28 625 Herziening van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid

32 627 (Glas)tuinbouw

Nr. 361 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 3 april 2024

Hierbij stuur ik u de reactie op het verzoek van de vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over de stijging van de broeikasgasuitstoot in de landbouw van 13 maart jl. met kenmerk 2024D09655.

De voorlopige kwartaalcijfers voor de emissies in 2023 van het CBS laten zien dat de broeikasgasuitstoot van de landbouw met 2% is toegenomen in vergelijking met 2022. De toename is vrijwel geheel toe te schrijven aan een hogere uitstoot van CO2. Voor methaan en lachgas is de uitstoot nagenoeg gelijk gebleven.

De CO2-uitstoot in de landbouw is voor het overgrote deel afkomstig van de glastuinbouw. De uitstoot van de glastuinbouw in 2022 lag flink lager dan die in het jaar daarvoor. Door de hoge aardgasprijzen en milde weersomstandigheden was 2022 een uitzonderlijk jaar. Het klopt dat de uitstoot in 2023 ten opzichte van 2022 wat is gestegen, maar deze zit nog steeds ver onder het niveau van 2021.1

Voor het beleid voor de glastuinbouw is het emissiedoel van 4,3 Mton CO2-equivalenten in 2030 bepalend. Volgens de Klimaat- en Energieverkenning 2023 van het PBL ligt dat doel binnen bereik. Voor de landbouw als totaal is dat nog niet het geval, daar zijn extra stappen nodig. Over de voortgang van het klimaatbeleid en mijn inzet op dit terrein heb ik uw Kamer onlangs geïnformeerd.2

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, P. Adema


X Noot
1

Data van het CBS over de emissies van broeikasgassen.

X Noot
2

Brief over de voortgang van het klimaatbeleid voor de landbouw en het landgebruik (Kamerstuk 28 625, nr. 356) en brief over de voortgang van de energietransitie in de glastuinbouw (Kamerstuk 32 627, nr. 64).

Naar boven