28 385
Evaluatie Meststoffenwet

nr. 149
BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 17 juni 2009

Bijgaand doe ik u, mede namens de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en de staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat overeenkomstig artikel 92 van de Wet bodembescherming, ter kennisneming toekomen het ontwerpbesluit houdende wijziging van het Besluit gebruik meststoffen en het Besluit glastuinbouw (vierde actieprogramma Nitraatrichtlijn), met bijbehorende nota van toelichting.1

Het ontwerpbesluit strekt ter implementatie van het vierde actieprogramma Nitraatrichtlijn, zoals dat bij brief van 24 maart 2009 aan uw Kamer is gezonden (Kamerstukken II 2008/09, 28 385, nr. 132).

Voor de inhoud en de achtergronden van het ontwerpbesluit verwijs ik u kortheidshalve naar de bij het ontwerpbesluit behorende nota van toelichting.

In het kader van de inspraakprocedure ingevolge artikel 92, eerste lid, van de Wet bodembescherming wordt het ontwerp in de Staatscourant bekendgemaakt teneinde eenieder in de gelegenheid te stellen binnen een termijn van vier weken opmerkingen over het ontwerp schriftelijk ter kennis van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit te brengen.

Na afloop van deze inspraakronde zal het ontwerp voor advies aan de Raad van State worden voorgelegd.

Ter uitvoering van de door uw Kamer aangenomen motie Waalkens om opnieuw in overleg met de Europese Commissie te gaan om de uitrijdperiode voor grasland op zand- en lössgronden bij te stellen naar de periode van 15 februari tot 1 september (Kamerstukken II 2008/09, 28 385, nr. 139) en naar aanleiding van mijn toezegging tijdens het algemeen overleg op 16 april jl. om met de Europese Commissie te overleggen om het gebruik van de zogenoemde sleepvoet nog twee jaar langer toe te staan (Kamerstukken II 2008/09, 28 385, nr. 139), is er contact gelegd met de Europese Commissie over de mogelijkheid het vierde actieprogramma op deze onderdelen aan te passen. Zodra ik hierover van de Europese Commissie uitsluitsel heb gekregen, zal ik u daarover informeren.

Voorts zal ik – indien de Europese Commissie met de gevraagde aanpassing van het vierde actieprogramma instemt – de tekst van het ontwerpbesluit dienovereenkomstig aanpassen. Dit is mogelijk na afloop van de inspraakronde of, indien de instemming van de Europese Commissie onverhoopt langer op zich laat wachten, bij gelegenheid van het nader rapport naar aanleiding van het advies van de Raad van State.

Overeenkomstig artikel 92, tweede lid, van de Wet bodembescherming zal het besluit na de vaststelling, maar vóór de inwerkingtreding, opnieuw aan u worden overgelegd.

Voorts treft u bij deze brief eveneens ter kennisneming aan het ontwerpbesluit houdende wijziging van het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet (vierde actieprogramma Nitraatrichtlijn), met bijbehorende nota van toelichting.

Het ontwerp wordt in het kader van de openbare voorbereidingsprocedure van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht, die ingevolge artikel 43 van de Meststoffenwet van toepassing is, in de Staatscourant bekendgemaakt teneinde eenieder in de gelegenheid te stellen om binnen zes weken na publicatie zijn zienswijze over het ontwerp kenbaar te maken.

Na afloop van bovengenoemde termijn en nadat het voorstel van wet tot wijziging van de Meststoffenwet (differentiatie fosfaatgebruiksnorm), (Kamerstukken II 2008/09, 31 945, nr. 2) door uw Kamer is aanvaard, zal het ontwerp voor advies aan de Raad van State worden voorgelegd.

De minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

G. Verburg


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven