28 286 Dierenwelzijn

Nr. 563 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN, LANDBOUW EN INNOVATIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 29 mei 2012

De vaste commissie voor Economische Zaken, Landbouw en Innovatie heeft mij verzocht u te informeren over diertransporten conform het verzoek in de motie van het lid Van Gerven (TK 26 991, nr. 296). Hierbij stuur ik u de gevraagde informatie.

De motie van het lid Van Gerven verzoekt de regering voor eind 2011 het aantal langeafstandsveetransporten dat niet voldoet aan de eis van maximaal 500 kilometer of 8 uur substantieel te laten afnemen. Voorts wordt de regering verzocht de transportcondities trapsgewijs op te schroeven naarmate het transport langer duurt. En tot slot wordt de regering verzocht om voor eind 2011 het aantal misstanden bij diertransport substantieel te laten afnemen en daarover de Kamer jaarlijks te rapporteren.

De regels ten aanzien van lange-afstandstransporten van landbouw-huisdieren zijn vastgelegd in de Europese Transportverordening. Mijn inzet op dit onderwerp staat vermeld in de nota Dierenwelzijn en diergezondheid (TK 28 286, nr. 548) welke u op 23 februari 2012 is toegestuurd. In speerpunt 6 is opgenomen dat ik mij samen met andere lidstaten zal inzetten de transportcondities te verbeteren en de Transportverordening te laten aanpassen op die onderdelen die aantoonbaar slecht zijn of onacceptabel ongerief met zich meebrengen voor de dieren. Voorbeelden zijn de stahoogte en klimaatbeheersing in de veewagens en de transporttijden. Bij deze inzet hoort ook de beperking van de transportduur voor slachtdieren tot maximaal 8 uur.

De Europese Commissie heeft dit voorjaar aangegeven de Transportverordening niet te willen herzien, maar zich te richten op betere naleving van de bestaande regelgeving. Ik heb in de nota Dierenwelzijn en diergezondheid aangegeven waar ik mij nationaal op wil richten: een betere naleving van de bestaande regelgeving door onder meer het toezicht meer risicogericht en bedrijfsmatig in te zetten. Voor meer informatie verwijs ik u naar de genoemde nota.

De NVWA houdt in hoofdzaak op twee manieren toezicht op het vervoer van dieren: op locatie, zoals bij vertrek van een transport naar het buitenland (exportcertificering) en bij aankomst op slachthuizen, én op de routes onderweg in Nederland.

Wat betreft de exportcertificeringen heeft de NVWA in 2011 70 782 exportcertificaten afgegeven voor het transport van landbouwhuisdieren (incl. pluimvee) naar het buitenland; in 2010 81 186. Hiervan gingen 10 370 (2011) transporten vergezeld van een reisjournaal (in 2010: 13 380). Een reisjournaal is verplicht voor internationale transporten langer dan 8 uur.

Wat betreft de vervoerscontroles onderweg heeft de NVWA in 2011 circa 30 000 uren besteed aan vervoerscontroles en in 2010 circa 25 000 uren.

In 2011 zijn 193 PV’s uitgeschreven; in 2010 101 PV’s.

De NVWA heeft in september 2010 de beschikking gekregen over het instrument bestuurlijke boetes. De eerste boetes zijn in 2011 opgelegd en geïnd. In totaal zijn in 2011 voor alle diertransportcontroles 217 boete-beschikkingen opgelegd en geïnd.

De cijfers laten een toename van het aantal maatregelen zien. Dit is onder meer het gevolg van een intensivering van het toezicht met 10%, een meer risicogebaseerde handhaving door de NVWA en de invoering van het instrument bestuurlijke boete. Of de naleving hierdoor is verbeterd valt in dit stadium moeilijk aan te geven. Wel heb ik op basis van informatie van de NVWA en uit de sector de indruk dat de naleving toeneemt. Cijfers hierover ontbreken echter.

De staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, H. Bleker

Naar boven