28 625 Herziening van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid

Nr. 289 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 juni 2021

Per brief van 16 juni jl. heeft de vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit mij verzocht aan te geven hoe uw Kamer geïnformeerd wordt indien op vrijdag 25 juni 2021 een akkoord over het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) wordt bereikt in de zogenoemde supertriloog. Tevens benut ik deze brief om het besluitvormingsproces in aanloop naar deze triloog te schetsen en daarmee inzicht verschaffen op welke wijze betrokken partijen, inclusief uw Kamer, betrokken zijn.

Herziening GLB

De onderhandelingen over het toekomstig GLB zijn in juli 2018 gestart nadat de Europese Commissie een drietal concept-verordeningen presenteerde die de basis vormen voor het GLB in de periode 2021–2027. Omdat vertraging in de besluitvorming over het meerjarig financieel kader (MFK) optrad en daarmee onduidelijkheid over de financiering van het GLB, is eind 2020 besloten het huidige GLB in de jaren 2021 en 2022 te verlengen en de onderhandelingen voor het toekomstig GLB te richten op de periode 2023–2027.

Kort na de presentatie van de voorstellen in 2018 heeft de Kamer het BNC-fiche (Kamerstuk 34 965, nr. 2) ontvangen waarin het kabinet haar appreciatie van de drie betreffende verordeningen heeft gegeven. Hierop volgend heb ik op verzoek van uw Kamer vanaf eind 2018 de Kamer maandelijks geïnformeerd over de voortgang van de onderhandelingen via de geannoteerde Raadsagenda’s waarin ook gerapporteerd wordt over de voortgang van de, veelal meer technische, besprekingen in de Raadswerkgroepen. Ook zijn aan uw Kamer na iedere Raad de gebruikelijke verslagen van de besprekingen in de Raad gestuurd. Meer specifiek verwijs ik naar een aantal brieven waarin per onderwerp de stand van zaken in de besluitvorming is beschreven en mijn appreciatie op die onderwerpen (Kamerstuk 28 625, nr. 264 van 8 mei 2019, Kamerstuk 21501–32, nr. 1191 van 4 juli 2019, Kamerstuk 21 501–32, nr. 1253 van 6 oktober 2020 en Kamerstuk 21 501–32, nr. 1254 van 29 oktober 2020).

Besluitvormingsproces in triloog

Op basis van de onderhandelingen die in Raadskader vanaf 2018 plaatsvonden en mede gebaseerd op de gedachtewisselingen met uw Kamer alsook input van de agrarische sector en betrokken stakeholders, heb ik in oktober 2020 namens Nederland kunnen instemmen met de algemene oriëntaties op de drie GLB-verordeningen. Dit besluit kon de Raad van Landbouwministers in oktober 2020 nemen nadat de regeringsleiders op 21 juli 2020 een akkoord bereikten over het Meerjarig financieel kader 2021–2027 en daarmee ook over de financiële aspecten van het GLB.

Nadat ook het Europees Parlement in oktober 2020 haar eerste lezing vaststelde, zijn de triloogonderhandelingen tussen Raad, Europees Parlement en de Europese Commissie gestart. Het fungerend EU-voorzitterschap onderhandelt in de triloog namens de 27 lidstaten op basis van het mandaat zoals dat is vastgelegd in de algemene oriëntatie. Nederland is niet zelf aanwezig in de triloogonderhandelingen. Wel beoordeelt Nederland, net zoals de andere EU-lidstaten, op de momenten dat wordt teruggekoppeld over de triloogbesprekingen of het EU-voorzitterschap zich houdt aan het in de algemene oriëntatie vastgelegde mandaat. Deze terugkoppeling vindt normaal gesproken plaats in het CSA, het hoogambtelijk voorportaal van de Raad van Landbouwministers. Op momenten dat het voorzitterschap ruimte zoekt in het mandaat om op onderdelen tot een akkoord met het Europees Parlement te komen, wordt dit steeds voorgelegd aan de lidstaten.

