28 385
Evaluatie Meststoffenwet

nr. 161
BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 17 december 2009

In het VSO van 6 oktober verzochten de leden Koopmans en Snijder-Hazelhoff bij motie de uitzondering voor Betacal te handhaven (Vergaderjaar 2009–2010. 28 385, nr. 157). Daarbij overwegende dat afzetproblemen van Betacal leiden tot aanzienlijke kostenverhoging voor de suikerindustrie en dat daardoor de opbrengstprijs voor suikerbieten nog verder onder druk komt te staan.

Een meerderheid van de Kamerleden heeft deze motie gesteund. Ik heb de motie ontraden na het benoemen van de redenen daarvoor.

Het terugdringen van de fosfaatbelasting is een zwaar onderwerp geweest in de besprekingen die recent met de Europese Commissie zijn gevoerd over het vierde actieprogramma Nitraatrichtlijn. In mijn brief van 29 september jl. (TK 28 385, nr. 155) heb ik erop gewezen dat de Europese Commissie de steun die zij wil geven aan het Nederlandse verzoek om derogatie, afhankelijk stelt van de volledige wettelijke implementatie van het 4e actieprogramma waarmee zij heeft ingestemd. De Europese Commissie heeft kenbaar gemaakt dat uitvoering van de motie heropening betekent van de onderhandelingen over de inhoud van het programma en de op basis hiervan toegekende derogatie.

Overigens wijs ik erop dat schuimaarde niet de enige kalkmeststof is die op de markt wordt gebracht. Een vrijstelling voor schuimaarde brengt leveranciers van die andere producten in een nadeliger concurrentiepositie.

Tegen deze achtergrond heeft het kabinet besloten deze motie niet uit te voeren.

De minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

G. Verburg

Naar boven