nr. 49
BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 27 april 2005
In brief 35-05-LNV verzoekt de vaste commissie voor Landbouw, Natuur en
Voedselkwaliteit mij om haar te informeren over de brief die is geschreven
door directeur-generaal Van der Vlist van het ministerie van VROM aan diverse
waterschappen, waarin aandacht wordt gevraagd voor de aanwijzing van mestvrije
zones bij waterlopen.
Naar aanleiding daarvan bericht ik u, mede namens de staatssecretaris
van VROM, als volgt.
Met de Europese Commissie is in het akkoord over de implementatie van
de Nitraatrichtlijn overeengekomen dat Nederland bemestingsvrije zones aanwijst
langs natuurlijke waterlopen in hoog Nederland. Deze afspraak is opgenomen
in het Derde Nederlandse Actieprogramma (2004–2009) inzake de Nitraatrichtlijn
(91/676/EEG) (Kamerstukken II, 2003/04, bijlage bij 28 385, nr. 40).
Ter voorbereiding van de uitwerking van deze afspraak zijn er verschillende
opties verkend. Voor één van deze opties is door onderzoeksinstituut
Alterra een inventarisatie uitgevoerd naar de aanwezigheid van natuurlijke
waterlopen in hoog Nederland. De departementen van VROM en LNV hebben vervolgens
in het kader van zorgvuldige beleidsvoorbereiding aan de waterschappen in
genoemde brief gevraagd deze inventarisatie te beoordelen.
Het kabinet heeft inmiddels een keuze gemaakt. Het kabinet is voornemens
om voor de aanwijzing en begrenzing van deze waterlopen aan te sluiten bij
de ecologisch waardevolle beken als aangegeven in het Structuurschema natuur-
en landschapsbehoud (Kamerstukken II 1984/85, 16 820, nrs. 3–4,
blz. 91). Ik verwijs u naar paragraaf 2.4 van de nota naar aanleiding
van het verslag inzake het wetsvoorstel tot wijziging van de Meststoffenwet
(invoering gebruiksnormen), in het bijzonder naar het antwoord op vragen van
de leden van de CDA-fractie over de bij de aanwijzing van de beken te hanteren
criteria (Kamerstukken II 2004/05, 29 930, nr. 6).
Voorgesteld zal worden de mestvrije zones vast te stellen door middel
van wijziging van het Lozingenbesluit open teelt en veehouderij (gebaseerd
op de Wet verontreiniging oppervlaktewateren). De beken waarlangs de vijf
meter brede mestvrije zone zal gelden, zullen worden aangewezen op de kaarten
die als bijlage bij artikel 3 van het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet zijn
gevoegd. Ik heb samen met de staatssecretaris van VROM en de staatssecretaris
van V&W in april een voorstel tot wijziging van het Lozingenbesluit open
teelt en veehouderij en het ontwerp-Uitvoeringsbesluit Meststoffen aan de
Tweede Kamer doen toekomen.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
C. P. Veerman