nr. 10
AMENDEMENT VAN HET LID TICHELAAR
Ontvangen 13 november 2002
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
In artikel I, onderdeel D, onder 2, achtste lid, vervalt de laatste volzin.
II
Artikel I, onderdeel Ja, vervalt.
III
Artikel I, onderdeel N, vervalt.
IV
In artikel II, onder 1, wordt in de laatste zin «en 16aa»
vervangen door: en 25c, vijfde lid.
Toelichting
Dit amendement beoogt de wijzigingen zoals voorgesteld met de nota van
wijziging wetsvoorstel Bestrijdingsmiddelenwet (28 358) van 12 september
2002 ongedaan te maken. De voorgestelde nota van wijziging is zowel inhoudelijk
als procedureel ongewenst. Inhoudelijk beoogt de nota van wijziging een specifieke
vrijstellings- en ontheffingsbepaling op te nemen in de Bestrijdingsmiddelenwet.
De wijziging voorziet in de mogelijkheid een vrijstelling of ontheffing te
verlenen indien sprake is van een situatie waarin de belangen van de landbouw
dat vereisen. Dat kan het geval zijn als het een gewasbeschermingsmiddel betreft
dat voor de betreffende teelt niet kan worden gemist en er geen andere beschermingsmiddelen
of bestrijdingsmethoden aanwezig zijn. Toetsing van dat middel vindt plaats
aan de hand van criteria van resistentierisico, innovatie of landbouwtechnische
doelmatigheid.
Onze hoofdbezwaren tegen deze nota van wijziging zijn dat de milieu- en
gezondheidscriteria niet meer van toepassing zijn en dat de dossiers niet meer compleet hoeven te zijn bij de aanvraag of verlenging van
middelen. De wijziging maakt het zelfs mogelijk om reeds verboden middelen
weer toe te laten! Ook juridisch zijn er grote vraagtekens. Het is de vraag
of de voorstellen passen in de EU-regelgeving (richtlijn 91/414). Het ambtshalve
toelaten van middelen, het niet-eisen van complete dossiers en het niet-verplicht
toetsen op basis van de laatste wetenschappelijke en technische inzichten,
lijken in strijd te zijn met de EU-wetgeving.
Procedureel is de nota van wijziging ongewenst, omdat de nota zonder voorafgaande
samenspraak met maatschappelijke groeperingen en zonder advies van de Raad
van State is toegevoegd aan een reeds ingediend wijzigingsvoorstel. De reikwijdte
van de nota van wijziging is dermate omvangrijk, dat de toevoeging ongepast
en onrechtmatig is. Indien de regering de Bestrijdingsmiddelnwet wil wijzigen
dient de gebruikelijke procedure te worden gevolgd.
De nota van wijziging wordt op één punt niet ongedaan gemaakt
en dat betreft de wijziging zoals vermeld onder D Artikel II punt 2 betreffende
de van toepassing zijnde strafcategorieën.
Tichelaar