28 385
Evaluatie Meststoffenwet

26 729
Integrale aanpak Mestproblematiek

nr. 51
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 11 april 2005

Hierbij doe ik u, mede namens de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, ter informatie toekomen een afschrift van het Nederlandse derogatieverzoek inzake de Europese Nitraatrichtlijn met bijbehorende bijlagen welke op 8 april aan de Europese Commissie is aangeboden1.

De eerstvolgende bespreking van het derogatieverzoek vindt plaats tijdens de 21ste vergadering van het EU-Nitraatcomité welke wordt gehouden op 12 april a.s.

Om een derogatie in kunnen laten gaan op 1 januari 2006 en agrarische ondernemers de gelegenheid te geven hierop tijdig in te kunnen spelen, is het gewenst dat een formele derogatiebeschikking uiterlijk kort na de zomer door de Europese Commissie wordt afgegeven. Om dit mogelijk te maken wordt door mij en de Europese Commissie aangestuurd op een stemming over het Nederlandse derogatieverzoek in het Nitraatcomité tijdens een volgende vergadering welke in juni zal moeten plaatsvinden.

Voordat de stemming in het comité kan plaatsvinden, stelt de Europese Commissie de voorwaarde dat de Tweede Kamer instemt met het wetsvoorstel waarin de afspraken betreffende het mestakkoord zoals verwoord in het Derde Actieprogramma zijn vastgelegd. De derogatiebeschikking kan vervolgens worden afgegeven als ook de Eerste Kamer heeft ingestemd met dit wetsvoorstel.

Om die reden wil ik de noodzaak van een spoedige behandeling door de Tweede Kamer van de wetsvoorstellen betreffende de wijziging van de Meststoffenwet bij u benadrukken.

De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

P. L. B. A. van Geel


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven