Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 21 juni 2011
In mijn brief van 14 december 2010 (TK 28 286, nr. 447) heb ik u toegezegd binnen een half jaar te beoordelen of de nieuwe bedwelmingsmethode als alternatief voor het waterbad
praktijkrijp is en u hierover te informeren.
Met deze brief voldoe ik aan deze toezegging.
In de Voortgangsrapportage Nota Dierenwelzijn en Nationale Agenda Diergezondheid 2009 (TK 28 286, nr. 381) heb ik u gemeld dat het onderzoek naar diervriendelijke methoden voor het bedwelmen van pluimvee heeft aangetoond dat de
multipele waterbadverdoving van pluimvee het welzijn van de dieren tijdens het bedwelmen onvoldoende kan garanderen. Om deze
reden is gezocht naar een werkbaar alternatief dat zorg draagt voor een effectieve bedwelming en geen negatieve invloed heeft
op de vleeskwaliteit.
Onderzoek van Live Stock Research heeft aangetoond dat in proefopstelling de «head only» bedwelmingsmethode het pluimvee effectief
bedwelmt en de vleeskwaliteit niet negatief aantast en in theorie dus een werkbaar alternatief zou kunnen vormen voor het
multipele waterbadbedwelmingsysteem. In de verwachting dat in 2010 de «head only»-methode praktijkrijp en voor eind december
2010 uitgerold zou zijn, was met de Nepluvi de afspraak gemaakt dat per 1 januari 2011 alle bij Nepluvi aangesloten pluimveeslachterijen
het multipele waterbad zouden hebben uitgefaseerd (zie TK 28 286, nr. 291).
Het praktijkrijp maken van het «head-only» bedwelmingsysteem bleek echter lastiger dan verwacht waardoor in 2010 niet gestart
kon worden met het uitfaseren van het waterbad. Vooral het goed kunnen fixeren van de dieren bij hoge snelheid van de slachtlijn
bleek problemen op te leveren.
Het fixatieprobleem is na enkele fundamentele aanpassingen begin mei 2011 opgelost. Het bedwelmingsysteem is recent in een
slachtlijn ingebouwd.
Daarna is, mede door WUR-ASG, bezien of dit systeem ook onder praktijkomstandigheden functioneert.
Op basis hiervan kan worden geconcludeerd dat de «head only» methode daadwerkelijk een prima alternatief kan vormen voor de
huidige waterbadmethode. De dieren worden goed gefixeerd, effectief bedwelmd en de vleeskwaliteit wordt niet aangetast. Dit
neemt echter niet weg dat het draaien onder praktijkomstandigheden tevens laat zien dat er nog enkele mechanische aanpassingen
noodzakelijk zijn om het systeem verder te perfectioneren.
Dit zal de komende maanden plaats gaan vinden.
Zowel de producent van het «head-only»-systeem als de Vereniging van de Nederlandse Pluimveeverwerkende Industrie, NEPLUVI,
hebben aangegeven het systeem zo snel als mogelijk in productie te willen nemen zodat dit in de slachterijen kan worden geplaatst.
Ik zal u voor 1 oktober 2011 verder informeren over de stand van zaken.
De staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,
H. Bleker