nr. 8
BRIEF VAN HET LID DUIVESTEIJN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 21 augustus 2002
De kamerleden die om een verlengd algemeen overleg over de uitbetalingsproblemen
van de huursubsidie hebben verzocht zijn verheugd dat de minister van Volkshuisvesting,
Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer alsnog bereid is om de huishoudens met
een Beperkt Huursubsidiebericht (42 300) een voorschot op de huursubsidie
te verlenen. Hiermee komt de minister tegemoet aan een breed gedragen verzoek
van de Kamer.
Voor zover ondergetekende kan overzien resteert thans nog een groep van
9043 huishouden waarvan de huursubsidie door het ministerie van Volkshuisvesting,
Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer om uiteenlopende motieven is geblokkeerd.
Uit de brief van minister van 16 augustus jl. (kamerstuk 28 464, nr.
5) blijkt dat de redenen hiervoor vaak buiten de schuld van de aanvrager liggen:
«Zoals weergegeven in de begeleidende brief waren
per 9 augustus jl. van de 867 700 automatische continueringen er 9043
vooralsnog opgeschort vanwege uiteenlopende oorzaken, zoals bijvoorbeeld het
niet matchen van de bij VROM beschikbare gegevens met die van het GBA. Hiervan
kan sprake zijn als er, ten opzichte van de situatie in het vorige subsidietijdvak,
wijzigingen in de huishoudsituatie zijn opgetreden, bijvoorbeeld door verhuizing
van de huurder of een medebewoner. Ik sluit niet uit dat incidenteel GBA-gegevens
niet correct kunnen zijn.»
Het verbaast ondergetekende echter dat de minister in zijn brief niet
ingaat op deze groep continuanten welke eveneens tussen wal en schip zijn
terechtgekomen. Het zou passend zijn geweest ook deze groep direct te voorzien
van een voorschot. In een telefonisch onderhoud met de Directeur-Generaal
Wonen, heeft zij mij vandaag verzekerd dat deze continuanten, mits zij voldoen
aan de gestelde voorwaarden, binnen veertien dagen betaling van hun huursubsidie
tegemoet mogen zien.
Uitgaande van de toezegging van de minister en rekening houdende met een
spoedige afhandeling van de 9043 behandeling van opgeschorte continuanten
vervalt de acute redengeving dat de Kamer nog in het reces bijeen komt voor
een voortgezet algemeen overleg.
Wel roept de brief van de minister (nieuwe) vragen op. Ondergetekende
overweegt deze direct na het zomerreces in een interpellatiedebat aan de orde
te stellen:
Zo blijft het merkwaardig dat er aan continuanten voorschotten worden
uitgekeerd die zijn gebaseerd op een gemiddeld huursubsidiebedrag. Huishoudens
die recht hebben op een hogere huursubsidie blijven met een financieel tekort
zitten. Huishoudens met een lagere huursubsidie moeten gaan reserveren om
straks terug te kunnen betalen. Waarom is de bijdrage niet gebaseerd op de
oude rechten?
Is de minister bereid om versnelde procedures te organiseren voor mensen
die als gevolg van de veranderingen in het systeem onterecht een nihil beschikking
hebben gekregen (bijvoorbeeld hardheidsclausule)?
Waarom verklaart de minister zich nog niet bereid om huishoudens schadeloos
te stellen die kosten hebben moeten maken als gevolg van de veranderingen
in het systeem van uitbetalingen (incassokosten, rechtshulp, leningen)?
Resteert thans nog de bittere constatering dat, door een falende overheid,
een omvangrijke kwetsbare groep burgers in de problemen is gekomen. Te lang
hebben minister Kamp en zijn voorganger, staatssecretaris Remkes, dit als
een technisch probleem behandeld. Het is dan ook terecht dat de minister nu
de hand in eigen boezem steekt. Dit had in een veel eerder stadium moeten
en kunnen gebeuren.
Duivesteijn