28 286 Dierenwelzijn

Nr. 567 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN, LANDBOUW EN INNOVATIE

Ontvangen ter Griffie op 18 juni 2012.

De voordracht voor de vast te stellen algemene maatregel van bestuur kan niet eerder worden gedaan dan op 17 juli 2012.

De algemene maatregel van bestuur is aan de Tweede Kamer overgelegd tot en met 16 juli 2012.

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 14 juni 2012

Gelet op artikel 10.10 van de Wet dieren doe ik u hierbij toekomen het ontwerp-Besluit houders van dieren en het ontwerp-Besluit diergeneeskundigen.1 De voorlegging van deze ontwerpen biedt uw Kamer de mogelijkheid zich uit te spreken over de ontwerpbesluiten voordat deze aan de Afdeling advisering van de Raad van State worden voorgelegd en vervolgens zullen worden vastgesteld.

In het ontwerp-Besluit houders van dieren worden de thans op basis van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren geldende regels omgezet die direct verband houden met het houden van dieren. De onderwerpen omvatten de aanwijzing van de voor productiedoeleinden te gebruiken dieren, de te hanteren voortplantingstechnieken bij dieren, een verbod op het gebruik van dieren als levend aas, het scheiden van dieren, het verrichten van ingrepen bij dieren door de houder, de verzorging en de huisvesting van voor productiedoeleinden gehouden dieren, dieren in dierentuinen en waakhonden en het ritueel slachten van dieren. Wat dit laatste betreft wijs ik erop dat het hier uitsluitend gaat om regels die gelijk zijn aan de thans geldende bepalingen. De wijzigingen die voortvloeien uit het convenant ritueel slachten dat ik onlangs naar de Staten-Generaal zond, zullen in een apart wijzigingsbesluit worden vervat.

Een aantal onderwerpen is niet in dit besluit opgenomen. Dit betreft in de eerste plaats de regels omtrent diergezondheidszorg. Achtergrond hiervan is dat deze regels in Europees verband worden herzien in het kader van de zogenoemde European Animal Health Law. Om die reden wordt de bestaande uitvoeringsregelgeving onder de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren op dat terrein voorlopig gecontinueerd. Na afronding van de Europese herziening zullen deze regels een plaats krijgen in de uitvoeringsregelgeving onder de Wet dieren.

In de tweede plaats betreft dit de regels omtrent het bedrijfsmatig houden van gezelschapsdieren. Deze regels zijn, separaat van het onderhavige besluit tot stand gebracht. Te zijner tijd zullen ook deze voorschriften in het Besluit houders van dieren worden opgenomen.

Het ontwerp-Besluit diergeneeskundigen voorziet in voortzetting van de voorheen geldende regels met betrekking tot diergeneeskundigen. In dit besluit zijn onder meer regels opgenomen met betrekking tot het verrichten van lichamelijke ingrepen bij dieren, om welke reden ook dit ontwerpbesluit aan uw Kamer wordt voorgelegd. Onderhavig besluit bevat eveneens regels over het toepassen van diergeneesmiddelen door diergeneeskundigen, waaronder de cascaderegeling. Conform mijn toezegging aan uw Kamer (Kamerstukken II, 2010/11, 29 683, nr. 65) is deze cascaderegeling aangescherpt waardoor de mogelijkheid voor dierenartsen om in uitzonderingssituaties andere dan toegelaten antibiotica toe te passen is beperkt.

Er wordt gestreefd naar inwerkingtreding van de ontwerpbesluiten met ingang van 1 januari 2013.

De staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, H. Bleker


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven