Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2009-2010 | 28345 nr. 93 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2009-2010 | 28345 nr. 93 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 25 november 2009
Vrouwelijke Genitale Verminking (VGV) is een ernstige fysieke vorm van de schending van de rechten van meisjes én van vrouwen. Het is een zware, ingrijpende en onomkeerbare vorm van kindermishandeling. Het heeft vaak veel schadelijke gevolgen voor de lichamelijke, psychische en seksuele gezondheid en welzijn van jonge meisjes en vrouwen. Om deze vorm van mishandeling en verminking uit te bannen zet het kabinet in op een brede aanpak, die bestaat uit zowel preventieve als repressieve maatregelen. Met deze Kamerbrief wil ik u – mede namens de Minister voor Jeugd en Gezin en de Minister van Justitie – informeren over de voortgang van één van deze maatregelen, de Verklaring tegen Meisjesbesnijdenis.
In de Voortgangrapportage Beschermd en Weerbaar van 28 mei 2009 (Kamerstuk 28 345, nr. 90) heb ik aangekondigd dat ik een medisch certificaat zal invoeren. Dit is een document dat ouders op vrijwillige basis kunnen ondertekenen om aan te geven dat hun dochter niet zal worden besneden. Het document is er met name op gericht om ouders en meisjes tijdens verblijf in het buitenland te helpen om de sociale druk van om familie, vrienden of anderen te weerstaan en aan te tonen dat de ouders van het meisje in Nederland strafbaar zijn, wanneer VGV wordt toegepast, ook wanneer de verminking in het buitenland is uitgevoerd. In overleg met de veldpartijen heb ik besloten om dit document «Verklaring tegen meisjesbesnijdenis» te noemen.1 Deze term sluit het beste aan bij de aard van de verklaring en het taalgebruik van doelgroep. Ik heb toegezegd u te informeren over de uitwerking en invoering van de Verklaring tegen Meisjesbesnijdenis. Met deze brief voldoe ik aan deze toezegging.
De verklaring is geïnspireerd op het Franse «Attest pour voyage». De Franse verklaring betreft een brief van de non-gouvernementele organisatie Groupe Femmes pour Abolition Mutilations Sexuelles (GAMS), waarin de strafbaarheid van VGV wordt benadrukt. Wanneer Fransen uit risicogroepen naar het buitenland gaan, kunnen zij met deze brief aan hun familieleden laten zien dat VGV in Frankrijk strafbaar is. Dit maakt het makkelijker om weerstand te bieden aan eventuele familiedruk om Franse meisjes te besnijden.
Met het Franse voorbeeld in gedachte heb ik overleg gevoerd met FSAN (zelforganisaties), VON (vluchtelingenorganisaties), GGD NL (JGZ), ActiZ (JGZ), KNOV (verloskundigen), NVOG (gynaecologen), KNMG (artsen), MOgroep Jeugdzorg (AMK’s), AJN (jeugdartsen), V&VN fractie jeugd (verpleegkundigen en verzorgenden), de pilotgemeenten VGV, en Pharos (kennisinstituut).
In de overleggen bleek grote betrokkenheid van alle aanwezige partijen bij de bestrijding van VGV. Iedereen onderschreef het voornemen om ouders uit risicolanden te ondersteunen bij het beschermen van hun dochter in het buitenland. Ik ben verheugd te kunnen melden dat er overeenstemming is bereikt over de doelen en inhoud van de Verklaring tegen meisjesbesnijdenis.
De Verklaring tegen meisjesbesnijdenis is primair bedoeld als hulpmiddel bij het weerstand bieden aan familiedruk in het buitenland. Het geeft ouders uit risicolanden een bewijs dat VGV in Nederland strafbaar is. In de media is gesuggereerd dat de verklaring in de plaats van gesprekken met en voorlichting aan ouders zou komen. Dit is niet het geval. Ondertekening van de verklaring is slechts één van de vele maatregelen in de bestrijding van VGV. Daarnaast ben ik van mening dat de Verklaring tegen meisjesbesnijdenis juist zal bijdragen aan bewustwording. Wanneer de brief ter ondertekening wordt voorgelegd aan ouders, gaat dat gepaard met een gesprek over de risico’s en gevolgen van VGV. Een secundair doel van de Verklaring tegen meisjesbesnijdenis is dan ook ouders beter bewust maken van de strafbaarheid en schadelijkheid van VGV.
De verklaring is in principe niet bedoeld als controlemiddel of hulpmiddel bij vervolging. Er wordt een folder voor ouders ontwikkeld met een omschrijving van het doel en het karakter van de verklaring. Ook zelforganisaties gaan een belangrijke rol spelen bij het informeren van doelgroepen over de verklaring.
De teksten van de Verklaring tegen meisjesbesnijdenis zijn opgesteld in nauw overleg met het veld. Er staat in dat VGV verboden is in Nederland en welke straffen er op staan. Daarnaast wordt ingegaan op de schadelijke gevolgen van VGV. Het argument van strafbaarheid zal de meeste overtuigingskracht richting familie in het buitenland hebben. In de contacten met risicogroepen in Nederland ligt de nadruk op gevolgen voor de gezondheid en de rechten van het kind.
Ik heb er voor gekozen om een brief te schrijven die als bijlage met de verklaring kan worden meegegeven.1 In de brief benadruk ik nogmaals dat meisjesbesnijdenis strafbaar en schadelijk is. Door een brief van mijn hand mee te geven, verwacht ik dat de verklaring meer aanzien krijgt in landen van herkomst in vergelijking met het Franse«Attest pour voyage» dat is ondertekend door een non-gouvernementele organisatie. Ook de Minister van Justitie zal de brief ondertekenen. Om aan te tonen dat in Nederland niet alleen de overheid, maar ook partijen in het veld achter de inhoud van de brief staan, heb ik diverse organisaties gevraagd de brief mede te ondertekenen. Onder andere VON, KNMG, GGD NL en ActiZ hebben dit toegezegd. Het voordeel van een aparte brief is dat deze op meerdere plaatsen (ook los van de verklaring) ter beschikking kan worden gesteld. Uiteraard worden de verklaring en begeleidende brief vertaald in de talen van de meest voorkomende risicolanden.
Partijen zijn het er over eens dat de Verklaring tegen Meisjesbesnijdenis door de jeugdgezondheidszorg (JGZ) wordt voorgelegd aan ouders uit risicolanden. De JGZ bereikt in de eerste jaren ongeveer 95% van alle kinderen. Om de administratieve lasten voor zowel de ouders als de professionals tot een minimum te beperken, wordt de verklaring éénmalig afgegeven. De JGZ wacht voor ondertekening niet af tot ouders op vakantie gaan. Het is namelijk vaak niet bekend wanneer ouders op vakantie gaan. Ouders dienen de verklaring steeds wanneer zij naar het buitenland gaan mee te nemen.
Hoewel de Verklaring tegen Meisjesbesnijdenis op basis van vrijwilligheid wordt ondertekend, kan een weigering van ondertekening (onder bepaalde omstandigheden) wel een signaal zijn van dreigende VGV. Ik heb de JGZ gevraagd om in de nieuwe richtlijn VGV op te nemen wat hulpverleners op basis van hun professionale afweging kunnen doen bij weigering van ondertekening. Daarbij rekening houdend met het vrijwillige karakter van ondertekening. Tevens zal de verklaring worden meegenomen als instrument bij de implementatie van de voorgenomen Wet op de Meldcode.
Bij elk AMK is dit jaar een expert op het gebied van VGV aangesteld. Ik overleg nog met de MOgroep Jeugdzorg om te bezien of de verklaring kan worden meegenomen in de werkwijze van de aandachtsfunctionarissen VGV bij de AMK’s.
Ik heb GGD NL gevraagd hoe het gebruik van de verklaring het beste in de praktijk kan worden getoetst. Voor soepele invoering van de verklaring is het van belang te weten hoe JGZ-professionals en risico-ouders op de verklaring reageren. Op basis van de ervaringen kunnen de teksten en toepassing nog worden aangepast. De proefperiode wordt 1 juni 2010 afgerond, zodat de Verklaring tegen Meisjesbesnijdenis vóór de vakantieperiode is getest en ingevoerd.
