28 625 Herziening van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid

Nr. 112 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN, LANDBOUW EN INNOVATIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 28 januari 2011

Op verzoek van de vaste Kamercommissie voor Economische Zaken, Landbouw & Innovatie, gedaan tijdens het Algemeen Overleg Landbouw- en Visserijraad van 19 januari jl., informeer ik u over de voortgang van de perceelsregistratie. In deze brief zal ik ingaan op de relatie tussen de perceelsregistratie en de uitbetaling van de Bedrijfstoeslagregeling 2010 en de PSAN- en SNL-regelingen. Daarnaast zal ik ingaan op de achtergrond en de effecten van de ingestelde ondergrens van 500 euro bij de betaling van de Bedrijfstoeslagregeling 2010 en een reactie op het artikel in het Agrarisch Dagblad op landmeting systemen.

Bedrijfstoeslagregeling 2010

Met de brief van mijn ambtsvoorganger van 4 oktober 2010 (Kamerstuk 28 625, nr. 105, TK) heb ik u op de hoogte gebracht van de voortgang van de actualisatie van het perceelsregister. In dezelfde brief heb ik u het verwachte betaalschema van de bedrijfstoeslag 2010 meegedeeld. Voorts ben ik in die brief ingegaan op de voorwaarde die geldt voor de Bedrijfstoeslag betalingen: Europees rechtelijk dienen alle controles voorafgaande aan de betaling te zijn afgerond. En Europees rechtelijk gezien, moeten de betalingen tussen 1 december en 1 juli van het daarop volgende jaar worden uitgevoerd.

Het betaalschema zoals ik u dat heb gepresenteerd, is het resultaat van twee omstandigheden:

  • het feit dat verplichte controlestappen pas konden worden ingezet nadat de noodzakelijke aanpassingen waren verricht in het perceelsregister. Dit kon pas nadat de landbouwer nog een laatste controle zelf kon doen met de mogelijkheid tot het naar beneden bijstellen van zijn of haar opgave, teneinde een boete te voorkomen.

  • het feit dat de door de EU voorgeschreven controlestappen een minimale doorlooptijd kennen, onder andere vanwege de noodzakelijke volgordelijkheid in het afhandelen van controleresultaten.

Vanwege de eerstgenoemde omstandigheid is het proces van beoordelen van aanvragen later (november) opgestart dan in voorgaande jaren (september). Voor de complexiteit, omvang en planning van de werkzaamheden die zijn verricht om het perceelsregister afdoende op orde te krijgen, verwijs ik naar eerdergenoemde brief van 4 oktober jl.

De tweede omstandigheid zal ik hier nader toelichten. De verplichte controles (zie voor een overzicht van de controles bijlage 1 en voor de samenhang tussen deze controles bijlage 2) vereisen een volgordelijkheid in de beoordeling van aanvragen. Ter verduidelijking schets ik het beoordelingsproces (2010) in hoofdlijnen:

  • initiële vulling van het perceelsregister (door middel van het inwinnen van de subsidiegegevens, inclusief de aangevraagde slootmarges);

  • terugleggen van het register bij de aanvragers en vervolgens verwerken van hun opmerkingen (245 000);

  • nogmaals terugleggen van de percelen bij de aanvragers om eventueel te veel geregistreerde oppervlakte in te trekken in de periode juli tot en met medio december 2010;

  • oplossen van de inconsistenties in het perceelsregister (bijvoorbeeld de constatering dat door twee verschillende landbouwers hetzelfde perceel is aangevraagd);

  • controle van ieder perceel op de Europees rechtelijk niet toegestane stapeling van subsidies;

  • verwerking van de resultaten van fysieke controles;

  • niet perceelsgerelateerde beoordelingen (bijvoorbeeld de resultaten van de randvoorwaardencontroles);

  • opstellen van de beschikking en overmaken van de bedrijfstoeslag.

Dienst Regelingen heeft het hiervoor geschetste proces maximaal gecomprimeerd. Alle mogelijke interventies, zowel in de ICT als door personele opschaling, om het proces te versnellen zijn nauwgezet onderzocht en waar mogelijk maximaal geïmplementeerd. Andere onderzochte maatregelen, zoals bijvoorbeeld het later uitvoeren van bepaalde controles, zijn Europees rechtelijk niet haalbaar. Ik zie geen mogelijkheden tot het aanbrengen van verdergaande versnelling in de betalingen zonder de Europese regelgeving te negeren en zware boetes te riskeren.