Aangezien op deze wijze de bevoegdheid tot onderhandelen namens de Raad in de triloog is neergelegd bij het EU-voorzitterschap, is de directe betrokkenheid en invloed van individuele lidstaten in deze fase veel beperkter. Ook in het Europees Parlement is een vergelijkbare taakverdeling gebruikelijk en zijn het de drie rapporteurs van de drie GLB-verordeningen die de triloogonderhandelingen namens het gehele Parlement voeren. De Europese Commissie wordt in deze onderhandelingen vertegenwoordigd door Landbouwcommissaris Wojciechowski en in veel gevallen aangevuld met Vicepresident Commissaris Timmermans. Deze werkwijze geeft de onderhandelende partijen ruimte om over de complexe verordeningen in samenhang tot een politiek akkoord te komen. Uiteindelijk dient de Raad als geheel, met gekwalificeerde meerderheid, het bereikte politieke akkoord goed te keuren.

Hoofdthema’s

De gehele periode van de besluitvorming overziend is de conclusie dat naast de vele technische details waarover is gesproken, op hoofdlijn de discussie is gegaan over een drietal hoofdthema’s. Deze zijn steeds aan de orde geweest in de geannoteerde agenda, de verslagen en waren onderwerp van besprekingen met uw Kamer. Deze thema’s, die vanzelfsprekend ook in de triloog hoofdonderwerp van het overleg zijn, betreffen in eerste instantie de groene architectuur van het GLB, dat is de manier waarop en de mate waarin het GLB een bijdrage levert aan de gestelde doelen voor met name klimaat, leefomgeving en biodiversiteit. Hieraan is direct gekoppeld de manier waarop het GLB kan bijdragen aan de doelen van de Green Deal en de Farm to Fork- en EBS-strategieën. Het tweede grote thema betreft het nieuwe prestatiemodel, de manier waarop de transitie naar een meer doelgericht GLB, waarin boeren worden beloond en beoordeeld op geleverde prestaties, gemonitord kan worden. Het derde overkoepelende thema betreft de doelgerichtheid van betalingen waaronder met name wordt verstaan herverdeling van middelen tussen grotere en kleinere bedrijven en de vormgeving van gerichte betalingen aan jonge boeren. Bij de aanvang van de onderhandelingen in de triloog heeft het Europees Parlement een tweetal thema’s toegevoegd die belangrijk blijken in de onderhandelingen. Deze betreffen de sociale conditionaliteit (het opnemen in het GLB van voorwaarden voor de naleving van regels met betrekking tot arbeidsomstandigheden) en EP-amendementen om handelsbarrières op te (kunnen) werpen tegen producten uit derde landen die onder lagere duurzaamheidsstandaarden zijn geproduceerd dan in de EU.

Tijdpad

Ik acht het van groot belang voor alle betrokken partijen, de landbouwsector voorop, dat er op korte termijn een akkoord over het toekomstig GLB voor de jaren 2023–2027 in de triloog wordt bereikt. Het voorzitterschap richt zich erop dat overeenstemming tussen de beide wetgevers in de supertriloog op 24 en 25 juni mogelijk moet zijn. Op 28 en 29 juni zal de Landbouwraad de uitkomst van de triloog bespreken en hopelijk kunnen accepteren. Mogelijk zullen tijdens de Raad nog consultaties met de EP-rapporteurs nodig zijn voor eventuele verdere aanpassingen. Het voorzitterschap heeft hierover echter nog niets gecommuniceerd. Zoals uw Kamer verzoekt zal ik voorafgaand aan de Raad mijn uiterste best doen uw Kamer te informeren over de uitkomst van de supertriloog, voor zover ik daar dan al informatie over heb ontvangen. Gelet op het krappe tijdsbestek zal dit naar verwachting niet anders dan kort voor aanvang van de Raad op maandag 28 juni kunnen gebeuren.

Ingeval de Raad akkoord kan gaan met een eventueel in de triloog bereikt politiek akkoord zal dit na juridische codificatie ter definitieve goedkeuring aan de Raad worden voorgelegd. Dit duurt meestal enkele maanden. Uw Kamer zal daarover op gebruikelijke wijze worden geïnformeerd.

Een politiek akkoord opent de weg om het GLB Nationaal Strategisch Plan af te ronden en dit najaar aan uw Kamer voor te leggen. Over dit proces wordt u nog nader geïnformeerd. Planning is om het Nationaal Strategisch Plan (NSP) in december ter goedkeuring bij de Europese Commissie in te dienen met het doel om de goedkeuringsprocedure in 2022 af te ronden, zodat het nieuwe GLB per 1 januari 2023 in werking kan treden.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten

Naar boven