden. Zij onderstrepen het principe van non-discriminatie ten aanzien van partners. De leidraad is partners gelijk te laten optrekken in het intensiveringsproces, conform het besluit tijdens de bijeenkomst van ministers van Buitenlandse Zaken in Berlijn (2011). Ik heb dit in een telefonisch onderhoud met mijn Turkse collega Davutoglu nog eens onderstreept. Nederland zal Turkije en Israël blijven aanmoedigen deze kwestie zo snel mogelijk op te lossen.

Bijzondere aandacht zal moeten blijven uitgaan naar de samenwerking tussen de NAVO en andere internationale organisaties als de EU, VN en OVSE. Die samenwerking kan en moet beter, zeker waar het de activiteiten met de EU betreft. De inspanningen op het terrein van Smart Defence (NAVO) en Pooling&Sharing (EU) dienen goed op elkaar te worden afgestemd; doublures moeten worden voorkomen. Nederland zal zich in de NAVO en de EU blijven inzetten om de samenwerking te versterken.

4. Midden-Oosten en Noord-Afrika

Tijdens het werkdiner op 4 december komt de situatie in het Midden-Oosten en Noord-Afrika aan bod. De NAVO heeft in het kader van de Mediterranean Dialogue (MD) een partnerschap met Algerije, Egypte, Israël, Jordanië, Mauritanië, Marokko en Tunesië. De NAVO-bondgenoten werken met partners aan afspraken om die samenwerking te verdiepen. In het kader van het Istanbul Cooperation Initiative (ICI) werkt de NAVO nauw samen met Bahrein, Qatar, Koeweit en de Verenigde Arabische Emiraten. Nederland is voorstander van toetreding van Oman en Saoedi-Arabië tot het ICI. De toetreding van deze landen kan bijvoorbeeld de samenwerking op het gebied van piraterijbestrijding bevorderen.

De Arabische regio zit in een ingrijpend transitieproces. De politieke, economische en maatschappelijke veranderingen volgen elkaar in hoog tempo op. De NAVO volgt de situatie rond de Turkse grens met Syrië nauwlettend. Het incident met het neergehaalde Turkse verkenningstoestel op 22 juni jl. en de recente grensincidenten leidden tweemaal tot zogenaamde artikel 4 consultaties tussen bondgenoten. NAVO-bondgenoten benadrukten herhaaldelijk hun solidariteit met Turkije. Nederland staat samen met de andere bondgenoten volledig achter Turkije.

5. Balkan

Nederland verwelkomt de intensivering van de dialoog met partnerlanden, waaronder ook met landen op de Balkan. In de NAVO bestaat breed gedragen waardering voor de steun en bijdragen van de Balkanlanden aan NAVO-missies en operaties. Diverse Balkanlanden leveren een substantiële bijdrage aan de ISAF-operatie.

Na de oorlogen die volgden na het uiteenvallen van Joegoslavië heeft de internationale gemeenschap zich met een combinatie van diplomatieke, militaire en financiële middelen ingespannen om de stabiliteit, wederopbouw en het EU- en NAVO-perspectief van de regio te bevorderen. Hoewel de top in Chicago geen uitbreidingstop was, bevestigden de NAVO-bondgenoten daar opnieuw de open houding t.a.v. eventuele uitbreiding, onder meer in een bijeenkomst met Macedonië, Montenegro, Bosnië-Herzegovina en Georgië. Nederland verwelkomt de positieve voortgang die landen met toetredingsambities tot dusver hebben geboekt op het gebied van o.a. democratisering, mensenrechten en rechtsstaat en kijkt uit naar voortzetting van deze trend. Landen moeten in staat en bereid zijn om bij te dragen aan de veiligheid en stabiliteit van het bondgenootschap.

De toetreding van Macedonië vormt een specifiek geval. Het land voldoet op zich aan de criteria om toe te kunnen treden tot de NAVO. Tijdens de top in Boekarest is echter wel bepaald dat de naamskwestie met Griekenland moet zijn opgelost voordat het land kan toetreden tot de NAVO. Nederland heeft regelmatig en krachtig gepleit om zo spoedig mogelijk tot een akkoord over de naamskwestie te komen en het Macedonische Euro-Atlantische integratieproces weer op de rails te krijgen. De regering zal dat blijven doen.

