28 638 Mensenhandel

Nr. 158 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 1 juni 2017

Tijdens het VAO Mensenhandel d.d. 23 februari jl. (Handelingen II 2016/17, nr. 57, item 4 en item 54) heeft uw Kamer de motie Van Nispen en Volp aangenomen1, die oproept om in overleg te gaan met de nationale politie, het Openbaar Ministerie, de Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen (Nationaal Rapporteur) en het Strategisch Overleg Mensenhandel (SOM), om te bespreken wat nodig is om ervoor te zorgen dat mensenhandel effectiever kan worden bestreden. Ook is gevraagd om aan te geven op welke wijze het extra geld voor de aanpak van mensenhandel wordt ingezet, dat bij de begroting van 2017 beschikbaar is gesteld.

Tijdens hetzelfde VAO heeft uw Kamer de motie Volp en Van Nispen aangenomen2, die oproept de Kamer te informeren op welke wijze kennis en expertise over uitbuiting van minderjarigen in de criminaliteit wordt geborgd, door samenwerking met gemeenten en andere partners, inclusief de werkwijze zoals ontwikkeld in het project «13Oceans». Daarbij is ook verzocht in te gaan op de wijze waarop het extra toegezegde geld wordt ingezet in de strijd tegen uitbuiting van minderjarigen in de criminaliteit. In het AO Mensenhandel van 16 februari heb ik verder toegezegd uw Kamer te informeren over de vervolgstappen op basis van het WODC-onderzoek «Uitbuiting van minderjarigen in de criminaliteit in Nederland», het project 13Oceans en het onderzoek van de Nationaal Rapporteur Zicht op Kwetsbaarheid.

Met deze brief informeer ik u over de huidige stand van zaken met betrekking tot de uitvoering van deze moties.

1. Intensivering aanpak mensenhandel

In de begroting voor 2017 is één miljoen vrijgemaakt voor versterking en intensivering van de aanpak van mensenhandel door politie en OM. Vanaf 2018 is hier structureel twee miljoen voor beschikbaar. Met deze extra middelen wordt ingezet op een effectievere aanpak van mensenhandel, met als doel méér en kwalitatief beter mensenhandel zaken op te pakken. Hiertoe worden concrete maatregelen getroffen, die er onder meer voor moeten zorgen dat de beschikbare capaciteit effectiever op mensenhandel wordt ingezet, waardoor uiteindelijk meer mensenhandel zaken opgepakt kunnen worden:

  • Om het aantal gespecialiseerde rechercheurs voor mensenhandel zaken te vergroten, worden jaarlijks méér rechercheurs opgeleid tot gecertificeerd mensenhandel-rechercheur. In januari zijn de eerste 20 extra rechercheurs gestart met deze opleiding. Hiermee wordt een structurele toename gerealiseerd van het gespecialiseerde recherchepotentieel voor mensenhandel zaken, met zo’n 5% op jaarbasis.

  • Om de signalering te verbeteren, worden alle eerstelijns politiemedewerkers getraind in het herkennen van signalen van mensenhandel. Het trainingsprogramma voor de eerstelijns medewerkers wordt momenteel ontwikkeld en later dit jaar in gebruik genomen.

  • Om de informatiepositie te verbeteren, wordt het Expertisecentrum Mensenhandel en Mensensmokkel (EMM) uitgebreid met analisten en digitale specialisten. Ook is extra budget beschikbaar voor diepgaand fenomeenonderzoek op het terrein van mensenhandel.

  • Om signalen van mensenhandel online effectiever op te pikken, wordt geïnvesteerd in het (door)ontwikkelen van de webcrawler. Dit is een digitale rechercheapplicatiewaarmee bronnen op internet efficiënt doorzocht worden.

  • Bij het Openbaar Ministerie wordt in 2017 een landelijk zaaksturingscoördinator aangesteld, die onder andere ingezet zal worden op het verbeteren van de verbinding met het EMM en het versterken van de integrale informatiepositie. Hierdoor kunnen er weloverwogen keuzes gemaakt worden om tot een effectievere aanpak te komen. Vanaf 2018 wordt een extra officier van justitie met ondersteuning aangesteld, om het -op basis van de investeringen bij politie- toegenomen aantal signalen en zaken te kunnen behandelen.

Naast de extra investeringen dragen twee andere omstandigheden bij aan het versterken van de aanpak van mensenhandel. De capaciteit voor mensenhandel binnen de Afdelingen Vreemdelingenpolitie, Identificatie en Mensenhandel van de politie (AVIM’s) is weer op sterkte. Daarnaast zijn door de terugloop van vluchtelingenstroom veel ID-straten inmiddels niet meer operationeel, waardoor de AVIM’s hier minder mensen – inclusief mensenhandel specialisten – voor hoeven te leveren.

Voor de huidige stand van zaken binnen de aanpak geldt, dat de definitieve cijfers over de aanpak in 2016 pas in het najaar van 2017 bekend worden. In 2015 was sprake van een duidelijke afname van het aantal bij CoMensha geregistreerde mogelijke slachtoffers ten opzichte van 2014, en de voorlopige cijfers over geregistreerde slachtoffers in 2016 laten een verdere daling zien. Bij het aantal mensenhandel zaken dat in 2016 bij het OM is ingestroomd, lijkt op basis van voorlopige cijfers echter geen sprake van een vergelijkbare daling ten opzichte van 2015.

