28 358
Wijziging van de Bestrijdingsmiddelenwet 1962 (verbetering van de handhaving en bepalingen inzake uitbreidingstoelatingen)

nr. 13
MOTIE VAN HET LID MASTWIJK C.S.

Voorgesteld in het Wetgevingsoverleg van 2 december 2002

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende,:

– dat de toepassing van de regels rondom het gebruik van biociden in Nederland in afwijking van de gang van zaken in andere landen in Europa ertoe leidt dat nieuwe, innovatieve, milieuvriendelijke middelen in Nederland (nog) niet kunnen worden gebruikt;

– dat het bedrijfsleven in Nederland hierdoor in een ongunstige concurrentiepositie is gekomen, waardoor werkgelegenheid verloren dreigt te gaan;

verzoekt de regering dringend, actie te ondernemen die ertoe leidt dat deze innovatieve, nieuwe middelen op korte termijn voor het bedrijfsleven in Nederland beschikbaar komen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Mastwijk

Van den Brink

Geluk

Van der Vlies

Naar boven