28 385
Evaluatie Meststoffenwet

nr. 82
BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 17 januari 2007

In antwoord op het verzoek van de vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit om een reactie te geven op de brief van LTO Nederland, Nederlandse Vakbond Varkenshouders (NVV), Nederlandse Vakbond Pluimveehouders (NVP) en Nederlandse Organisatie van Pluimveehouders (NOP) over problemen met mineralenbalansen (07-LNV-B-01) bericht ik u als volgt.

Zoals ik reeds meerdere malen aan uw Kamer heb bericht, zowel in algemene overleggen over het mestbeleid als in antwoord op schriftelijke vragen van uw Kamer, is mijn uitgangspunt dat bedrijven die aantonen dat ze voldoende mest hebben afgevoerd niet hoeven te vrezen voor een boete op basis van mogelijke papieren overtredingen.

Voor een specifieke reactie op de brief van de organisaties verwijs ik u naar mijn antwoordbrief.1

Bezorgdheid over de handhaving van de gebruiksnormen is niet nodig zolang voldoende mestafvoer heeft plaatsgevonden en de gebruiksnormen derhalve niet zijn overtreden.

In mijn antwoordbrief aan de betrokken belangenorganisaties heb ik daartoe een handreiking gedaan met betrekking tot methoden waarop ondernemers zich op alternatieve wijze kunnen verantwoorden.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

C. P. Veerman


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven