28 385 Evaluatie Meststoffenwet

Nr. 182 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 14 juni 2010

In het VAO Mestbeleid van 22 april jl. verzocht het lid Snijder-Hazelhoff (VVD) in een motie de stikstofgebruiksnorm voor zaaiuien op klei te verhogen tot 170 kg N/ha (Kamerstukken II 2009-2010, 28 385, nr. 174). Deze motie is aangehouden.

Ook vroeg mevrouw Snijder-Hazelhoff naar de milieukundige overwegingen die ten grondslag liggen aan mijn besluit die verhoging vooralsnog te beperken tot 145 kg N/ha.

Zoals in het VAO toegelicht, heb ik dat besluit gebaseerd op een beoordeling van de milieukundige effecten door de Commissie van Deskundigen Meststoffenwet (CDM). Het betreffende advies treft u hierbij aan.1 Het is ook te vinden op de website van de CDM.

Mijn besluit is mede ingegeven door de meetresultaten van het Landelijk Meetnet effecten Mestbeleid, die laten zien dat de grondwaterkwaliteit op bepaalde plaatsen in het kleigebied niet voldoet aan de streefwaarde van 50 mg nitraat/l. In het vierde actieprogramma Nitraat heb ik daarop gewezen. Met de Europese Commissie is afgesproken dat onderzoek wordt ingesteld naar de oorzaken. Dat onderzoek is nu gaande.

In tegenstelling tot mevrouw Snijder-Hazelhoff heb ik er vertrouwen in dat ook bij een norm van 145 kg N/ha voor zaaiuien, binnen het bouwplan voldoende gebruiksruimte beschikbaar is voor ondernemers op klei om in 2010 goede opbrengsten en een goede productkwaliteit te kunnen realiseren. Dat vertrouwen steunt mede op het feit dat – anders dan mevrow Snijder-Hazelhoff in haar overwegingen signaleert – de stikstofgebruiksnormen voor akkerbouwgewassen op klei de laatste jaren niet over de gehele lijn naar beneden zijn gegaan, maar recentelijk juist voor enkele gewassen zijn verhoogd, met name voor wintertarwe en zomertarwe.

Daarenboven is ondernemers met bovengemiddelde opbrengsten vanaf 2010 de mogelijkheid geboden in aanmerking te komen voor een hogere norm voor suikerbieten en fritesaardappelen.

De minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

G. Verburg


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven