28 638 Mensenhandel

Nr. 164 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID EN DE MINISTERS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT, VAN BUITENLANDSE ZAKEN, VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING EN VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID EN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 13 november 2018

Mensenhandel maakt een enorme inbreuk op de individuele vrijheid van mensen en is daarmee een van de ernstigste en meest complexe vormen van ondermijnende criminaliteit. Elke dag worden mannen en vrouwen, jongens en meisjes slachtoffer van seksuele uitbuiting, arbeidsuitbuiting en criminele uitbuiting. Mensenhandel vindt plaats in woonhuizen, hotels en parken, en op bedrijventerreinen, stations, boerenerven en schepen. Wij kunnen en willen niet accepteren dat dit soort praktijken binnen en buiten Nederland plaatsvinden. Dit kabinet zet daarom stevig in op het intensiveren van de aanpak van mensenhandel.

Dat doen we op verschillende manieren. Allereerst maken we ons gezamenlijk hard tegen mensenhandel via het programma Samen tegen mensenhandel1. Naast de middelen die eerder beschikbaar zijn gesteld aan het OM en de politie (2 miljoen euro), is in het regeerakkoord sprake van een flinke intensivering voor de aanpak mensenhandel. In het regeerakkoord zijn extra middelen beschikbaar gesteld voor de opvang van slachtoffers van mensenhandel (2 miljoen euro), daarnaast wordt binnen de 50 miljoen euro voor de Inspectie SZW de aanpak van arbeidsuitbuiting uitgevoerd.2 Tevens wordt een deel van de 291 miljoen euro voor de politie ingezet voor onder meer extra politie-liaisons voor mensenhandel. Verder zetten we in op een betere regulering van de prostitutiebranche en het tegengaan van misstanden zoals mensenhandel daarin. Dat doen we middels wetgeving die onder meer voorziet in een vergunningplicht voor alle vormen van bedrijfsmatige seksuele dienstverlening, en door het strafbaar stellen van het uit winstbejag faciliteren van illegale prostitutie, het zogenaamde pooierverbod. Tevens wordt de zedenwetgeving gemoderniseerd3.

De afgelopen maanden hebben we als kabinet via workshops en werkbezoeken onderzocht wat goed gaat in de aanpak van mensenhandel, maar vooral ook gehoord wat er beter kan en moet. Wat hierbij opviel was de grote betrokkenheid, inzet en deskundigheid van de vele professionals die zich dagelijks inzetten om mensenhandel te bestrijden. Ook de gesprekken met slachtoffers van mensenhandel maakten diepe indruk.

De gesprekken maken duidelijk dat seksuele uitbuiting, arbeidsuitbuiting en criminele uitbuiting reële problemen zijn in Nederland. Problemen die echter nog veel te vaak onopgemerkt blijven. Dat blijkt ook uit de recent verschenen Slachtoffermonitor mensenhandel 2013–2017 van de Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen4.

Wij vinden het onaanvaardbaar dat uitbuiting van volwassenen en kinderen nog steeds plaatsvindt. Dat moet stoppen! Met het programma Samen tegen mensenhandel geven we daarom een stevige impuls aan de bestrijding van mensenhandel in Nederland en daarbuiten.

Het programma heeft de titel Samen tegen mensenhandel gekregen omdat we mensenhandel alleen in gezamenlijkheid kunnen aanpakken. Samen staat in dit geval voor interdepartementaal, maar vooral ook samen met partners als gemeenten, het OM, de politie, de Inspectie SZW, de KMar, de IND, opvang- en zorginstellingen, jeugdhulpverlening, scholen, NGO’s, private partijen en internationale partners. Alleen gezamenlijk kunnen we deze mensonterende vorm van criminaliteit een halt toeroepen.

Hiervoor is een integrale benadering van de problematiek nodig. Dat wordt ook onderstreept door de systeemanalyse mensenhandel die op verzoek van CoMensha onder begeleiding van TNO is uitgevoerd door een groep experts uit het mensenhandeldomein5. Uit deze analyse blijkt wederom hoe complex de mensenhandelproblematiek is. Om mensenhandel effectief te bestrijden moet gelijktijdig ingezet worden op vele verschillende facetten die gezamenlijk bijdragen aan het terugdringen van het aantal slachtoffers van mensenhandel in Nederland.

Met dit programma geven we tevens gehoor aan een van de kernaanbevelingen die de internationale Group of Experts against Trafficking in Human Beings (GRETA) in haar tweede rapportage over Nederland doet6. GRETA roept Nederland hierin op om werk te maken van een «nationaal actieplan». Het programma Samen tegen mensenhandel voorziet in een dergelijk plan. Daarnaast wordt met het programma opvolging gegeven aan verschillende andere aanbevelingen van GRETA.

In het programma worden tal van projecten, acties en initiatieven beschreven die de afgelopen maanden reeds in gang zijn gezet en die op korte of middellange termijn al de eerste resultaten opleveren. Deze projecten, acties en initiatieven vormen nadrukkelijk een aanvulling op het bestaande beleid dat in de voorgaande jaren ontplooid is. In het programma beperken wij ons tot de beschrijving van de nieuwe initiatieven, dit laat onverlet dat het bestaande beleid ook in de komende jaren gecontinueerd wordt.

Het programma dient daarbij als kapstok waar steeds weer nieuwe initiatieven aan verbonden kunnen worden, naar gelang de ontwikkelingen in het veld en de behoeften bij de bij dit actieplan betrokken partijen. Dit vergt onze continue inzet en betrokkenheid. Met dit programma committeert het kabinet zich hier langdurig aan. Nauwe samenwerking met de eerder genoemde partners blijft hierin ook de komende jaren cruciaal.

De hiervoor genoemde rapporten zijn als bijlage toegevoegd. De aanbevelingen die hierin zijn opgenomen worden in het programma Samen tegen mensenhandel geadresseerd. Zoals toegezegd tijdens het AO mensenhandel en prostitutie op 27 september delen we het programma hiermee nog voor de begrotingsbehandeling van het Ministerie van Justitie en Veiligheid met uw Kamer.

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, M.G.J. Harbers

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, H.M. de Jonge

De Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. Blok

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, S.A.M. Kaag

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, W. Koolmees

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, T. van Ark


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

X Noot
2

Zie voor de verdeling van de middelen Kamerstuk 29 544, nr. 846.

X Noot
3

Kamerstuk 29 279, nr. 427.

X Noot
4

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

X Noot
5

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

X Noot
6

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

Naar boven