De Staatssecretaris van Justitie is voornemens -indien asiel wordt gevraagd op grond van dreigende VGV in het land van herkomst- een (vrijwillige) medische verklaring te vragen waarin een arts verklaart dat er nog geen VGV heeft plaatsgevonden. Bij de aanvraag van een vergunning voor onbepaalde tijd, na vijf jaar, zal nogmaals om zo’n verklaring worden gevraagd. Het niet overleggen van een dergelijke verklaring zal leiden tot afwijzing van het asielverzoek dan wel tot niet verlening van een asielvergunning voor onbepaalde tijd. De verwachting is dat hiervan een preventieve werking zal uitgaan, terwijl tegelijkertijd eventueel misbruik van de asielprocedure wordt tegengegaan. De Kamer is bij brief van 7 oktober 2009 hierover geïnformeerd. De medische verklaring van Justitie staat los van de Verklaring tegen Meisjesbesnijdenis. Uiteraard worden de trajecten nauw op elkaar afgestemd.
Sinds 2006 draait in zes steden een pilot ter preventie van VGV. U bent hierover geïnformeerd in de voortgangsrapportage Beschermd en Weerbaar van 29 mei 2009. De pilots lopen 31 december 2009 af. Ik heb voor de aanpak van VGV jaarlijks € 1 miljoen beschikbaar. Deze middelen zet ik in om de pilots VGV landelijk uit te rollen. De implementatie van de Verklaring tegen Meisjesbesnijdenis maakt onderdeel uit van mijn plannen voor de landelijke uitrol.
Om de lessen uit de pilots VGV te verspreiden worden de kennis, ervaringen en instrumenten uit de pilots gebundeld in een handboek en ter beschikking gesteld aan gemeenten en GGD’en. Daarnaast heb ik GGD NL gevraagd een landelijke regierol te vervullen. Om te voorkomen dat het handboek op de plank blijft liggen, moet worden ingezet op het informeren en enthousiasmeren van gemeenten en GGD’en. GGD NL kan als landelijke regisseur een rol spelen bij de agendasetting en het organiseren van uitwisselingsbijeenkomsten. GGD NL levert ook een bijdrage aan de invoering van de Verklaring tegen Meisjesbesnijdenis.
Ik onderzoek de mogelijkheid om de toepassing van de verklaring op te nemen in het gespreksprotocol meisjesbesnijdenis voor de JGZ dat binnenkort wordt herzien door het RIVM/Centrum Jeugdgezondheid.
De zelforganisaties spelen een belangrijke rol bij de landelijke uitrol. Het is van groot belang om de rol van zelforganisaties goed te verankeren in de preventieve aanpak van VGV. Per 1 december 2009 starten FSAN en VON, met subsidie van het ministerie van VWS, een landelijke campagne tegen VGV onder zelforganisaties. De campagne beoogt dat zoveel mogelijk zelforganisaties zich uitspreken tegen VGV. Met de campagne worden ouders uit risicolanden ook geïnformeerd over de invoering van de Verklaring tegen Meisjesbesnijdenis.
Pharos vervult de rol van landelijk kenniscentrum op het terrein van bestrijding van VGV. Pharos zet haar deskundigheid in voor kennisontwikkeling en kennisoverdracht aan alle betrokken partijen, professionals en sleutelpersonen/zelforganisaties en het faciliteren en ondersteunen van de Nee tegen VGV-beweging. Pharos zal de Verklaring tegen Meisjesbesnijdenis integreren in hun trainingen voor JGZ-professionals en sleutelpersonen.
Het wordt voor de JGZ makkelijker om de verklaring voor te leggen indien het onderwerp meisjesbesnijdenis eerder met de ouders is besproken, bijvoorbeeld door de verloskundige. Ik subsidieer daarom de Koninklijke Nederlandse Organisatie van Verloskundigen (KNOV) om een e-learning module over VGV te ontwikkelen voor verloskundigen. Ook gynaecologen en huisartsen kunnen van deze module gebruik maken. Tevens leidt de KNOV 10 verloskundigen op tot VGV-experts om verloskundigen te ondersteunen bij het herkennen, registreren en verlenen van adequate zorg.
Ik overleg met de KNOV en NVOG over de mogelijkheid dat verloskundigen en gynaecologen in gebieden met veel risicogroepen met (toekomstige) ouders uit risicolanden het onderwerp meisjesbesnijdenis zullen bespreken. Onderzoek heeft namelijk aangetoond dat ouders tijdens de zwangerschap het meest open staan voor informatie omtrent de gezondheid van hun (toekomstig) kind.
In de volgende voortgangsrapportage Beschermd en Weerbaar, die rond de zomer van 2010 verschijnt, zal ik u informeren over de resultaten.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-28345-93.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.