Om u een inzicht te geven hoe hoog Europese boetes kunnen oplopen bij niet EU-conform handelen, geef ik u een paar voorbeelden uit een recent verleden:

  • Griekenland: 210,9 miljoen euro vanwege het gebrekkige perceelsregistratiesysteem en tekortkomingen bij controles ter plaatse;

  • Het Verenigd Koninkrijk: 137 miljoen euro vanwege tekortkomingen in het perceelsregistratiesysteem en administratieve controles en procedures;

  • Polen: 92 miljoen euro vanwege tekortkomingen in areaalsteun;

  • Denemarken: 100,6 miljoen euro vanwege tekortkomingen bij de teledetectie en de controles op braaklegging voorschriften.

De stand van zaken van de uitbetaling van de Bedrijfstoeslagregeling 2010 is als volgt:

  • op 21 januari jl. heeft 53,3% van de landbouwers zijn geld ontvangen voor een totaalbedrag van 230 miljoen euro;

  • begin februari zal 60% van de landbouwers zijn uitbetaald;

  • eind februari zal 70% van de landbouwers zijn uitbetaald;

  • eind april zal 90 tot 95% van de landbouwers zijn uitbetaald.

Tot en met 25 januari zijn er tegen de vaststelling van de BTR-2010 121 bezwaren ingediend waarvan 45% betrekking hebben op percelen. Er zijn tot nu toe ruim 31 000 beschikkingen verstuurd.

PSAN- en SNL gerelateerde regelingen

De PSAN-, zowel als andere SNL gerelateerde regelingen zijn ook perceelsgerelateerde regelingen waar dezelfde geactualiseerde perceelsgegevens als voor de Bedrijfstoeslagregeling gebruikt dienen te worden en die ook onder hetzelfde Europese regime valt. Daarom is de start van deze regeling dan ook later dan gebruikelijk.

Om EU-conform te kunnen betalen dienen deze aanvragen, waaronder de ganzenregeling, getoetst te worden aan het nieuwe perceelsregister. Daarna dienen de reguliere fysieke en administratieve controleresultaten doorgevoerd te worden en kan pas daarna betaald worden. Voor de helft van de PSAN ganzenbegunstigden was het geactualiseerde perceelsregister al in 2010 op orde, de toets daarop al afgerond en was betaling voor 26 november mogelijk. Deze betalingen hebben plaatsgevonden.

Voor een kwart van de begunstigden zal in februari de toets afgerond zijn en betaling plaatsvinden. Het laatste kwart van de begunstigden kan in maart 2011 worden betaald.

Dienst Regelingen heeft de latere betaling van de PSAN-ganzen al vroegtijdig gecommuniceerd met de opdrachtverlenende provincies.

Ondergrens Bedrijfstoeslagregeling

Alle lidstaten zijn Europees rechtelijk verplicht per 2010 een ondergrens op te nemen. Wel is het een vrije keuze of het een hectare- of financiële ondergrens is, waarbij de hoogte binnen kaders ook zelf kan worden gekozen.

Nederland heeft voor een financiële ondergrens gekozen omdat de nadelige gevolgen daarvan voor de sector kleiner zijn dan van een hectare-ondergrens. Vervolgens is de hoogte van de ondergrens zodanig gekozen dat deze in redelijke overeenstemming is met de uitvoeringskosten per aanvraag, die gemiddeld nog hoger liggen dan deze ondergrens, terwijl tegelijkertijd het de werkelijk kleine bedrijven zijn die worden uitgesloten. Deze grens geldt voor het totaal van de verschillende subsidieregelingen binnen de GLB-eerste pijlerbetalingen (inkomenssteun).

Dit is gemeld in de brief van april 2009 (Kamerstuk 28 625, nr. 67, TK) over de implementatie in Nederland van de Health Check-besluiten, die met uw Kamer is besproken. Dit voorstel voor een ondergrens is daarbij door uw Kamer niet ter discussie gesteld. Vervolgens is deze ondergrens vastgelegd via de verplichte melding aan Brussel. Ook LTO heeft hier geen opmerkingen over gemaakt.

