Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 1 februari 2021
In het kader van het programma Samen tegen mensenhandel en de afspraken uit het Interbestuurlijk Programma zijn er belangrijke stappen gezet
om de gemeentelijke aanpak van mensenhandel te versterken. Zo heeft de VNG samen met
partners het Kompas Aanpak Mensenhandel en de longread mensenhandel gelanceerd, is
het bestuurlijk netwerk mensenhandel opgericht en zijn met middelen van het rijk in
drie regio’s pilots regionale aanpak mensenhandel gestart. In de motie van het lid
Kuik (CDA) c.s. van 3 juli 2019 (Kamerstuk 28 638, nr. 167) heeft uw Kamer mij verzocht om samen met de VNG en gemeenten een kader te formuleren
waar een gemeente aan dient te voldoen om te kunnen spreken van een gemeente die alert
is op de aanpak van mensenhandel, en bij het opstellen van dat kader in overleg te
treden met de VNG. U heeft mij tevens verzocht gemeenten erkenning te geven indien
zij voldoen aan dit kader, bijvoorbeeld in de vorm van een keurmerk, en hierbij ook
te kijken naar ervaringen in het Verenigd Koninkrijk. Met deze brief ga ik in op de
uitvoering van de motie.
Proces
Zoals verzocht in de motie hebben de VNG en het Ministerie van JenV contact gezocht
met de betrokkenen in het Verenigd Koninkrijk. Een werkbezoek ten behoeve van kennisuitwisseling
stond gepland voor juli 2020, maar kon geen doorgang vinden door COVID-19. Er is samen
met de VNG besloten om desalniettemin over te gaan tot het opstellen van een kader.
Dit kader is zorgvuldig tot stand gekomen met medewerking van gemeenten en verschillende
relevante partners1.
Inhoud kader
De gemeenten hebben in de aanpak van mensenhandel vier rollen: signaleerder, beleidsmaker,
regisseur van de integrale aanpak en verantwoordelijke voor zorg en opvang. In 2015
heeft de Commissie Lenferink een rapport over de aanpak van mensenhandel opgesteld.
Uit het rapport kwam naar voren dat gemeenten hun rol in de aanpak van mensenhandel
verder moeten invullen. Het kader2 helpt gemeenten te bepalen wat ze moeten doen om verder invulling te geven aan hun
verantwoordelijkheden en zo een goede aanpak van mensenhandel te realiseren. Daarnaast
moedigt het kader gemeenten aan om een stap verder te gaan in de ontwikkeling van
de aanpak wanneer zij daar klaar voor zijn en als dit past binnen de lokale en regionale
situatie. Het kader biedt op een beknopte wijze inzicht in verschillende bouwstenen
op de thema’s beleid, signalering, bewustwording, samenwerking en zorg voor slachtoffers.
Voor de verschillende thema’s zijn twee plateau’s opgenomen: plateau één betreft een
basisniveau met de bouwstenen die in elke gemeente geregeld dienen te worden om op
een juiste manier invulling te geven aan de aanpak van mensenhandel. Plateau 2 zijn
optionele bouwstenen die worden aanbevolen voor een doorontwikkeling van de gemeentelijke
aanpak.
Vervolgproces
Voor een goede borging van het kader wordt het gekoppeld aan het reeds opgeleverde
Kompas Aanpak Mensenhandel. Verder zal met de VNG worden onderzocht op welke wijze
gemeenten kunnen worden aangemoedigd om het kader daadwerkelijk te gebruiken. Na vaststelling
van het kader in de VNG Commissie Bestuur en Veiligheid en het VNG-bestuur zal de
VNG samen met het ministerie werken aan een implementatieplan. Hierin zal onder andere
worden bekeken hoe het kader onder de aandacht gebracht kan worden bij gemeenten en
hoe bestuurders gemotiveerd kunnen worden om het kader te gebruiken, bijvoorbeeld
met behulp van het bestuurlijk netwerk mensenhandel. In overleg met de VNG is echter
besloten om geen formele erkenning te geven aan gemeenten die voldoen aan het kader,
omdat dat niet past bij de gedachte van het Interbestuurlijk Programma waarin Rijk
en medeoverheden gelijkwaardige partners zijn. Bovendien zouden gemeenten voor een
duurzame aanpak vanuit een intrinsieke motivatie moeten werken. Ook wekt erkenning
de indruk dat er een stabiele situatie mogelijk is, terwijl de aanpak van mensenhandel
voortdurend aandacht en bijstelling behoeft. JenV en de VNG blijven wel de uitwisseling
van best practices tussen gemeenten faciliteren en goede initiatieven op het gebied
van de gemeentelijke aanpak breed onder de aandacht brengen bij de gemeenten, bijvoorbeeld
bij het bestuurlijk netwerk mensenhandel.
Het kader is tot stand gekomen met de input van vele gemeenten en partners om zo het
draagvlak voor het kader te vergroten. Ik heb er dan ook vertrouwen in dat het kader,
met ondersteuning van de VNG, gemeenten kan helpen bij het opstellen en door ontwikkelen
van de gemeentelijke aanpak van mensenhandel.
De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
A. Broekers-Knol