6. Afghanistan

De ministers zullen stilstaan bij de NAVO-inzet in Afghanistan, de voortgang in het transitieproces en relevante ontwikkelingen in de aanloop naar de situatie na 2014. Specifieke aandacht zal worden besteed aan de financiering van de Afghan National Security Forces (ANSF) na 2014. De komende tijd moeten de kaders voor financiering van leger en politie na 2014 verder worden uitgewerkt, conform de afspraken die tijdens de Chicago-top zijn gemaakt. Nederland benadrukt in dit kader het belang van Afghaanse verantwoordelijkheid, transparantie, deugdelijke verantwoordingsmechanismen en goede coördinatie tussen de Afghaanse overheid, donoren en financieringskanalen. Zoals in de aanloop naar de Chicago-top aan uw Kamer gemeld zal Nederland in de periode 2015 – 2017 jaarlijks een bedrag van EUR 30 mln bijdragen, waarvan € 5 mln voor het Afghaanse leger en € 25 mln voor de Afghaanse politie.

Het grootste deel van Afghanistan bevindt zich in de transitiefase, waarbij geleidelijk de verantwoordelijkheid voor de veiligheid wordt overgedragen aan de ANSF. Tot nu toe verloopt dit proces volgens plan: de ANSF blijken in staat om de veiligheidssituatie in de transitiegebieden te handhaven en de samenwerking met de internationale troepenmacht is goed. Helaas vinden nog incidenten plaats, waarbij Afghaanse politiefunctionarissen en militairen hun internationale collega’s aanvallen. Zoals gemeld aan uw Kamer hebben deze incidenten de hoogste aandacht en heeft ISAF maatregelen genomen om het risico op incidenten te beperken. Naar verwachting zal de volgende, voorlaatste fase van het transitieproces eind van dit jaar of begin volgend jaar worden afgekondigd. Volgens de planning zal vanaf half 2013 het gehele Afghaanse grondgebied in transitie zijn.

In het kader van het transitieproces legt ISAF steeds meer de nadruk op begeleiding en training van de ANSF. Het Security Force Assistance model is ontwikkeld waarbij de Police Operational and Mentor Liaison Teams (POMLTs) worden vervangen door Police Advisory Teams (PATs). De PATs richten zich meer op advisering bij algemene politie-managementtaken, zoals logistiek, verbindingen en personeel.

Veel aandacht gaat in NAVO verband verder uit naar een gecoördineerde aanpak van de terugtrekkingsactiviteiten van de verschillende aan ISAF deelnemende landen. Tijdens de NAVO Defensie ministeriële van 9 en 10 oktober jl. is hierover uitgebreid gesproken (zie Kamerstuk 28 676, nr. 167 d.d. 1 november 2012). De ISAF-landen onderstreepten het belang van een goede onderlinge samenwerking, transparantie en coördinatie en spraken af dat dit onderwerp met enige regelmaat op de NAVO-agenda zal terugkeren.

Tijdens de Defensie ministeriële is ook het planningsdirectief voor de missie na 2014 in Afghanistan aangenomen, waarmee de planning voor deze missie formeel van start is gegaan. Zoals eerder aan uw Kamer gemeld zal de NAVO missie na 2014 geen gevechtsmissie zijn en zich richten op de drie kerntaken van training, advisering en bijstand. De regering doet nu nog geen uitspraak over een mogelijke Nederlandse bijdrage aan de post-2014 NAVO-missie.

7. Georgië

Op 1 oktober jl. heeft Georgië een nieuw parlement gekozen. Deze verkiezingen werden gezien als een lakmoesproef voor de democratische voortgang van het land. De internationale gemeenschap heeft het verloop van de verkiezingen, ondanks diverse door ODIHR geregistreerde onregelmatigheden, vooralsnog positief beoordeeld. De opkomst was hoog en er was sprake van duidelijke meerpartijenconcurrentie. De verkiezingen leverden een overwinning op voor de vorig jaar opgerichte oppositiebeweging Georgische Droom, onder leiding van Bidzina Ivanishvili, die daarmee de nieuwe premier van Georgië is geworden. De Georgische presidentsverkiezingen staan gepland voor oktober 2013. De vraag is wat de invloed van de verkiezingsuitslag op het proces van politieke hervormingen zal zijn. De NAVO-Georgië Raad (NGC) biedt een goede gelegenheid een antwoord van de Georgische leiders op deze vraag te krijgen. Nederland blijft belang hechten aan een goede partnerschapsrelatie met Georgië. De weg naar het NAVO-lidmaatschap is echter nog lang (niet in de laatste plaats vanwege de conflicten in Abchazië en Zuid-Ossetië) en Nederland zal Georgië blijven aanmoedigen om door te gaan met democratische, rechtstatelijke en defensiehervormingen.

Naar boven