Ter indicatie het volgende. Een steun van 500 euro komt overeen met de vroegere toeslag voor ruim 1 hectare graan en met de vroegere melkpremie voor ongeveer 2 koeien. In relatie tot de vroegere ooipremie komt deze ondergrens overeen met ongeveer 25 schapen. Dit betekent dat alleen de zeer kleine schapenhouders, de facto de hobbydierhouders, worden uitgesloten.

Inmiddels is van ruim 5 100 aanvragers, waarvan slechts een deel schapenhouders, bekend dat zij niet boven deze grens uitkomen. Ik verwacht dat de groep na afronding van alle controles zal uitkomen op ruim 6 100 aanvragers.

Een ondergrens is gerechtvaardigd vanwege het te bereiken evenwicht tussen uitvoeringskosten en uit te betalen steun. Hiernaast wil ik er op wijzen dat bij de aanvragers deze ondergrens van te voren bekend is gemaakt. Tot slot worden uit de gegeven voorbeelden duidelijk dat de werkelijk zeer kleine bedrijven worden uitgesloten van deze steun. Aanpassing van deze grens is lopende het aanvragerjaar niet mogelijk en ook is aanpassing voor de (nabije) toekomst niet gewenst in het kader van het streven naar beperking van de uitvoeringslasten en het zo doelgericht mogelijk inzetten van de beschikbare GLB-middelen.

Overige

De uitbetalingen van de subsidies aan de premie voor de «Brede Weersverzekering» en aan «I&R elektronisch merken en investeringsheffing» voor schapen en geitenhouders starten over vier weken. In maart zal het merendeel zijn uitbetaald.

Landmeting systemen

De Europese verordening geeft aan dat er een voorkeur is voor het gebruik van luchtfoto’s vanwege hun hoge kwaliteit, verifieerbaarheid/controleerbaarheid en stabiliteit. Daarnaast heeft Dienst Regelingen bij de start van het op orde brengen van het perceelsregister testen uitgevoerd om vast te stellen wat het beste systeem is met inachtneming van alle bovenstaande aspecten. Hierbij kwam de luchtfotometing niet alleen als technisch beste meetmethode naar voren, maar deze methode is tevens aanzienlijk goedkoper dan bijvoorbeeld gecertificeerd GPS om een stabiel perceelsregister op te zetten en te onderhouden.

Als er situaties zijn waarin de luchtfoto geen uitsluitsel biedt, dan wordt het perceel ter plaatse door de nVWA bekeken. Blijkt bij een veldmeting dat een bepaald deel van de perceelsgrenzen een afwijking heeft van meer dan de gehanteerde marge, dan herbeoordeelt Dienst Regelingen het volledige perceel opnieuw op basis van de luchtfoto. Als deze beoordeling aanleiding geeft om dat deel van de grenzen en de oppervlakte aan te passen, dan gebeurt dit ook. Met deze werkwijze waarborgt Dienst Regelingen een stabiel en juist register. Indien na ontvangst van de beschikking de landbouwer van mening is dat de perceelsgegevens niet correct zouden zijn kan hij, bijvoorbeeld met GPS-gegevens, contact opnemen met DR.

Tot slot

Aangezien de ondernemer en de lidstaat Nederland gebaat is bij een EU-conforme uitbetaling, vind ik het van groot belang om ook voor dit deel van het BTR- en SNL/SAN-traject uiterste zorgvuldigheid in acht te nemen.

De staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

H. Bleker

Bijlage 1 Overzicht verplichte controles

Controle op dubbele declaratie op hetzelfde perceel

Eerst na verwerking van alle aanvragen met alle percelen kan worden beoordeeld of twee landbouwers hetzelfde perceel hebben opgegeven.

Fysieke controles (via satelliet en ter plaatse) op de aanvraag

Deze worden gedurende het jaar uitgevoerd en de resultaten moeten daarna verwerkt worden in de registers (normale fysieke controle op juiste gewas, oppervlakte, zelf in gebruik hebben van perceel, aantallen dieren en registratie bij rechten met speciale voorwaarden).

Controle op randvoorwaarden

Controles op de randvoorwaarden en spontane meldingen (van o.a. politie en waterschappen) van overtreding van de randvoorwaarden kunnen het hele jaar door plaatsvinden en binnenkomen.

