28 286 Dierenwelzijn

Nr. 440 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 14 oktober 2010

Ik heb toegezegd u te informeren over een eventuele gedifferentieerde aanpak van de Transportverordening voor hobbydierhouders (TK 28 286, nr. 287). Met deze brief voldoe ik aan de toezegging.

Huidige regelgeving

De Transportverordening is van toepassing op transport van alle gewervelde dieren die uit hoofde van een economische bedrijvigheid worden vervoerd. De Transportverordening maakt daarbij geen onderscheid tussen transport van hobby- en niet-hobbydieren.

Bezwaren hobbydierhouders

De hobbydierhouders zijn van mening dat de Transportverordening alleen van toepassing is op commercieel vervoer en per definitie niet van toepassing op transporten van hobbydieren. De eisen uit de Transportverordening zouden een disproportionele lastenverzwaring voor de hobbydiertransporteur met zich mee brengen.

Differentiatie in beleid

De hobbydiersector is globaal in drie sectoren te verdelen: paarden, schapen en geiten en vogels. Om te voorkomen dat een hobbydierhouder die een enkele keer een dier verkoopt, onverkort onder de Transportverordening valt en om tegemoet te komen aan de bezwaren van de hobbydiersector met betrekking tot de lastenverzwaring, is gezocht naar een mogelijk toe te passen differentiatie.

De differentiatie die hieraan tegemoet komt, is het maken van een onderscheid tussen hobbydiertransporten met een hobbymatig en met een bedrijfsmatig karakter aan de hand van het aantal dieren dat tegelijkertijd wordt vervoerd. Bij hobbydiertransporten met een hobbymatig karakter zullen alleen de basiseisen van artikel 3 van de Transportverordening, voor zover van toepassing, worden gehandhaafd. De eisen uit artikel 3 zijn algemeen van aard zoals geschiktheid voor transport en stellen geen extra administratieve verplichtingen aan de transporteur.

Transporten naar een slachthuis vinden per definitie uit hoofde van een economische bedrijvigheid plaats en vallen hier dus niet onder. Op deze transporten is de Transportverordening onverkort van toepassing.

De uitwerking is als volgt:

  • 1. Hobbydiertransporten met een hobbymatig karakter.

    Paarden

    In overleg met de Sectorraad Paarden (SRP) is besloten nationale transporten van maximaal 2 paarden te beschouwen als transporten met een hobbymatig karakter.

    Schapen en geiten

    In overleg met het Platform Kleinschalige Schapen- en Geitenhouderij (PKSG) is besloten nationale transporten van maximaal 10 dieren te beschouwen als transporten met een hobbymatig karakter.

    Vogels

    Overleg met de vertegenwoordiger van De Nederlandse Bond van Hobbydierhouders, Aviornis Internationaal, De Kleindierliefhebbers Nederland en de Confederation Ornithologic Mondial heeft tot de conclusie geleid dat er geen onderscheidend criterium te bedenken is op grond waarvan een handhaafbaar onderscheid te maken is tussen transporten met een hobbymatig en een bedrijfsmatig karakter. Daarom zal per aangehouden transport bepaald moeten worden of de Transportverordening (onverkort) van toepassing is.

  • 2. Hobbydiertransporten met een bedrijfsmatig karakter.

    Bij vervoer met een bedrijfsmatig karakter zal ik de volledige Transportverordening onverkort handhaven.

De minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

G. Verburg

Naar boven