Verdere intensivering

In aanvulling op de hierboven beschreven intensivering, ben ik conform de oproep in de motie van Nispen en Volp, d.d. 23 februari 2017, in gesprek met de politie, OM, Nationaal Rapporteur, de Taskforce Mensenhandel, en het Strategisch Overleg Mensenhandel, over mogelijke extra maatregelen die kunnen bijdragen aan een nog intensievere en effectievere inzet bij de aanpak van mensenhandel. Dit is in de Taskforce d.d. 20 april jongstleden besproken. Leden van de Taskforce gaven aan mogelijkheden te zien voor verdere intensivering. Met bovengenoemde partijen, inclusief gemeenten, wordt nader gesproken om deze mogelijkheden binnen de bestaande budgettaire kaders verder te verkennen. Zodra ook de bespreking met het Strategisch Overleg Mensenhandel plaats heeft gevonden, en de mogelijke aanvullende – inhoudelijke – maatregelen verder zijn uitgekristalliseerd, informeer ik uw Kamer nader.

2. Vervolgstappen aanpak uitbuiting van minderjarigen in de criminaliteit

De kennis die in de afgelopen periode is opgedaan over het fenomeen uitbuiting van minderjarigen in de criminaliteit wordt geborgd binnen de aanpak van mensenhandel. Het project 13Oceans en het WODC-onderzoek naar dit fenomeen, bieden daarbij diverse aanknopingspunten. De uitbuiting van minderjarigen in de criminaliteit is een relatief onontgonnen terrein voor professionals, wat aanleiding is voor onderstaande vervolgstappen.

Vervolg 13Oceans

De leden van het integrale projectteam van 13Oceans gaan dit jaar voorlichting geven aan de opsporing en bij ZSM. Zij zullen hun kennis en ervaringen over een succesvolle aanpak delen met collega’s. De politie en het OM zullen adequate stappen zetten om opsporing en vervolging van verdachten voort te zetten indien daarover informatie bekend wordt.

De integrale werkwijze die is gehanteerd binnen het opsporingsonderzoek 13Oceans krijgt een vervolg. De integrale begeleidingscommissie, waarin politie en OM met onder andere hulpverleningsinstanties samenwerkten, wordt omgevormd tot een landelijke expertgroep. De expertgroep gaat zorg- en veiligheidspartners ondersteuning bieden bij de effectieve aanpak van deze problematiek, waarbij het belang voorop staat dat kinderen uit uitbuitingssituaties worden gehaald. De expertgroep zal verder een rol vervullen in het signaleren van obstakels in de aanpak en het opwerpen van barrières.

Inzet extra middelen politie en OM

De middelen die worden ingezet ter versterking van de mensenhandel-aanpak, worden tevens ingezet voor de aanpak van uitbuiting van minderjarigen in de criminaliteit. Uitbreiding van de analysecapaciteit bij het EMM versterkt de kennisborging van het onderwerp criminele kinderuitbuiting binnen politie en verstevigt de expertisefunctie. Daarnaast worden de inzichten uit 13Oceans en het WODC-onderzoek betrokken in de awarenesstraining voor alle eerste-lijnsmedewerkers.

Integrale aanpak

Een integrale aanpak is noodzakelijk om minderjarige slachtoffers van criminele uitbuiting een perspectief te kunnen bieden en mensenhandelaren op te sporen en te straffen. Het is complexe casuïstiek waarbij verschillende zorg- en veiligheidspartners betrokken moeten zijn. Het project 13Oceans heeft het effect van een integrale aanpak laten zien. De hierboven genoemde landelijke expertgroep bouwt hierop voort. Ook binnen het programma Aanpak uitbuiting Roma kinderen zijn op dit vlak goede resultaten geboekt. Eind 2016 is het programma na een periode van zes jaar afgerond. U bent hier over geïnformeerd in een brief van 4 april 20173. Door de bestuurders van een aantal proeftuinen4 is nadrukkelijk gevraagd de samenwerking niet geheel los te laten. Er zijn goede resultaten geboekt, maar tegelijkertijd is duidelijk dat de complexe problematiek binnen Roma Multi probleemgezinnen nog lang niet «opgelost» is. Om die reden worden in 2017 elementen uit het programma geborgd. Zo zal bijvoorbeeld het CCV bijdragen aan de borging van kennis en ervaringen door het aanstellen van een adviseur op het terrein van multi-probleemgezinnen met een Roma achtergrond.

Tot slot

De investeringsmaatregelen die momenteel worden uitgevoerd, moeten leiden tot concrete resultaten bij de aanpak van mensenhandel, inclusief de aanpak van uitbuiting van minderjarigen in de criminaliteit. Dit moet in de cijfers over 2017 en verder terug te zien zijn. Met de partners bij de aanpak van mensenhandel bespreek ik de mogelijkheden voor verdere intensivering van de aanpak, binnen de bestaande budgettaire kaders. Ik informeer uw Kamer hierover nader na de zomer.

De Minister van Veiligheid en Justitie, S.A. Blok


X Noot
1

Kamerstuk 28 638, nr. 153.

X Noot
2

Kamerstuk 28 638, nr. 156.

X Noot
3

Kamerstuk 32 824, nr. 193.

X Noot
4

De proeftuinen vonden plaats in de gemeenten Nieuwegein, Lelystad, Ede, Veldhoven, Capelle aan den IJssel, Tilburg, Enschede, Den Bosch, Gilze en Rijen en bij de Nationale Politie en het Leger des Heils.

Naar boven