Controle op niet toegestane combinaties van subsidies op 1 perceel

Hiervoor moeten alle aanvragen van verschillende regelingen met elkaar worden vergeleken.

Administratieve controles zoals:

  • controle of alle landbouwgrond is opgegeven;

  • controle of opgegeven grond in gebruik is en oppervlakte juist is;

  • verzoeken om mutaties van de aanvraag;

  • opmerkingen – handgeschreven – van de aanvrager op het formulier;

  • bedrijfsoverdrachten die verwerkt moeten zijn in de systemen waarbij ook de rechten en aanvraag op hetzelfde relatienummer moeten staan;

  • controle op niet actieve bankrekeningnummers;

  • controle op aanhouden van voldoende dieren gedurende hele jaar bij rechten met speciale voorwaarden;

  • specifieke controles voor vezelhennep, pot- en containervelden, begraasde heide en natuurlijk grasland;

  • gewenste andere volgorde van betaling rechten;

  • herstel (indien mogelijk) van aanvragen die niet geheel juist zijn ingevuld;

  • later inleveren van kaarten of andere bewijsstukken;

  • kwaliteitscontroles.

Controle op rechten zoals:

  • omzetten rechten met speciale voorwaarden naar gewone rechten;

  • controle op vervallen rechten wegens niet benutte rechten;

  • overgedragen rechten moeten worden beoordeeld en verwerkt;

  • rechten met aandeel Cichorei en suiker moeten opgehoogd;

  • bedrijfsoverdrachten moeten zijn verwerkt.

Overige controles 2010 zoals:

  • controles met betrekking tot het ontkoppelen van de Slachtpremie;

  • ondergrens € 500;

  • controles met betrekking tot de Investeringsregeling Slachtpremie;

  • perceelscorrecties;

  • controle slotenmarge;

  • controle bij gehuurde rechten (is ook de gehuurde grond in gebruik).

Bijlage 2 Schematisch overzicht (sterk vereenvoudigd) van de uitvoeringsketen een toelichting op de verschillende schakels in de keten

Schakel 1.

De keten begint met het inwinnen van de subsidiegegevens. De ondernemers doen een subsidieaanvraag (circa 59 000 BTR en 20 500 pijler 2) via de (e)GDI.

Schakel 2.

De perceelgegevens (780 000 gewaspercelen met een totale oppervlakte van 1,9 mln. ha.) worden vastgelegd in het perceelregister.

Schakel 3.

De slootmarge (44 000 slootmarges met een totale oppervlakte van 4 170 ha.) die zijn opgegeven worden verwerkt in een apart register en gekoppeld aan de gewaspercelen.

Schakel 4.

De AANlaag is initieel gevuld, waarop circa 245 000 opmerkingen (stippen) zijn geplaatst, die verwerkt moeten worden. De perceelsgegevens moeten vervolgen aan de AANlaag worden gerelateerd.

Schakel 5.

Nadat de opmerkingen op de AAN zijn verwerkt en de gewaspercelen aan deze referentielaag zijn gekoppeld worden de percelen terug gelegd bij de ondernemer via de eBOP. In totaal worden 76 650 ondernemers aangeschreven voor de eBOP. Deze hebben niet allemaal subsidie aangevraagd.

Schakel 6.

De inconsistenties (400 000) in het perceelsregister (dubbelclaims, onduidelijkheden, praktische onmogelijkheden, etc.) worden opgelost, nadat de percelen in de eBOP zijn aangeboden. Vorig jaar waren dat er circa 300 000.

Schakel 7.

Nadat de inconsistenties zijn verwerkt wordt van ieder perceel getoetst of er sprake is van (niet) toegestane stapeling van subsidies worden de resultaten van de fysieke controles (6300 controles door NEO en de nVWA) verwerkt.

Schakel 8.

Tot slot worden niet perceelsgerelateerde beoordelingen gedaan (waaronder ook de verwerking van de cross-compliance resultaten), wordt de beschikking opgesteld en wordt het geld overgemaakt (€ 800 mln. BTR en € 20 mln. Pijler 2).

De schakels met een sterretje zijn de nieuwe processen ten opzichte van het uitvoeringsjaar 2009.

Naar boven